Universiteit Maastricht
Persbericht
11 februari 2009
EMBARGO TOT VRIJDAG 13 FEBRUARI 2009, 16.30 UUR

Oratie over de rol van het recht in klimaatbescherming
"Klimaatrecht is punt van zorg"

In haar inaugurele rede 'Met recht naar klimaatbescherming' gaat prof. dr. Marjan Peeters in op de vormgeving van overheidsinterventies ter beperking van broeikasgassen. Met name de vernieuwing van het Europese broeikasgasemissiehandelssysteem roept volgens haar nog veel vragen op. "Vaak lijkt het dat de bestuurders de wijsheid in pacht hebben waar wetenschappers nog vragen stellen. De mede door de mens veroorzaakte klimaatverandering maakt overheidsinventies noodzakelijk, maar onderzoek naar de verbetering van deze interventies blijft nodig. De kunst zal zijn om met het recht benodigde gedragsaanpassingen te realiseren, maar ook om belangrijke innovaties te faciliteren en te stimuleren", zo besluit ze haar rede die ze vrijdag 13 februari zal uitspreken. Daarmee aanvaardt prof. Peeters officieel de bijzondere leerstoel Milieubeleid en recht, in het bijzonder inzake klimaatverandering aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Maastricht.

Kenmerkend aan het klimaatbeleid is dat een grote rol wordt gegeven aan een marktconform sturingsinstrumentarium. Dit betreft met name het in theorie veelbelovende instrument van de verhandelbare emissierechten, waarbij zelfs zou kunnen worden toegegroeid naar een allesomvattende koolstofmarkt. De kritische kanttekeningen die ze hierbij plaatst en die nader (wetenschappelijk) onderzoek vereisen, zijn vragen als is deze interventie krachtig genoeg, vindt er een eerlijke verdeling van de lasten plaats, hoe verhoudt dit instrument zich tot een integrale aanpak van de milieuproblematiek en hoe zit het met de handhaving van het systeem. De veiling van rechten roept nog veel vragen op en ook is er nog onvoldoende nagedacht over de rol die de private controleurs zouden moeten hebben in de naleving van publieke (klimaat)normen.

Peeters gaat verder in op de verschillende onzekerheden in het klimaatbeleid, en pleit er voor om lange termijn reductiedoelstellingen niet definitief in bindende vorm vast te stellen, maar van tijd tot tijd te herijken aan de hand van dan geldende inzichten. Verder vraagt zij aandacht voor het per capita criterium ('elke wereldburger evenveel recht op uitstoot') als richtsnoer voor internationale klimaatafspraken. Het feit dat op internationaal niveau moeilijk een eensluidende afspraak kan worden gemaakt tussen ruim 190 landen, maakt het noodzakelijk pragmatische alternatieven te zoeken om tot een eensgezinde internationale aanpak te komen.