Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep van Rene van den B
De verdachte, René van den B., is op 20 juli 2007 door het hof
Amsterdam tot vijf jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens oplichting,
bedrieglijke bankbreuk, valsheid in geschrifte, overtreding van art.
82 van de Wet toezicht kredietwezen 1992 en medeplegen van witwassen
(zie rechtspraak.nl, LJN BB0037). Het ging onder meer om een
beleggingscarrousel, een vorm van een piramidespel, waarbij
beleggingen worden aangeboden met een extreem hoog rendement en de
uitbetaalde gelden worden gefinancierd uit de inleg van nieuwe
deelnemers.
Tegen deze uitspraak heeft de verdachte cassatie ingesteld bij de Hoge
Raad. De raadsman van de verdachte in cassatie is mr. C.F. Korvinus,
advocaat in Amsterdam.
De advocaat-generaal mr. G. Knigge heeft op 16 december 2008 in zijn
conclusie de Hoge Raad geadviseerd de door de verdachte naar voren
gebrachte klachten te verwerpen en de straf te verminderen vanwege de
overschrijding van de redelijke termijn van behandeling van de zaak.
De uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad heeft op 17 februari 2009 het cassatieberoep van de
verdachte verworpen. De in zeer algemene termen geformuleerde klacht
over het bewijs van oplichting heeft de Hoge Raad met een verkorte
motivering verworpen (toepassing van artikel 81 Wet op de rechterlijke
organisatie).
De onredelijk lange duur van de procedure in cassatie brengt mee dat
de straf door de Hoge Raad wordt verminderd.
Gevolg van deze uitspraak
De veroordeling van de verdachte is definitief geworden. De opgelegde
gevangenisstraf is verminderd van vijf jaren tot vier jaren en negen
maanden.
Dit is een samenvatting van de uitspraak van de Hoge Raad van 17
februari 2009. Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige
uitspraak is laatstgenoemde bindend.
Den Haag, 17 februari 2009
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel 070-3611236
LJ Nummer
BG7749
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 17 februari 2009 Naar boven
Gerechtelijke organisatie