Academisch Medisch Centrum Universiteit van Amsterdam
Amsterdam, 17 februari 2009
Minder kans op baan na kanker
De werkeloosheid onder volwassenen die kanker hebben gehad is wereldwijd bijna veertig procent hoger dan onder gezonde volwassenen. Dat blijkt uit een literatuurstudie van het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid van het AMC. De onderzoekers publiceren hun bevindingen vandaag in het medisch wetenschappelijk tijdschrift JAMA.
Volwassenen die hersteld zijn van kanker blijven vaak fysieke of psychische hinder van hun ziekte ondervinden. Dat ook hun kansen op de arbeidsmarkt slinken, blijkt uit een meta-analyse van Angela de Boer, psycholoog en universitair docent bij het Coronel Instituut in het AMC. In samenwerking met collega's van het Finse Instituut voor Arbeid en Gezondheid, analyseerde De Boer de resultaten van zesendertig internationale studies - uitgevoerd tussen 1966 en 2008 - met gegevens van in totaal 20 duizend volwassen ex-kankerpatiënten en bijna 160 duizend gezonde volwassenen.
Overlevers van kanker hebben anderhalf keer zo vaak geen baan als hun gezonde leeftijdgenoten, zo leert deze meta-analyse. Verschillen tussen landen onderling of tussen Europa en de Verenigde Staten kon De Boer niet vaststellen. In Nederland krijgen elk jaar ongeveer 14 duizend werknemers de diagnose kanker. Gemiddeld keert zo'n vijfenzestig procent anderhalf jaar na de diagnose en behandeling weer terug naar het eigen werk of heeft een andere baan. Vijfendertig procent slaagt daar niet in en raakt werkeloos.
Leeftijd blijkt op het risico om werkeloos te worden geen noemenswaardige invloed te hebben. Wel maakt het uit welke soort kanker iemand heeft gehad. Wie aan bloed-, prostaat- of testiskanker heeft geleden, loopt geen bovengemiddeld, hoogstens een licht verhoogd risico op werkeloosheid. Patiënten die hersteld zijn van borstkanker of een gynaecologische kanker blijven veel vaker verstoken van een baan en van werkhervatting. Hetzelfde geldt voor patiënten met gastroïntestinale (maag-, darm-, of lever-) kanker.
Volgens de onderzoekster vallen deze verschillen deels te verklaren uit het feit dat die laatste vormen van kanker een blijvend effect hebben op het functioneren zoals vermoeidheid, verminderde concentratie en aandacht. De Boer: 'Kwalitatieve studies laten zien dat het proces van werkhervatting lang niet altijd probleemloos verloopt. Maar ze maken ook duidelijk dat veel ex-patiënten bij de terugkeer naar werk te weinig begeleiding van de artsen krijgen. Een betere ondersteuning, bijvoorbeeld door werkproblemen al tijdens de behandeling te bespreken, kan de werkhervatting zeker positief beïnvloeden. De werkgever moet dan wel zorg dragen voor werkaanpassingen tijdens en na de behandeling.
Ook meer kennis van en begrip voor de late gevolgen van kanker, zoals vermoeidheid en concentratiestoornissen, kunnen volgens De Boer helpen bij een snellere en soepeler reïntegratie. In het AMC start binnenkort een studie naar het effect van een - door een medisch behandelteam uit te voeren - ondersteuningsplan voor terugkeer naar werk, dat het proces mogelijk versnelt.
Het artikel 'Cancer survivors and unemployment: a meta-analysis and meta-regression' verschijnt 18 februari in het medisch vaktijdschrift The Journal of the American Medical Association.
Noot voor de redactie (