Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
2009Z00262 / 2080909330
Vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de Elfstedentocht en de Nieuwjaarsduik. (Ingezonden
12 januari 2009)
1
Kent u het artikel `Voorkom sponsoring van de Elfstedentocht'? 1)
Antwoord vraag 1:
Ja.
2
Deelt u de mening dat de Elfstedentocht behoort tot het cultureel erfgoed van ons land en om die reden
bescherming verdient? Zo ja, op welke wijze zou die bescherming gestalte kunnen krijgen wat u
betreft? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 2:
De Elfstedentocht is een uiting van de grote belangstelling in Nederland voor het schaatsen op
natuurijs. De vereniging "De Friesche Elf Steden" is een bloeiende vereniging met ca. 30.000 leden, die
op 15 januari 2009 haar 100-jarig bestaan vierde. Ondanks vele winters waarin geen Elfstedentocht
kon worden gehouden, blijft de vereniging actief. Zij is de hoeder van deze levende traditie. Er is geen
sprake van `bedreigd erfgoed' en in die zin is er op dit moment geen aanleiding tot actieve
beschermingsmaatregelen door de overheid.
3
Deelt u de mening dat van oorsprong niet-commerciële initiatieven zoals de Nieuwjaarsduik en de
Elfstedentocht, juist omdat ze door vrijwilligers georganiseerd worden, vatbaar zijn voor onvrijwillige
overname door commerciële partijen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze zou u dergelijke
commercialisering van cultureel erfgoed willen tegengaan?
6
Bent u bereid voorafgaand aan ratificatie zelf de bescherming van immaterieel cultureel erfgoed meer
aandacht te geven en daaronder ook de bescherming van de Elfstedentocht tegen onnodige
commercialisering te rekenen? Zo nee, waarom niet?
10
Deelt u de mening dat de bescherming van cultureel erfgoed dat van nationale betekenis geacht moet
worden, zoals de Nieuwjaarsduik en de Elfstedentocht, bescherming van de landelijke overheid
verdienen tegen oprukkende commercialisering? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vragen 3, 6 en 10:
Ik deel de mening niet dat door vrijwilligers georganiseerde initiatieven vatbaar zijn voor onvrijwillige
overname door commerciële partijen, ook niet in het geval het om immaterieel cultureel erfgoed zoals
tradities of gebruiken gaat. Om dit te illustreren refereer ik graag naar de vereniging "De Friesche Elf
Steden" die uitdrukkelijk een niet commercieel karakter heeft en geen gebruik maakt van sponsoring1.
De vereniging drijft op vrijwilligers.
Nederland kent een rijk ontwikkeld verenigingsleven, ook op het gebied van (immaterieel) cultureel
erfgoed. Ik zie voor de overheid geen reden op dit gebied actief op te treden, juist
vrijwilligersorganisaties nemen hun eigen beslissingen en verantwoordelijkheid.
Bescherming van immaterieel cultureel erfgoed, zoals omschreven in de richtlijnen van het UNESCO
verdrag, behelst vooral het documenteren, inventariseren en promoten van het immaterieel erfgoed.
Dit zijn taken die in Nederland onder andere door instellingen als het Meertens Instituut en het
Nederlands Centrum voor Volkscultuur worden vervuld.
1 Website Vereniging "De Friesche Elf Steden"
4
Ziet u mogelijkheden de Elfstedentocht voor te dragen voor de `representatieve lijst van het
immaterieel cultureel erfgoed' van de Unesco, waarop ook andere evenementen zoals het Kauri
Theater en het Carnaval van Binche zijn opgenomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en
wijze?
5
Is het waar dat Nederland de Conventie voor Immaterieel Erfgoed nog niet heeft geratificeerd? Zo ja,
waarom niet en bent u bereid te werken aan spoedige ratificatie?
Antwoord vragen 4 en 5:
Het UNESCO verdrag voor de Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed uit 2003 is niet door
Nederland geratificeerd. Mijn voorganger heeft besloten het verdrag niet te ratificeren omdat er nog
onvoldoende zicht was op de betekenis van ratificatie in de Nederlandse situatie.
De Nationale UNESCO Commissie heeft zich met een groep deskundigen gebogen over de mogelijkheid
en wenselijkheid van ratificatie van het verdrag en bracht daarover eind 2008 een positief advies uit. Ik
beraad mij op dit advies en zal in de loop van dit jaar mijn standpunt bepalen ten aanzien van
toetreding van Nederland tot dit verdrag.
7
Is het waar dat bij de Nieuwjaarsduik in Scheveningen delen van de openbare ruimte zijn afgesloten
voor het publiek en slechts tegen betaling aan een commerciële partij (Unox) toegankelijk waren?
Deelt u de mening dat dit een ongewenste inbreuk is op de mogelijkheid zich vrij te bewegen in de
openbare ruimte (bijvoorbeeld voor strandwandelaars) en een aantasting van het cultureel erfgoed? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord vraag 7:
Voor de Nieuwjaarsduik is door de gemeente Den Haag aan de zwemclub Residentie een
evenementenvergunning verleend en het stuk strand voor de deelnemers aangemerkt als
evenemententerrein. De zwemclub heeft aan deelnemers entree geheven, maar niet aan
toeschouwers. Overig publiek had tijdelijk geen toegang tot dit stuk strand waar de deelnemers te
water gingen, maar kon het geheel van dichtbij gade slaan. In het licht van de totale omvang van het
Scheveningse strand en de naar tijd en plaats slechts geringe beperking van de toegankelijkheid van
het strand deel ik de mening niet dat er sprake was van een ongewenste inbreuk op de mogelijkheid
zich vrij te bewegen in de openbare ruimte.
8
Is het waar dat de mobiele eenheid bij het evenement aanwezig was, niet alleen om de orde te
bewaren, maar ook om de commerciële belangen van Unox te verdedigen door mensen die geen Unox
kaartje hadden de toegang tot het strand te weigeren? Zo ja, vindt u het correct dat een publieke dienst
op deze wijze dienstbaar gemaakt wordt aan winst door derden?
Antwoord vraag 8:
Toegangscontrole en toezicht op het evenemententerrein wordt verzorgd door de organisator van het
evenement. Dat is als voorschrift in de aan de zwemclub verleende evenementenvergunning bepaald.
Bij grote evenementen is meestal ook politie aanwezig. De organisatie van de Nieuwjaarsduik heeft
enkele mensen die zich onbevoegd op het evenemententerrein bevonden verzocht weg te gaan.
Aanvankelijk is aan deze oproep geen gehoor gegeven. Na tussenkomst van de politie verlieten zij
evenwel het evenemententerrein. Ik ben van mening dat de politie hier terecht assistentie heeft
verleend aan de organisatie.
9
Deelt u de mening dat de inzet van politiediensten bij evenementen die geclaimd of georganiseerd
worden door commerciële partijen, ook betaald zou moeten worden door die commerciële partijen? Zo
nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze zullen deze diensten in de toekomst worden toegerekend aan
commerciële partijen?
Antwoord vraag 9:
Ik ben van mening dat de handhaving van de openbare orde door politiediensten bij evenementen een
overheidstaak is en dat de kosten die daaraan verbonden zijn door de overheid moeten worden
gedragen. In dat licht is het kabinet op voorstel van mijn ambtgenoot van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijkrelaties, vorig jaar akkoord gegaan met intrekking van het in 2006 ingediende voorstel van
wet houdende regels met betrekking tot een bijdrage in de politiekosten bij publieksevenementen (Wet
bijdrage politiekosten bij publieksevenementen) (30 526), dat bij de Tweede Kamer in behandeling
was.
1) NRC Handelsblad, 6 januari 2009: "Voorkom sponsoring van de Elfstedentocht"