PERSCOMMUNIQUÉ nr. 16/09
17 februari 2009
Arrest van het Hof van Justitie in zaak C-552/07
Commune de Sausheim / Pierre Azelvandre
HET PUBLIEK HEEFT BIJ DE INTRODUCTIE VAN GGO'S RECHT OP TOEGANG TOT
INFORMATIE
De lidstaten kunnen geen exceptie van openbare orde aanvoeren tegen de
openbaarmaking van de plaats van introductie van genetisch
gemodificeerde organismen
Pierre Azelvandre wenst kennis te nemen van de locatie van de
veldproeven in het kader van de introductie van genetisch
gemodificeerde organismen (GGO's) in zijn gemeente. Op 21 april 2004
heeft hij de burgemeester van Sausheim (Haute-Alsace) verzocht om
mededeling van de officiële bekendmaking, de aanbouwgegevens - aan de
hand waarvan de ligging van het betrokken perceel kan worden bepaald -
en de begeleidende prefectorale briefwisseling met betrekking tot elke
introductie van GGO's die in die gemeente heeft plaatsgevonden. Hij
heeft ook verzocht om de gegevens ter zake van elke nieuwe introductie
die in de gemeente zou plaatsvinden in 2004.
Na het uitblijven van een antwoord op zijn verzoek heeft hij zich
gewend tot de Commission d'accès aux documents administratifs (CADA,
een Frans comité inzake de toegang tot overheidsdocumenten) met een
verzoek om mededeling van die documenten. Dit comité heeft op 24 juni
2004 een advies gegeven ten gunste van de mededeling van de officiële
bekendmaking en de eerste bladzijde van de begeleidende brief van de
prefect. Het heeft echter afwijzend geadviseerd met betrekking tot de
verstrekking van de aanbouwgegevens en het plan dat verduidelijkte
waar de veldproeven hadden plaatsgevonden, op grond dat met deze
mededeling afbreuk zou worden gedaan aan de persoonlijke levenssfeer
en de veiligheid van de betrokken exploitanten.
Na dit advies heeft de burgemeester van Sausheim Azelvandre niet alle
documenten van het dossier meegedeeld. Azelvandre is tegen die
weigering opgekomen bij de Franse bestuursrechters.
De Conseil d'État, die in laatste instantie over het geding uitspraak
moet doen, wenst van het Hof van Justitie te vernemen wat moet worden
verstaan onder de "plaats van introductie" die niet vertrouwelijk mag
blijven in de zin van de richtlijn van 12 maart 2001 inzake de
doelbewuste introductie van GGO's in het milieu 1 , en hoe de
verplichtingen tot verstrekking van informatie aan het publiek op dit
gebied, zoals deze uit het gemeenschapsrecht voortvloeien, moeten
worden uitgelegd. In het bijzonder wordt aan het Hof gevraagd of de
nationale autoriteiten zich tegen de mededeling van de kadastrale
gegevens en van het plan dat verduidelijkt waar de veldproeven hebben
plaatsgevonden, verzetten op grond dat deze afbreuk doet aan de
openbare orde of aan andere wettelijk beschermde belangen.
Plaats van introductie
Uitgaande van het voorzorgsbeginsel en van de risico's voor het milieu
en de volksgezondheid, voorziet de richtlijn in een
transparantieregeling voor de procedure voor de toelating van de
maatregelen inzake de voorbereiding en de uitvoering van de
introducties. Zij heeft niet alleen een regeling inzake de raadpleging
van het publiek en, in voorkomend geval, van bepaalde groeperingen
over een voorgestelde doelbewuste introductie van GGO's vastgesteld,
maar ook een recht op toegang van het publiek tot informatie over een
dergelijke introductie ingevoerd en voorzien in de aanlegging van
openbare registers waarin de locatie van elke introductie van GGO's
moet worden opgetekend.
Zo moet degene die GGO's in het milieu wenst te introduceren,
krachtens de richtlijn de bevoegde nationale autoriteiten daarvan in
kennis stellen. Deze kennisgeving moet een technisch dossier omvatten
met de vereiste informatie, namelijk: 1) de ligging en de omvang van
de introductiegebieden, de beschrijving van het ecosysteem van de
introductiegebieden, waaronder klimaat, flora en fauna, en de afstand
tot officieel erkende biotopen of beschermde gebieden die kunnen
worden beïnvloed, voor genetisch gemodificeerde hogere planten; 2) de
geografische ligging en coördinaten van het (de) introductiegebied(en)
en de beschrijving van doelwit- en niet-doelwitecosystemen die
beïnvloed kunnen worden voor de overige GGO's.
De informatie inzake de geografische locatie van een doelbewuste
introductie van GGO's die in de kennisgeving daarvan moet worden
opgenomen, beantwoordt derhalve aan vereisten om te bepalen wat de
concrete gevolgen van een dergelijke introductie voor het milieu zijn.
De vermeldingen betreffende het introductiegebied moeten dus variëren
naargelang de kenmerken van elke introductie en de eventuele gevolgen
daarvan voor het milieu.
Uit de aldus vastgestelde band tussen de kennisgevingsprocedure en de
toegang tot gegevens over de voorgestelde doelbewuste introductie van
GGO's vloeit voort dat, behoudens de uitzonderingen waarin de
richtlijn voorziet, het geïnteresseerde publiek kan verzoeken om
mededeling van alle informatie die de kennisgever in het kader van de
toelatingsprocedure voor een dergelijke introductie heeft ingediend.
Bijgevolg wordt de "plaats van introductie" bepaald door alle
informatie over de locatie van de introductie die de kennisgever
verstrekt aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat op het
grondgebied waarvan deze introductie zal plaatsvinden in het kader van
de richtlijn.
Recht op toegang van derden tot informatie over de introductie
De richtlijn bepaalt nauwkeurig welke van de verschillende gegevens
die in het kader van de in de richtlijn voorziene procedures van
kennisgeving en uitwisseling van informatie worden meegedeeld,
vertrouwelijk zullen worden behandeld. Zo mag geen vertrouwelijke
informatie openbaar worden gemaakt waarvan krachtens de richtlijn
kennis is gegeven aan of die krachtens de richtlijn is uitgewisseld
met de Commissie en de bevoegde instantie, evenmin als informatie die
een nadelige invloed kan hebben op een concurrentiepositie, en moeten
de intellectuele-eigendomsrechten worden beschermd. Bovendien besluit
de bevoegde instantie na overleg met de kennisgever welke informatie
gelet op de door deze laatste aangevoerde "controleerbare motivering"
vertrouwelijk zal worden behandeld. Derhalve mag de informatie over de
plaats van introductie in geen geval vertrouwelijk blijven. In die
omstandigheden kunnen overwegingen in verband met de bescherming van
de openbare orde en van andere wettelijk beschermde vertrouwelijke
gegevens, als door de verwijzende rechter vermeld, geen redenen vormen
om de toegang te beperken tot de in de richtlijn vermelde gegevens,
waaronder informatie over de plaats van introductie.
1 Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12
maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch
gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van
richtlijn 90/220 (PB L 106, blz. 1).
Deze uitlegging wordt gesteund door het in de richtlijn gestelde
vereiste dat de gegevens betreffende de milieurisicobeoordeling niet
vertrouwelijk mogen blijven. Bovendien kan een lidstaat zich niet
beroepen op een uitzonderingsbepaling in één van de richtlijnen
betreffende de vrije toegang tot milieu-informatie om de toegang te
weigeren tot informatie die zich in het publieke domein zou bevinden.
2
Bijgevolg kan er geen voorbehoud in verband met de bescherming van de
openbare orde of van andere wettelijk beschermde belangen worden
aangevoerd tegen de mededeling van de in de richtlijn vermelde
informatie. Vrees voor binnenlandse moeilijkheden kan geen
rechtvaardiging zijn voor een lidstaat om het gemeenschapsrecht niet
correct toe te passen.
Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie
niet bindt.
Beschikbare talen: CS DE EN ES EL HU IT PL PT SK
De volledige tekst van het arrest is op de dag van de uitspraak te
vinden op de internetpagina van het Hof
http://curia.europa.eu/jurisp/cgi-bin/form.pl?lang=NL&Submit=recherche
r&numaff=C-552/07
vanaf ongeveer 12.00 uur.
Voor nadere informatie wende men zich tot de heer Stefaan Van der
Jeught. Tel: +352 4303 2170 Fax: +352 4303 2988
2 Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28
januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie
en tot intrekking van richtlijn 90/313/EEG van de Raad (PB L 41, blz.
26).
European Union