Kamerbrief inzake interim-rapporten van de Europese Commissie inzake het Coöperatie en Verificatie Mechanisme voor Roemenië en Bulgarije
17-02-2009
Geachte Voorzitter,
Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken en de
minister van Justitie, de op 12 februari verschenen interim-rapporten van de
Europese Commissie betreffende de voortgang van Bulgarije en Roemenië onder het
Coöperatie en Verificatie Mechanisme (CVM) aan. De door de Commissie
gepresenteerde rapporten geven een overzicht van de feitelijke ontwikkelingen
van het afgelopen jaar in beide landen. De rapporten bevatten geen beoordeling
van die ontwikkelingen, noch concrete conclusies en aanbevelingen. De Commissie
geeft in de rapporten in zeer algemene zin aan op welke gebieden beide landen
zich zouden moeten richten in de komende periode. In de zomer zal de Commissie
een uitvoeriger rapportage publiceren die wel zal worden voorzien van conclusies
en aanbevelingen.
Uit eigen waarnemingen, alsook uit de rapporten van de Commissie, blijkt dat
Bulgarije en Roemenië ook in de afgelopen zes maanden op onderdelen van het CVM
vooruitgang hebben geboekt. Het kabinet waardeert deze inspanningen en
verwelkomt deze stappen in de juiste richting. In dit kader wil het kabinet ook
haar waardering uitspreken voor de rol van de Commissie.
Ondanks de door Bulgarije en Roemenië genomen initiatieven blijft naar mening
van het kabinet de concrete vooruitgang op enkele essentiële punten achter. Het
traject dat ten aanzien van de ijkpunten is ingezet, heeft nog niet op alle
onderdelen geleid tot systematische en onomkeerbare veranderingen. Ook de
Commissie stelt dat op verschillende terreinen ofwel nog moet blijken dat de
genomen maatregelen het gewenste effect sorteren, ofwel dat nog nadere
maatregelen afgekondigd en geïmplementeerd moeten worden. Soms signaleert de
Commissie zelfs enige achteruitgang. Het kabinet onderschrijft de bevindingen
van de Commissie ten aanzien van beide landen.
Onderstaand volgt per land een korte appreciatie.
Bulgarije
In vergelijking met de resultaten waarover de Commissie op 23 juli 2008
rapporteerde, heeft Bulgarije de afgelopen maanden een aantal concrete stappen
gezet om te kunnen voldoen aan de binnen het CVM gestelde ijkpunten. Zo toont
het Inspectoraat van het Supreme Judicial Council (SJC) steeds meer
initiatief en bouwt het geleidelijk aan een track record op dat de basis legt
voor meer professionaliteit, transparantie en efficiëntie in de rechtsgang. In
de praktijk moet echter blijken welke concrete resultaten hiermee behaald kunnen
worden.
Ook in de strijd tegen corruptie zijn verschillende initiatieven ontplooid
die moeten voorzien in meer publieke controle op het beheer van staatseigendom,
financiering van politieke partijen en publieke aanbestedingen. Wederom moet ook
hier de praktijk nog uitwijzen of aan de door de Commissie gestelde ijkpunten
voldaan kan worden. Vooralsnog zijn er te weinig gerechtelijke uitspraken in
corruptiezaken. Ter bestrijding van de georganiseerde misdaad en zware
criminaliteit is de samenwerking tussen de betrokken instanties verbeterd. Het
gevolg is dat er meer aanhoudingen zijn verricht en meer personen in staat van
beschuldiging zijn gesteld in de afgelopen zes maanden. Desalniettemin is ook
hier sprake van het uitblijven van veroordelingen en is er nog ruimte voor
optimalisering van de wetten en regelgeving.
Roemenië
Roemenië heeft moeite het tempo van de justitiële hervormingen te handhaven.
De nieuwe wetboeken van burgerlijk en straf(proces)recht zijn nog niet door het
Parlement aangenomen en het is nog onduidelijk wanneer en op welke manier dat
zal gaan gebeuren. De kwaliteit en capaciteit van het gerechtelijk systeem zijn
nog onder de maat.
Het Integriteitagentschap, dat moet toezien op het voorkomen dan wel
bestraffen van belangenconflicten, is operationeel zij het nog niiet volledig -
maar de onafhankelijkheid van dit agentschap lijkt onvoldoende gewaarborgd, mede
vanwege ontoereikend budget. Er is voortgang gemaakt, met name op institutioneel
vlak, met de bestrijding van corruptie op hoog niveau en binnen de lokale
overheid. Het Nationale Anti Corruptie Directoraat lijkt goed te functioneren,
maar er is nog te zeer sprake van politiseren van sommige zaken. In combinatie
met een onduidelijke en soms zelfs conflicterende wetgeving evenals hoge
(werk)druk bij de rechterlijk macht, leidt dit nog in onvoldoende mate tot
veroordelingen en substantiële straffen.
Appreciatie door de Raad
In de in september 2008 aangenomen Raadsverklaringen stelt de Raad, mede
dankzij Nederlandse inzet, dat het CVM zal blijven voortbestaan tot het moment
waarop afdoende resultaten in beide landen waarneembaar zijn. Gezien het feit
dat ondanks positieve inspanningen door beide landen door de Commissie ook
duidelijk nog punten worden gesignaleerd waar geen of niet voldoende actie is
ondernomen, zal het CVM voor beide landen onverkort moeten blijven gelden. Het
kabinet zet zich daarom in om te voorkomen dat een einddatum wordt genoemd voor
het CVM in de door EU-voorzitter Tsjechië voor te stellen Raadsconclusies.
In bilaterale gesprekken met de Bulgaarse staatssecretaris voor Europese
Zaken Grancharova op 16 november 2008 en met de Roemeense Minister van Justitie
Catalin Predoiu op 10 februari jl. heb ik, evenals de minister van Justitie
Hirsch Ballin, wederom gewezen op het feit dat de ontwikkelingen niet positief
stemmen en dat substantiële vorderingen op korte termijn noodzakelijk zijn. Er
zijn hoopgevende inspanningen die zich echter nog onvoldoende vertalen in
tastbare resultaten. De druk moet daarom hoog blijven om daadwerkelijk verschil
te maken. Verder is in die gesprekken de bereidheid uitgesproken om de bestaande
bilaterale samenwerking met Bulgarije en Roemenië voort te zetten om voornoemde
landen bij te staan in hun inspanningen om aan de CVM-vereisten te voldoen.
De Staatsecretaris voor Europese Zaken,
Frans Timmermans