Kamervragen over het eten van duivenvlees
19 februari 2009 - kamerstuk
Kamerbrief met antwoorden op Kamervragen waarin de minister schrijft
dat verwilderde duiven niet beschermd zijn op grond van de Flora- en
faunawet. De meest efficiënte manier van bestrijden is bekend.
Geachte Voorzitter,
Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op vragen gesteld door het lid Thieme (PvdD)
over het eten van duivenvlees onder het mom van vredesduif.
De vragen zijn ingezonden op 3 februari 2009 (Kamervragen 2008-2009, vraagnummer
2009Z01705/2080911830).
1
Kent u het artikel 'Vredesduiven'?
Ja.
2
Acht u het toelaatbaar dat een senior beleidsmedewerker van uw ministerie oproept tot
wetswijziging waarvan dieren de dupe worden? Zo ja, waarom? Zo nee, bent u bereid hem
aan te spreken op zijn oproep? Zo nee, waarom niet?
In het artikel wordt niet opgeroepen tot een wetswijziging. Verwilderde duiven zijn niet
beschermd op grond van de Flora- en faunawet. Wel zijn de vangstmiddelen gereguleerd.
Zie mijn antwoord op vraag 1 van uw eerdere set vragen over verwilderde duiven. 1)
3
Komen de opvattingen van de betreffende senior beleidsambtenaar met betrekking tot het
duivenbeleid overeen met de uwe? Zo ja, kunt u toelichten in welk opzicht en wat hiervoor
de achterliggende argumenten zijn? Zo nee, in welke zin niet?
Zie mijn antwoord op vraag 2.
4
Deelt u de mening dat "De belangrijkste oorzaken voor het aantal duiven in steden zijn
andere dan wedstrijdvluchten" geen antwoord is op de vraag "Kunt u uiteenzetten hoe u
tot de conclusie komt dat er geen verband bestaat tussen wedstrijdvluchten met duiven en
het aantal duiven in steden?"
Zo ja, kunt u bevestigen dat er wel degelijk een verband bestaat tussen wedstrijdvluchten
met duiven en het aantal duiven in steden, ook in gevallen waarbij wedstrijdvluchten niet
de voornaamste oorzaak zijn? Zo nee, kunt u dit toelichten?
Er is geen verband tussen het aantal verwilderde duiven in steden en wedstrijdvluchten
met postduiven, omdat het aantal postduiven dat niet op het hok terugkeert na een
wedstrijd in het niet valt ten opzichte van de reeds bestaande populaties verwilderde
duiven.
5
Kent u het rapport van de werkgroep 'Verwilderde duiven' van het ministerie van LNV
waarin gesteld wordt: "Wanneer ongeveer 50.000 liefhebbers met gemiddeld 10-15 duiven
aan 40 weekendvluchten meedoen, dan betekent dit een aanzienlijke potentiële aanwas
voor het bestand verwilderde duiven"?
Ja.
6
Kunt u uiteenzetten op welk moment de visie op uw ministerie terzake is gewijzigd en op
grond van welke overwegingen? Zo nee, waarom niet?
Zie mijn antwoord op vraag 4.
7
Bent u bereid op basis van de tegenstrijdige opvattingen die kennelijk op uw ministerie
leefden of leven over het verband tussen wedvluchten en duivenoverlast in steden, nader
onderzoek te laten doen? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Zie mijn antwoord op vraag 2. Er is inmiddels voldoende bekend over hoe verwilderde
duiven op de meest efficiënte manier kunnen worden bestreden. Zie mijn antwoord op
vraag 4 van uw eerdere set vragen over verwilderde duiven. 2)
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
1) Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008, Aanhangsel 2891
2) Idem
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit