Ziek van de stress
Stress: waarom wordt de een er ziek van en de ander niet?
Genetische verschillen in de werking van stresshormonen bieden
mogelijk een verklaring, blijkt uit onderzoek van Vera Brinks.
Op 19 februari verdedigt zij haar proefschrift.
Vera Brinks: `Onderzoek bij muizen helpt ons beter te begrijpen
hoe het angstgeheugen bij mensen met een post-traumatische
stress-stoornis werkt.'
Leeuw
`Stress is niet per se slecht voor de mens,' zegt Brinks.
Sterker nog: stress komt soms goed van pas. De hormonen die
vrijkomen bij stress bevorderen emotionele en cognitieve
processen in de hersenen. `Stress helpt de mens om belangrijke
gebeurtenissen te onthouden,' legt Brinks uit. Vanuit de
evolutietheorie is dat niet moeilijk te verklaren: `Als je eten
aan het zoeken bent en een leeuw je pad kruist, dan heb je in
het vervolg een grotere overlevingskans wanneer je onthoudt
waar je de leeuw tegenkwam.'
Trauma
Stress kan dus functioneel zijn. Maar stress kan emotionele en
cognitieve processen ook verstoren. Dat is bijvoorbeeld het
geval bij mensen die lijden aan een post-traumatische
stress-stoornis: zij kunnen de herinnering aan een traumatische
gebeurtenis niet meer loslaten, zijn voortdurend prikkelbaar en
kampen met concentratieproblemen. Wat gaat er mis bij deze
mensen? Brinks zocht het antwoord in de werking van
corticosteroïden, hormonen die bij stress worden afgegeven door
de bijnierschors.
Een beetje stress is zo slecht nog niet: stresshormonen helpen
muizen om te onthouden waar ze een lekkernij kunnen vinden.
Corticosteroïden
Brinks onderzocht welke effecten corticosteroïden hebben op de
hersenen. `Corticosteroïden hechten zich in de hersenen aan
twee verschillende soorten receptoren: MR en GR,' vertelt
Brinks. `Via deze receptoren beïnvloeden corticosteroïden onze
emoties en leer- en geheugenprocessen.' Om zicht te krijgen op
de afzonderlijke rol van MR en GR nam Brinks muizen als
onderzoeksobject. Activitatie van MR en GR is bij muizen
eenvoudig te manipuleren. Bijkomend voordeel van muizen is dat
zij gemakkelijk genetisch te modificeren zijn. Dat stelde
Brinks in staat om de invloed van genetische verschillen op het
effect van stress te onderzoeken.
Optimum
Brinks verrichtte haar onderzoek in een laboratorium van het
Leiden/Amsterdam Center for Drug Research. De promovenda liet
bijnierloze muizen herhaaldelijk naar een lekkernij zoeken op
verschillende plaatsen. Door in verschillende doses een
stresshormoon toe te dienen, manipuleerde Brinks de activatie
van MR en GR. Haar belangrijkste observatie: muizen met zowel
GR- als MR-activatie waren gemotiveerder, waren minder angstig
en onthielden beter waar de lekkernij te vinden was. `Emotie
verbetert de cognitieve prestatie,' concludeert Brinks. Voorbij
een optimum leidde nog sterkere GR-activatie echter tot een
dermate hoge emotionele reactiviteit dat het leren achteruit
ging.
Genetische verschillen
De conclusie lijkt eenvoudig: te veel stresshormoon schaadt het
geheugen. Maar zo simpel is het niet, ontdekte Brinks. Het
effect van stresshormonen blijkt niet alleen afhankelijk van de
dosis, maar ook van de genetische opmaak van de muis. Brinks
kwam hier achter door twee genetisch verschillende
muizenstammen met elkaar te vergelijken. Toediening van een
stresshormoon bleek de herinnering aan een traumatische
gebeurtenis te verminderen ófte versterken, afhankelijk van de
genetische achtergrond van de muizen. Bovendien was het
tijdstip van toediening van het hormoon van groot belang.
Stresshormonen kunnen traumatische herinneringen verminderen of
juist versterken, afhankelijk van de genetische opmaak van de
muis.
Soldaten
De promovenda bootste een traumatische gebeurtenis na door de
muizen herhaaldelijk een geluid te laten horen en vervolgens
een milde electronische schok toe te dienen. Na enige tijd
raakten de muizen al verstijfd van angst bij het horen van het
geluid. `Dit is vergelijkbaar met wat er gebeurt bij mensen die
een post-traumatische stress-stoornis ontwikkelen,' legt Brinks
uit. `Bij soldaten die terugkeren uit de oorlog kunnen harde
geluiden traumatische herinneringen van oorlogsbeelden
oproepen'.
Blijvende herinneringen
Verontrustend detail: muizen raakten hun traumatische
herinneringen niet meer kwijt wanneer Brinks een van de
receptoren, de MR, genetisch uitschakelde. Het verband met PTSS
is ook hier gemakkelijk gelegd. `Muizenstammen vormen een goed
model om de ontwikkeling en uitdoving van het angstgeheugen in
PTSS-patiënten te bestuderen,' zegt Brinks. Haar onderzoek
biedt bovendien aanknopingspunten voor de behandeling van de
aandoening. `Misschien zijn soldaten met een bepaalde
genetische opmaak er wel bij gebaat als zij preventief
stresshormonen toegediend krijgen na een traumatische
gebeurtenis, om hen zo te beschermen tegen traumatische
herinneringen. Bij andere soldaten zouden de herinneringen
daardoor mogelijk juist versterkt worden.'
Toekomstmuziek
Voorlopig is zo'n scenario nog toekomstmuziek, realiseert
Brinks zich. De stap van muis naar mens is een grote, dus
vervolgonderzoek is noodzakelijk. Brinks is blij dat ze daar
een startpunt voor heeft kunnen bieden. `Ik vind het belangrijk
dat anderen iets hebben aan de uitkomsten van mijn onderzoek.'
(17 februari 2009/Tristan Lavender)
17/2/2009
Universiteit Leiden