ChristenUnie


Wetenschappelijk Instituut


Veel ruimte voor christelijke politiek

donderdag 19 februari 2009 16:04 Christenpolitici kunnen in onze geseculariseerde samenleving steeds minder uit de voeten met grote woorden uit het verleden. Daardoor dreigt verzakelijking van de christelijke politiek, denkt de Kamper ethicus Ad de Bruijne. In een artikel voor het Nederlands Dagblad (dinsdag 17 februari jl.) geven Roel Kuiper en Gert-Jan Segers echter aan dat in ons land nog steeds veel vrijheid is om het christelijk geloof te verbinden de publieke zaak.

In de afgelopen weken is in het Nederlands Dagblad een interessante discussie gevoerd over de manier waarop de ChristenUnie politiek bedrijft. Aanleiding hiervoor was een artikel in de krant van 30 januari onder de kop `ChristenUnie neemt afscheid van herkersteningsideaal'. Daarin wordt onder meer de Kamper ethicus Ad de Bruijne aangehaald, die pleit voor een theologische herbronning van de partij. Dat pleidooi komt voort uit zorg dat christelijke politiek bedreigd wordt door `interne secularisatie'. Als te grote woorden uit een voorbij verleden worden gebruikt (`herkerstening' en `bouwen aan Gods koninkrijk') en als christen-politici daarmee in onze geseculariseerde samenleving niet uit de voeten kunnen, dan dreigt slechts `zakelijke politiek' over te blijven. De Bruijne is er daarom van overtuigd dat het politieke, christelijke ideaal en de politieke praktijk van de ChristenUnie opnieuw op elkaar moeten worden afgestemd.

We stellen voorop dat de ChristenUnie behoefte heeft aan theologen die meedenken. Wel aarzelen we bij sommige van zijn noties. De Bruijne benadrukt dat het komende rijk van God en de tijdelijke, aardse werkelijkheid op gespannen voet met elkaar staan. Aardse politiek kan in zijn visie Gods koninkrijk nooit een stap dichterbij brengen. Hij suggereert dat christelijke politiek zich daarom moet instellen op het compromis, moet afzien van grootse idealen, geen algemeen beroep moet doen op Gods geboden en scheppingsstructuren, maar zich moet inzetten voor de tijdelijke ordening van deze aflopende aardse werkelijkheid.

Misverstand

Wij betwijfelen of deze probleemstelling - die ook aan te treffen is in de bezinning van theologen als Gerard de Kruijf en Stefan Paas - recht doet aan de werkelijkheid waarin christenen politiek bedrijven. Voor wat we in hun bijdragen lezen geldt wel heel sterk dat niet de politiek, maar de kerk steeds het startpunt van de bezinning is. Telkens wordt hier gesuggereerd dat de complete boodschap van het Evangelie, zoals de kerk die belijdt en praktiseert, niet in onze samenleving kan worden ingebracht. Maar het is een misverstand te menen dat de christelijke politiek dit tot haar taak rekent.

Volgens De Bruijne is dit in het verleden wel degelijk het geval geweest. Hij herinnert dan aan de theocratie, maar ook aan het spreken binnen GPV-kring over een `christelijke staat'. Dit spreken is echter niet kenmerkend voor de ChristenUnie. Het kernprogramma en publicaties van het Wetenschappelijk Instituut als Dienstbare overheid ( 2003) snijden dit af.

Wij begrijpen echter zeer wel dat De Bruijne bezig is met een theologische bezinning, die cirkelt rond de betekenis van het Koninkrijk van God. Hij benadrukt dat de wereld een voorlopige bedeling is, die door christenen mede gebruikt en beheerd wordt en niet per definitie eeuwigheidswaarde heeft. Hoezeer wij ook instemmen met het geloof dat Gods koninkrijk er niet zal komen door onze politieke inspanningen, vragen wij ons wel af of hier niet iets binnensluipt van een onderscheid tussen tussen `natuur (wereld) en `genade' (kerk). Christus is Heer over Zijn schepping, de aarde en haar volheid zijn van Hem, Hij wil alle dingen thuisbrengen in Zijn Rijk. Het is deze wereld die door God is geschapen en die Hij door Christus wil redden. Wie in deze dimensies denkt over het koningschap van Christus is er op uit Hem te dienen in de weg van navolging. Op grond van deze motieven is christelijke politiek in Nederland tot stand gekomen.

Navolging

De Bruijne merkt in zijn proefschrift op dat christenen niet `normatief stukjes koninkrijk op aarde (moeten) forceren'. Is dat het beeld van christelijke politiek? Wie uitgaat van de heerschappij van Christus over alle terreinen van het leven geeft zich er rekenschap van dat die heerschappij daarin een eigen gestalte aanneemt. In de kerk gebeurt dat op een andere manier dan in de politiek, maar Christus regeert over beide. Hij gebruikt overheden en wijst politieke leiders op hun verantwoordelijkheden. Vrede en harmonie, recht en gerechtigheid, mensen en het leven dat ze leiden, gaan Hem ter harte. Daarom gaan ze ook ons in het bedrijven van christelijk politiek ter harte.

Politiek houdt zich bezig met normering van de samenleving, ook van menselijk gedrag. Dat gebeurt altijd in het licht van hogere opvattingen. Christenen die in de politiek Christus willen navolgen, zullen die hogere inzichten zoeken in de Bijbel. Dat christenpolitici daarbij rekening hebben te houden met opvattingen van anderen, is onderdeel van het normale proces van overleggen en beraadslagen. Maar dat vraagt er tegelijkertijd om dat mensen met volle overtuiging hun visies naar voren brengen. Anders krijgen zij hun gezichtspunt nooit voor het voetlicht.

In Nederland is er veel vrijheid om het christelijk geloof te verbinden met betrokkenheid op de publieke zaak. Denk aan christelijke partijen, omroepen, kranten, scholen en vakbonden. In het perspectief van veel christenen op andere plekken in de wereld is dit een grote weelde. Onze politiek, ons publieke leven en onze cultuur zijn daarnaast doortrokken van het christendom. Inderdaad verlaten mensen de kerk, maar juist in deze tijd wordt een christelijke inzet in het publieke leven opnieuw voluit serieus genomen. In een dergelijke situatie hebben christenen veel mogelijkheden en aanknopingspunten voor hun boodschap. Laten we ons, ook theologisch, bezinnen op een situatie waarin christelijke politiek nog veel kan winnen.

Roel Kuiper en Gert-Jan Segers zijn respectievelijk oud-directeur en directeur van de Groen van Prinsterer Stichting, het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie.