VNG: Problemen met Meavita: lessen voor de toekomst

17/02/2009 21:09

VNG

De staatssecretaris van VWS heeft hedenavond een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over de ontwikkelingen rondom Meavita. Meavita is in grote problemen gekomen. Het is nu primair aan de lokale partijen om op de korte termijn te zorgen voor continuïteit van zorg en op de wat langere termijn voor levensvatbare structurele arrangementen voor de uitvoering van de Wmo, JGZ en AMW, waarvoor de gemeenten verantwoordelijk zijn. De zorgkantoren hebben een verantwoordelijkheid voor de AWBZ. De VNG neemt de uitnodiging van de staatssecretaris aan om landelijk met haar, de zorgkantoren en de NZa dit proces verder te volgen.

De VNG, de kleine 60 gemeenten die afnemer zijn van Meavita en VWS hebben de afgelopen periode intensief samengewerkt om de gevolgen van de situatie bij Meavita in beeld te krijgen en daarop de noodzakelijke acties te ondernemen. De VNG wil benadrukken dat de cliënt niet de dupe is geworden van de teloorgang van het concern. Dit is in grote mate te danken aan de inzet en professionaliteit van het uitvoerend personeel van Meavite en hoopt dat een groot deel van het personeel ondanks de huidige turbulente ontwikkelingen voor de sector zorg en ondersteuning behouden kan blijven.

Naast de onverminderde inzet van de gemeenten om tot structurele oplossingen te komen constateert de VNG drie belangrijke tekortkomingen in het systeem van zorg en ondersteuning.


- De kwestie Meavita heeft een onevenwichtigheid blootgelegd in het systeem van zorg en ondersteuning. AWBZ en Wmo zijn beide wetten om met publieke middelen voorzieningen aan kwetsbare burgers te bieden. Maar de AWBZ lijkt wel meer als een publiek goed gezien te worden dan de Wmo. Gemeenten ervoeren dat in 2006 bij het aanbesteden. De zorgkantoren moeten ook aanbesteden, maar toch net iets minder hard. Deze ongelijkheid constateren wij ook in de discussie over de informatiestromen tussen gemeenten en CAK, CIZ en zorgkantoor. Wat in de AWBZ (of voor de Wtcg) mogelijk is, stuit in de Wmo vaak op privacybezwaren. En het werd in de kwestie Meavita wederom duidelijk: in de AWBZ staan vangnetten, noodkredieten en NZa-interventies klaar; maar voor leveranciers van huishoudelijke hulp, JGZ en AMW is niets geregeld. De VNG constateert dat er verschil is in de uitwerking van de beide systemen, die op het eerste oog nadelig voor gemeenten uitpakt.


- De staatssecretaris heeft in het College Sanering Zorginstellingen (CSZ) een instrument dat toeziet op het functioneren van zorginstellingen die werken met publiek geld. Als het slecht gaat met een instelling die een breed takenpakket heeft, dus die werkt voor zowel de zorgverzekeraar (ZVW), het zorgkantoor (AWBZ) als de gemeente (Wmo, JGZ, AMW of andere functies), dan heeft dat óók consequenties voor gemeenten, zoals de Meavita casus laat zien. Het zou logisch moeten zijn dat de betreffende bewindspersoon na ontvangst van een dergelijk CSZ-rapport ook gemeenten dan wel de VNG informeert. Dat is in het geval Meavita niet gebeurd. De VNG wil duidelijkheid waarom dat niet is gebeurd, of daar formele belemmeringen aan ten grondslag liggen en hoe een dergelijke signalering in de toekomst gegarandeerd kan worden.


- Gemeenten hebben niet om marktwerking in de Wmo gevraagd. Het kabinet werd in 2006 niet moe om ons uit te leggen dat het gezien 'Brussel' niet anders kan. Gemeenten zijn ermee aan de slag gegaan. Maar door de situatie bij het Meavita-concern en andere doorgefuseerde zorgconglomeraten, zetten steeds meer gemeenten vraagtekens bij de effectiviteit van de marktwerking in de zorgsector. Aan de dwingende noodzaak uit Brussel verandert dat niets. Maar steeds meer gemeenten zijn wel aan het nadenken of ze de uitvoering van de huishoudelijke hulp niet beter in eigen hand kunnen nemen, hoewel de Wmo bepalingen kent met betrekking tot "uitvoering door derden" en met betrekking tot de keuzevrijheid van de cliënten tussen minimaal twee aanbieders. Wij hebben er behoefte aan om gemeenten duidelijkheid te bieden over de vraag of gemeentelijke uitvoering mag en in welke modaliteiten (bv gemeentelijke Wmo-stichting). Ook is een discussie gewenst over de marktwerking in de zorg en de effecten daarvan.

De VNG heeft vanavond in een brief aan de Tweede Kamer deze punten en de gang van zaken rondom Meavita beschreven. Deze brief is morgen ook te vinden op www.vng.nl