Radboud Universiteit Nijmegen


Mensen met autisme kunnen best van taak veranderen

Datum bericht: 4 februari 2009

Ok... waar gaat het over? O, ja, taakverandering en taakonderbreking. Lastig is dat, om er in te komen. Een interessant fenomeen dat zicht geeft op onze cognitieve flexibiliteit. Psychologe Edita Poljac keek nauwgezet naar de 'prijs' van veranderingen en ontdekte tot haar verrassing dat kinderen met autisme wél goed tussen taken kunnen switchen, maar kinderen met dyslexie niet. (Promotie 19 februari)

Van taak veranderen kost moeite, ook al zijn die zo eenvoudig als het inzetten van bestek in een afwasmachine: (taak 1) messen met de punt naar beneden, (taak 2) vorken en lepels omhoog. De nieuwe taak gaat in het begin nog niet optimaal: het gaat allemaal wat trager en je maakt meer fouten. Hier zijn verschillende redenen voor te bedenken: bij het starten moet je sowieso inertie overwinnen; je kunt nog bezig zijn de taak te begrijpen of je acties te plannen; of misschien zit de oude taak nog in je hoofd en daardoor in de weg.

Edita Poljac, psychologe bij het Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour van de Radboud Universiteit Nijmegen, keek in detail naar deze verschillende aspecten. 'In de literatuur wordt veel waarde gehecht aan de switch cost. Deze wordt gezien als indicatie van cognitieve flexibiliteit: als de reactietijden trager worden en er meer fouten optreden, zijn er kennelijk mentale hindernissen. Mijn onderzoek laat zien dat prestatieverslechtering na taakhervatting vergelijkbaar is aan die bij taakwisseling. Tenminste bij gezonde deelnemers/mensen.'

Switchen tussen globaal of gedetailleerd kijken: niet iedereen ziet door de boom de Eiffeltoren

Lenige hersenen
Cognitieve inflexibiliteit wordt in verband gebracht met verschillende stoornisssen, zoals autisme. 'Dat past bij het beeld dat we in het dagelijks leven hebben van mensen met een autistische stoornis, en het wordt ook bevestigd door een veelgebruikte test, de Winconsin Card Sorting Test. Hierbij moeten kaarten gesorteerd worden op meerdere dimensies, bijv. kleur, vorm, of getal, afhankelijk van de feedback van de experimentator. Mensen met autisme scoren hier doorgaans slecht op. Maar het is de vraag wát die test eigenlijk meet. Er zit namelijk een sterk onvoorspelbaarheidselement in. Bij de afname van deze test wordt namelijk nooit expliciet gezegd waarop men moet sorteren.'

Instructie
Voor haar onderzoek ontwierp Poljac een veel eenvoudiger taak waarin die ambiguïteit van de opdracht uit de WCST afwezig is. Geometrische figuren werden of op kleur (taak 1) of op vorm (taak 2) gesorteerd. En dan blijken kinderen met autisme even goed te presteren als gezonde deelnemers. 'Kennelijk is het de onduidelijke instructie in de WCST die de vertraging na taakwisseling veroorzaakt, en niet het mentale omschakelen zelf.'

Dyslexie
Tot haar en ieders verrassing hadden kinderen met dyslexie wel significant meer moeite met taakverandering, terwijl taakhervatting na een korte onderbreking van één seconde bij hen niet meer vertraging opleverde dan bij andere deelnemers.

Geen hokjesgeest
Naar de oorzaken daarvan is nog geen onderzoek gedaan, maar Poljacs promotor, prof. Harold Bekkering, ziet er een bevestiging in van zijn overtuiging dat het brein minder modulair ingericht is dan lang gedacht.

'Ik beweer al jaren dat we geen hokjes hebben in het brein. Dyslexie gaat niet alleen maar over het onvermogen om een woord te kunnen spellen. Het is niet louter een taalprobleem. We moeten dat breder bekijken. Wat is er aan de hand met het werkgeheugen? Het schakelen tussen lokaal en globaal, tussen het decoderen van letters, naar het begrijpen van de betekenis is in feite ook een taakverandering. We hebben - omdat de kosten van taakhervatting normaal zijn - het idee dat met name het stoppen van de vorige taak slechter verloopt.'

Beeld van autisme bijstellen
'En ook het beeld van autisme lijkt aan bijstelling toe. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat autisme kan ontstaan in een overgevoelig, sensitief brein. De rigiditeit in het doen van taken heeft misschien wel meer met het creëren van veiligheid te maken, dan met het onvermogen om te schakelen. Want dat vermogen hebben mensen met een stoornis in het autistische spectrum wel degelijk: als ze maar duidelijke instructies krijgen. De verwachtingen mogen dus best omhoog en oefenen met het doen van verschillende taken kan wel degelijk.'

Dynamics of cognitive control in task switching: looking beyond the switch cost Promotie 19 februari 2009, 13:30 uur. Aula, Comeniuslaan 2, Nijmegen

Edita Poljac (Derventa, Bosnië en Herzegovina, 1976) studeerde psychologie in Nijmegen, waarbij ze onder andere onderzoek deed naar de invloed van het type scangeluid op geluiddetectie bij professionele caissières. Nu promoveert ze bij het Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour. Sinds juli 2007 is ze werkzaam als docent en postdoctoraal onderzoeker bij Donders Centre for Cognition. Poljac is daarnaast in de Sint Maartenskliniek begonnen met een onderzoek naar executieve controle bij afasiepatiënten.