Debat over levensduurverlening F-16
DEN HAAG, 20090218 -- Angelien Eijsink (PvdA): "Vorige week verscheen het proefschrift 'Hete Hangijzers', over de aanschaf van Nederlandse gevechtsvliegtuigen, geschreven door defensiespecialist Bert Kreemers. Eén van de belangrijkste conclusies uit het proefschrift was dat de Nederlandse F-16's volgens dhr. Kreemers langer mee zouden kunnen dan door Defensie wordt beweerd. Eerder al sprak de Kamer over de mogelijkheid om de levensduur van de F-16 te verlengen, door middel van een 'endlife update'. Vanmiddag debatteer ik hierover met de Staatssecretaris van Defensie. Lees mijn inbreng hieronder."
Gesproken woord geldt
Inbreng Angelien Eijsink (PvdA) voor AO Defensie
woensdag 18 februari 2009
End-life-update F-16
Over de mogelijkheden voor een End-life-update voor de F-16's wil ik het volgende, in min of meer chronologische volgorde, opmerken.
Feit is, dat de toenmalige staatssecretaris Van Voorst tot Voorst de Kamer reeds in 1991 heeft laten weten dat met de Mid Life Update van de F-16 het oorspronkelijke aantal vlieguren weer zou kunnen worden behaald. Dus 8000.
Feit is, dat ook de in opdracht van de Tweede Kamer uitgevoerde studie "A Counter-Expertise Study on the Netherlands F-16 Replacement Programma" van het Royal United Services Institute (RUSI) in maart 2001 tot de volgende conclusie kwam:
( citaat ) "The F-16 was originally expected to have a 8.000 airframe, but the shift to multirole (and therefore heavier weights) led the USAF (US Air Force) to limit airframe hours at 6.000. But subsequently `adding' 2.000 hours, Pacer Amstel should return these frames to their original goal of 8.000 hours." ( einde citaat ).
Met andere woorden, door de uitvoering van het Pacer Amstel programma zouden de Nederlandse F-16's weer geschikt gemaakt worden voor hun originele levensduur van 8.000 vlieguren.
Feit is, dat ik tijdens het Wetgevingsoverleg Materieel op 12 november 2007 reeds verzocht heb om "een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de gevolgen van de huidige levensduurverlenging (Pacer Amstel) en een eventueel nog latere "end life update" voor het moment waarop de huidige F-16 toestellen moeten worden vervangen".
Feit is, dat de Kamer eind mei vorig jaar de motie Eijsink c.s. (nr. 87) heeft aangenomen waarin de regering verzocht is "het onderzoek naar de end-life-update van de F-16 zo op te zetten dat de onafhankelijkheid en transparantie van dit onderzoek gewaarborgd wordt".
Op 18 december jl. hebben wij in eerste instantie van deze staatssecretaris een brief ontvangen over de "Endlife update F-16".
Nieuw in deze brief lijkt de volgende opening (citaat): "Met andere woorden, de F-16 gaat hoe dan ook nog geruime tijd mee, met of zonder endlife update"(einde citaat). M.a.w. ook deze staatssecretaris wil niet meer per definitie een endlife update uitsluiten voor alle voorkomende gevallen. Maar de zo noodzakelijke, feitelijke informatie over de mogelijkheden, met name op te vragen bij de fabrikant, ontbreekt. Veel, minder relevante, informatie wordt wel over ons uitgestrooid. En vooral de vele subjectieven over de vermeende onwenselijkheid van een endlife update moeten camoufleren dat harde, feitelijke informatie ontbreekt over de mogelijkheden van een endlife update. Ook wordt gemeld dat de 87 F-16's naar verwachting in de periode 2015 tot 2021 worden afgestoten, als ze dan gemiddeld, met 175 vlieguren per jaar, tegen de 6.000 vlieguren hebben gemaakt en ongeveer dertig jaar oud zijn.
In antwoord op de vragen van onze commissie over deze brief, liet de staatssecretaris ons vorige week in tweede instantie nog eens weten dat zijn brief slechts informatie bevatte over de "voors en tegens van een endlife update".
Van een onderzoek is geen sprake. Met een simpelweg vermelden dat "de gevraagde informatie niet beschikbaar is omdat er geen bestaand of voorzien ontwikkelingstraject is voor een endlife update van F-16's van Block 15, lijkt de staatssecretaris te willen volstaan. Welke concrete informatie en prijsopgaven heeft hij überhaupt wel bij Lockheed Martin opgevraagd, en hoe is hierop gereageerd? Hoe gaat Lockheed Martin in dit soort zaken om met verzoeken van haar klanten? Of is de leverancier in plaats van de klant hier de "koning"? Te vaak lezen we in de gegeven antwoorden, dat Defensie geen informatie heeft over gevraagde zaken. Wil dat niet zeggen dat Defensie ook geen enkele moeite gedaan heeft om die informatie te achterhalen?
Gisteren kregen we dan in derde instantie de antwoorden op onze vragen over de levensduur van de F-16's n.a.v. het promotieonderzoek "Hete hangijzers" van de heer Bert Kreemers. "Antwoorden" is hier niet de juiste omschrijving, want op onze concrete, feitelijke vraag om een overzicht van de uiteindelijke levensduur van alle Nederlandse F-16's, op basis van het gemiddeld aantal vlieguren over de afgelopen 10 jaar en uitgaande van een levensduur van 6.000 resp. 8.000 uur, hebben we GEEN antwoord gekregen !!!
Wel komt een nieuwe aanname, als gelegenheidsargument, opeens uit de lucht vallen om de conclusies van de promovendus te ondergraven: het aantal nog te verwachte gemiddelde vlieguren per jaar blijkt na 2 maanden opeens bijgesteld te zijn van 175 naar 200! Uit de aldus wel verstrekte, maar niet gevraagde informatie kunnen wij echter nu wel opmaken dat daarmee de noodzaak van een endlife update alsnog eerder in beeld komt, zeker als de beoogde opvolging vertragingen zou ondervinden.
Mijn conclusie kan niet anders zijn, dat deze staatssecretaris, zelfs in 3 instanties, geen bevredigende informatie aan de Kamer verstrekt heeft, die antwoord geeft op het verzoek van mijn fractie van 15 maanden geleden en op de aangenomen kamermotie van 9 maanden geleden om een onafhankelijk en transparant onderzoek naar een "end life update" van de Nederlandse F-16 toestellen. Die informatie acht mijn fractie aan de vooravond van belangrijke besluiten over de opvolging van de F-16's echter nog steeds uitermate relevant en dus gewenst.
Ingezonden persbericht