NCRV

Nationale Landschappen

Drentsche Aa centraal in Nationale Landschappen

Donderdag 19 februari

Nederland 2, 19.55 uur

De NCRV-serie Nationale Landschappen toont de grote variatie van het Nederlandse landschap. Op relatief korte afstand van elkaar vind je bossen en rivierdeltaâs, heide en natte veengebieden, zandduinen en heuvels. Daartussendoor kom je kronkelige boerenweggetjes, beschermde dorpsgezichten, weidse poldergezichten en eeuwenoude boerderijen tegen. Deze grote verscheidenheid in ons land lijkt vanzelfsprekend, maar korte termijnbelangen en planologische versnippering, zoals de bouw van nieuwe woonwijken en industrieterreinen, bedreigen de landschappen.

In 2004 heeft de overheid twintig Nationale Landschappen aangewezen. Dit zijn gebieden met elk een unieke combinatie van landschapskwaliteiten, zoals de flora en fauna, de bebouwing of het reliëf.

In de zevende aflevering van Nationale Landschappen staat de Drentsche Aa centraal. Dit gebied is genoemd naar het stroomgebied van de Drentsche Aa dat ligt ingeklemd tussen Haren, Beilen en de Hondsrug. Deze beek slingert onder vele namen door het landschap, maar gaat pas in Groningen de Drentsche Aa heten. Nergens in Nederland kronkelt nog een beek zo ongeschonden door het landschap dat door die beek is gevormd, met bossen, essen en heidevelden, waarin verspreid hunebedden en grafheuvels liggen.

De vorm van het landschap is zo mooi behouden omdat de Drentsche Aa vrijwel niet is rechtgetrokken ten behoeve van de landbouw. Het is dan ook één van de meest authentieke landschappen die we in Nederland hebben. Maar de vraag is hoe je het landschap bewerkbaar en leefbaar kunt houden als je zo veel aandacht geeft aan natuur en aan het cultuurhistorische landschap, terwijl de zo beeldbepalende landbouw en de belangrijke economische drager recreatie ook ruimte moet krijgen. Valt dat allemaal wel te combineren? Historisch geograaf Hans Elerie houdt zich al jaren bevlogen met deze vragen bezig.