Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
logoocw
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk
17 februari 2009 DCE/09/102225 3 februari 2009 2009Z01663/
2080911610
Onderwerp
Kamervragen van het kamerlid Van Leeuwen over
een prioriteitenlijst cultureel erfgoed bij rampen
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Van Leeuwen (SP) aan de minister van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over een prioriteitenlijst cultureel erfgoed bij rampen.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
1. Wat is uw oordeel over het feit dat het Nederlands Instituut voor Fysieke Veiligheid (NIFV)
adviseert dat musea een prioriteitenlijst moeten opstellen van cultureel erfgoed, dat in
geval van een ramp of calamiteit gered zou moeten worden?1
Ik onderschrijf het standpunt van het NIFV dat een prioriteitenlijst belangrijk is, maar wijs er
tegelijkertijd op dat het slechts een onderdeel is van de omgang met risico's voor cultureel
erfgoed.
In de beleidsbrief `Veiligheid voor Collecties' (Tweede Kamer, vergaderjaar 2004-2005, 29314,
nr.12) heb ik in 2005 een aantal maatregelen aangekondigd om de structurele bescherming
van cultureel erfgoed te verbeteren. Onder andere ontvangen alle rijksgesubsidieerde musea
sinds 2005 subsidie voor het wegwerken van veiligheidsachterstanden en voor het opstellen
van een integraal veiligheidsplan. Hierin komen in onderlinge samenhang alle
organisatorische, bouwkundige en elektronische maatregelen ter bescherming van publiek en
personeel, en van gebouwen en collecties aan de orde. Een calamiteitenplan en een
ontruimingsplan (met een prioriteitenlijst voor de collecties) maken onderdeel uit van een
integraal veiligheidsplan.
2. Kunt u een overzicht geven welke musea een rampenplan hebben vastgesteld waarin staat
welke museumstukken het eerst gered dienen te worden bij een ramp?
Alle rijksgesubsidieerde musea beschikken over een calamiteitenplan. Zij zijn zelf
verantwoordelijkheid voor het treffen van de noodzakelijke behoud- en beheersmaatregelen,
ook wat betreft de prioritering bij collectiehulp. Het opstellen van veiligheidsplannen is
overigens altijd maatwerk, gegeven de verschillen tussen de musea in collectie, organisatie,
gebouw(en), locatie of publiek.
Met mijn brief `Veiligheid voor Collecties' heb ik gelden beschikbaar gesteld voor de
professionalisering van veiligheidszorg voor cultureel erfgoed. Niet-rijksinstellingen met
erfgoedcollecties kunnen bij de Mondriaanstichting subsidie krijgen voor het opstellen van een
risicoanalyse en deelname aan regionale/lokale netwerken gericht op veiligheidszorg. Deze
netwerkaanpak maakt het mogelijk dat erfgoedinstellingen onderling kennis en ervaringen
uitwisselen over diverse veiligheidsthema's.
3. Kunt u aangeven welke musea die reeds een prioriteitenlijst hebben vastgesteld, deze
mede hebben gebaseerd op resultaten van een rampensimulatie?
Een goede beveiliging vraagt om een voortdurend bewustzijn van de veiligheidsrisico's. Het
houden van periodieke rampensimulaties in samenwerking met de brandweer draagt hier in
1 Het Parool, 22 januari 2009: "Musea moeten een rampenplan maken"
belangrijke mate aan bij. Het hebben van een actueel integraal veiligheidsplan - dat voorziet in
een calamiteitenplan, periodieke oefeningen en daarbij eventuele prioriteringen in de
collectiehulp - is een subsidievoorwaarde voor de rijksmusea. Alle rijksmusea beschikken over
een integraal veiligheidsplan, het risicobeheer dat de musea voeren wordt periodiek
geïnspecteerd door de Erfgoedinspectie.
4. Kunt u tevens aangeven welke musea (nog) niet beschikken over een rampenplan en/of
prioriteitenlijst?
Zie antwoorden vraag 2 en 3
5. Bent u bereid musea te stimuleren en te verwijzen naar gespecialiseerde instellingen die
kunnen helpen bij het komen tot of het aanpassen van (bestaande) rampenplannen en deze
te actualiseren?
Naar aanleiding van mijn veiligheidsbrief uit 2005 heb ik het Kenniscentrum Veiligheid
Cultureel Erfgoed (KVCE) opgericht, waar de Database incidentenregistratie cultureel erfgoed
(DICE) is ondergebracht. Ik wijs daarnaast opnieuw op de stimuleringsregeling bij de
Mondriaanstichting. Het KVCE, de Mondriaanstichting, maar ook het Instituut Collectie
Nederland, de Erfgoedhuizen en de sectie Veiligheidszorg en facility management van de
Nederlandse Museumvereniging kunnen een helpende hand bieden bij de totstandkoming en
actualisering van integrale veiligheidsplannen.
6. Op welke wijze hebben musea vastgelegd of en waar er een geschikte en toegankelijke
verzamelplaats voor museumstukken is vastgesteld in een rampenplan? Op welke wijze is
het ministerie hierover geïnformeerd?
De rijksgesubsidieerde musea hebben de keuze van een verzamelplaats vastgelegd in de
integrale veiligheidsplannen. De musea hebben een eigen verantwoordelijkheid voor het
risicomanagement. Zoals gezegd wordt het risicobeheer getoetst door de Erfgoedinspectie, het
ministerie hoeft niet over de volledige inhoud van de veiligheidsplannen geïnformeerd te
worden.
7. Is naar uw mening de evacuatie van cultureel erfgoed bij calamiteiten een witte plek in de
aandacht voor nationaal erfgoed? Zo nee, waarom niet?
Nee, naar mijn mening is de evacuatie van erfgoed of veiligheidszorg voor erfgoed in het
algemeen - geen witte plek. Het besef in de erfgoedwereld van het belang van risicobeheer is
de afgelopen jaren sterk toegenomen, mede naar aanleiding van de in mijn beleidsbrief
aangekondigde maatregelen.
8. Bent u bereid de Erfgoedinspectie opdracht te geven naast hun reguliere inspecties tevens
te bezien of de zorg voor het cultureel erfgoed bij een brand of overstroming optimaal is
vastgelegd in de veiligheidsplannen? Kunt u uw antwoord toelichten?
De Erfgoedinspectie inspecteert reeds het risicobeheer van de rijksmusea.