Openbaar Ministerie


* >Reactie op persbericht Deken aangaande advocaat Van der Bie...

Reactie op persbericht Deken aangaande advocaat Van der Biezen

17 februari 2009 - Arrondissementsparket Den Bosch

Het Openbaar Ministerie in 's-Hertogenbosch heeft op goede gronden kunnen oordelen dat advocaat Van der Biezen als verdachte kon worden aangemerkt.

Uit het strafrechtelijk onderzoek, onder meer uit afgeluisterde telefoongesprekken tussen Van der Biezen en zijn cliënt R. de V., is gebleken dat Van der Biezen zich mogelijkerwijs bezighield met helingshandelingen ten aanzien van gestolen schilderijen uit het Frans Hals Museum.

In juni 2008 heeft overleg plaatsgevonden tussen het OM en de toenmalige Deken van de Orde van Advocaten over de vraag of de opgenomen telefoongesprekken tussen Van der Biezen en zijn cliënt R. de V. aan het strafdossier konden worden toegevoegd. De Deken kwam toen tot het oordeel dat de activiteiten zoals die door de advocaat werden ontplooid, blijkende uit de opgenomen telefoongesprekken, niet aan te merken zijn als advocaatwerkzaamheden en dat het verschoningsrecht op die gesprekken niet van toepassing was. Hierop konden deze telefoongesprekken - na machtiging van de rechter-commissaris - aan het strafdossier worden toegevoegd.

Omdat het OM van oordeel was dat Van der Biezen als verdachte kon worden aangemerkt, heeft de officier van justitie - na de aanhouding van de drie verdachten R. van M., J. van M. en R. de V. op 13 september 2008 - een bevel artikel 50 Wetboek van Strafvordering uitgevaardigd tegen advocaat Van der Biezen en enkele van zijn kantoorgenoten. Dit bevel hield in dat hen de toegang tot hun cliënten werd geweigerd in verband met het mogelijkerwijs belemmeren van de waarheidsvinding in het lopende opsporingonderzoek. De rechtbank heeft dit bevel op meerdere momenten in september 2008 getoetst, en steeds geoordeeld dat er sprake was van een ernstig vermoeden, waaruit naar het oordeel van de rechtbank voortvloeide dat het onderzoek mogelijkerwijs zou worden belemmerd indien Van der Biezen en zijn kantoorgenoten toegang tot de drie verdachten zouden krijgen.

De stelling dat een undercoveragent heeft geprobeerd advocaat Van der Biezen in de val te lokken is apert onjuist. Het initiatief om op het kantoor van Van der Biezen - in bijzijn van de undercoveragent - geld aan Van der Biezen te overhandigen, lag uitsluitend bij verdachte R. de V. en dus niet bij de undercover-agent.

Zoals reeds in een eerder persbericht vermeld, heeft het Openbaar Ministerie na het ontstaan van de verdenking tegen Van der Biezen nader onderzoek gedaan naar belastende en ontlastende gegevens, en heeft dit tot de conclusie geleid dat de verdenking die was gerezen thans niet meer aanwezig is.