nummer14 / Ede, 16 februari 2009
Gemeente Ede stelt beleid over permanente bewoning van
recreatiewoningen definitief vast.
De gemeente Ede blijft onverminderd optreden tegen permanente bewoning
van recreatiewoningen. In november 2008 namen burgemeester en
wethouders daarover een voorlopig besluit. De minister van VROM
verzocht toen alle gemeenten om een duidelijke beleidskeuze te maken.
Na advies van de Raadscommissie Ruimtelijke Ontwikkeling besloot het
college het beleid definitief vast te stellen.
Permanente bewoning is een landelijk voorkomend verschijnsel. De
gemeente Ede staat dat aantoonbaar niet meer toe sinds 1 januari 1997.
Via bestemmingsplannen en handhavingsbeleid bestrijdt de gemeente de
overtredingen. Handhaving van permanente bewoning is praktisch en
juridisch echter lastig. De handhavingsbesluiten worden regelmatig bij
de rechter aangevochten, maar tot op heden heeft de Edese aanpak stand
gehouden.
Het opnieuw vastgestelde beleid is van toepassing op permanente
bewoning in de natuurgebieden, inclusief het Horapark. Het kent echter
een belangrijke nuancering op het gebied van permanente bewoning. Dit
betreft bewoners van recreatiewoningen die kunnen aantonen dat ze al
op of vóór 1 januari 1997 in de genoemde gebieden permanent wonen en
dat nog steeds onafgebroken doen. Zij kunnen een verzoek om een
persoonsgebonden gedoogbeschikking aanvragen.
De afgifte van zo'n persoonsgebonden gedoogbeschikking maakt het
gebruik als woning niet legaal. Het betekent alleen dat de gemeente
niet meer actief tegen de huidige bewoners optreedt en zij er dus
mogen wonen. Het doel van de beschikking is dat het object op termijn
zijn recreatieve functie terugkrijgt. Het persoonsgebonden karakter
ervan voorkomt dat de volgende bewoner de permanente bewoning
voortzet.
---
Gemeente Ede