NOS, Methet oog op morgen, Radio 1
Radio / TV-interview | 13-02-2009
Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse
ministerraad, over de economische crisis en de ministersalarissen
VULLINGS:
Een week geleden, op uw vrijdagse persconferentie, legde u geduldig
uit dat geen enkele maatregel uitgesloten wordt bij de bestrijding van
de economische crisis, om vervolgens de dag erna te laten weten: de
hypotheekrenteaftrek blijft ongemoeid. Waarom doet u dat?
BALKENENDE:
U begint er ook weer over. Nou, het is zo: ik heb vorige week toen in
algemene zin gezegd dat nu we in een tijd zitten met economische
moeilijkheden als kabinet hebben we met allerlei mogelijkheden
rekening te houden en voor de rest doe ik geen enkele uitspraak. Ik
heb toen zelfs bij de persconferentie nog eens gezegd: ik sluit niet
uit, (onverstaanbaar), en daar gaat u dan weer mee aan de haal. Toen
merkte ik opeens dat De Volkskrant een geweldig nummer ging maken van
de hypotheekrenteaftrek. En je kunt niet op deze manier even zeggen
'de premier gaat de hypotheekrenteaftrek aan de orde stellen.' Dat
doet geen recht aan wat ik had gezegd bij de persconferentie. Ik heb
juist helemaal niet gesproken over maatregelen. Ga me dan geen woorden
in de mond leggen. Dat is de reden voor mij geweest om zaterdag te
zeggen: dat spelletje voel ik niks voor. Dan zeg ik: dat moeten we
gewoon niet doen. De argumentatie van mij was natuurlijk: in deze tijd
van economische onzekerheid - onzekerheid van mensen- moet je geen
stappen zetten die de onzekerheid vergroot. Dat is de achtergrond
daarvan.
VULLINGS:
Het is maar De Volkskrant. Dat is één krant in Nederland. U voelt zich
dan toch geroepen om het gelijk tegen te spreken?
BALKENENDE:
Ik hou er niet van wanneer ik vrijdag nadrukkelijk zeg dat ik niet
over afzonderlijke maatregelen ga spreken, dat dan ineens weer het
spel wordt gespeeld van 'we zullen er eens even één ding uit gaan
lichten.' Dat vond ik niet fair. Dat doet geen recht aan de
persconferentie.
VULLINGS:
Sprak u toen als premier of als CDA-leider?
BALKENENDE:
We hebben natuurlijk vanuit het kabinet destijds de keuze gemaakt om
niet te tornen aan de hypotheekrenteaftrek. In die zin was het een
consistent standpunt.
VULLINGS:
Toch leidde het tot irritaties bij uw collega's.
BALKENENDE:
Ja, maar goed, ik heb er niet zoveel behoefte aan om daar op in te
gaan. We hebben donderdag hierover met elkaar gesproken. Dat was heel
goed. We hebben alle ontwikkelingen de revue laten passeren. Dat was
ook even complex, want ik was natuurlijk afgelopen week in
Afghanistan. Je bent ook op grote afstand. Nou, daar hebben we
donderdag met elkaar over gesproken, dus ik heb niet zo'n behoefte om
daar op terug te kijken. We hebben tegen elkaar gezegd: we kijken nu
vooruit.
VULLINGS:
U kijkt dan vooruit. Is ook nadrukkelijk de afspraak gemaakt: we gaan
moeilijke weken in en laten we het maar niet via de media gaan spelen?
BALKENENDE:
Je hebt elkaar gewoon nodig in deze tijden. Dat heb je altijd in een
kabinet, maar zeker bij complexe besluitvormingsprocessen. En dat is
natuurlijk wat de komende weken gaat gebeuren. Dat kan je beter maar
elkaar in de ogen kijken en niet te veel via de media opereren.
VULLINGS:
De spreekwoordelijk neuzen staan weer in dezelfde richting?
BALKENENDE:
Zo is het maar net.
VULLINGS:
Goed, laten we dan maar vooruit gaan kijken. Volgende week komt het
CPB met de voorspelling over de toestand van de Nederlandse economie.
Vreest u het ergste?
BALKENENDE:
Nou, ik denk dat we een somber verhaal krijgen. Ik weet niet wat de
cijfers zullen zijn, maar één ding weet ik wel: we hebben natuurlijk
nog in november cijfers van het CPB gehad en alles wat daarna is
gekomen aan cijfers -internationaal, IMF, OESO- wijst allemaal in
somberder richting. Dat gaat ook gebeuren- verwacht ik- met de cijfers
van het CPB.
VULLINGS:
Heeft u al voortekenen gehad, bijvoorbeeld vanuit het ministerie van
Financiën of de DNB?
BALKENENDE:
Nee, niemand weet het.
VULLINGS:
Ja, dat is echt een raadsel voor u?
BALKENENDE:
Ja, ik weet niet wat het CPB zal gaan doen. Het is zo dat wij komende
dinsdag in klein verband zullen spreken over de cijfers als het bekend
is gemaakt. Nou, dan zullen we zien hoe het beeld is. Maar ik heb geen
inzicht in wat er nu gaat gebeuren, maar er is niet veel fantasie
nodig om te weten dat het geen vrolijk verhaal zal worden.
VULLINGS:
Maar er is wel duidelijk dat de crisis een gat in de begroting zal
slaan. Afgesproken is in het regeerakkoord dat het tekort niet verder
mag oplopen dan 2%. Als het kabinet vasthoudt aan die spelregels moet
er ongeveer 20 miljard bezuinigd gaan worden. Ik kan me niet
voorstellen dat u en het kabinet dat gaat doen.
BALKENENDE:
Ik ga helemaal niet in op de vraag wat er precies gaat gebeuren, want
waar we nu over spreken is het samenspel van vragen waar we de komende
tijd mee zitten. Dat zijn vragen op het gebied van hoe we aankijken
tegen de ontwikkeling van het financieringstekort, terwijl je liever
een overschot hebt; hoe kijk je aan tegen de ontwikkeling van de
staatsschuld; tegen hervormingen, maatregelen die de economische
structuur versterken? Hoe kijk je aan tegen ombuigen en
intensiveringen? Al die vragen komen de komende periode aan de orde.
Dus ga ik nu ook niet speculeren over de vraag wat er zou moeten
gebeuren.
VULLINGS:
Nee, maar als er over bedragen wordt gesproken als 20 miljard is het
bijna gel om nog vol te houden dat die 2%, daar blijven we aan
vasthouden.
BALKENENDE:
Ik ga daar verder nu niet op in.
VULLINGS:
Nee, ik merk het. U heeft er geen zin in.
BALKENENDE:
Nee, omdat ik het echt noodzakelijk vind om deze zaken met het kabinet
te bespreken. Het zijn natuurlijk ingewikkelde zaken. Want waar we nu
tegenop lopen is natuurlijk heel anders dan wat we nog in september
aan de orde hadden, toen bij Prinsjesdag en de Algemene Politieke
Beschouwingen. Het beeld is totaal anders geworden. Dat vergt van het
kabinet wel wat stuurmanskunst om alle zaken goed in ogenschuw te
nemen. Nou, daar zijn we nog mee bezig.
VULLINGS:
Worden de komende weken wellicht de meest spannende weken van uw
carrière? Of de grootste uitdaging?
BALKENENDE:
Ach, in mijn carrière...ik moet zeggen dat toen ik in 2002 premier
werd, toen hadden we ook te maken met een inzakkende economie. Ik weet
ook nog heel goed in het jaar 2003, toen hebben we ook te maken gehad
met miljardenombuigingen. We hebben toen te maken gehad met allerlei
hervormingen die nodig waren, ook maatschappelijke weerstand. Dus dat
was ook geen eenvoudige tijd, laten we eerlijk zijn.
VULLINGS:
Maar dit is toch wat anders?
BALKENENDE:
Maar ik geef aan dat ook in die tijd moeilijke maatregelen genomen
moesten worden. Dat geldt nu evenzeer. We hebben te maken met een
economische ontwikkeling die zo scherp ineens negatief wordt, dat
geeft wel een nieuwe kleur aan het geheel. Wat dat betreft worden het
wel spannende weken.
VULLINGS:
U heeft in ieder geval besloten uw eigen salaris niet te verhogen en
dat van uw collega-ministers. Dat is heel nobel van u, maar zoveel
verdient u toch helemaal niet?
BALKENENDE:
Wanneer we spreken over de ministersalarissen, dan is er iets heel
geks gebeurd. Als je een vergelijking maakt met het bedrijfsleven, die
zitten sky-high in ten opzichte van de ministersalarissen. Er zijn
heel veel topambtenaren die meer verdienen dan de minister en in de
semipublieke sector - woningcorporaties, ziekenhuizen, universiteiten-
zijn slarissen ook veel hoger.
VULLINGS:
Dus u doet misschien heel bescheiden terwijl dat helemaal niet nodig
is?
BALKENENDE:
De commissie-Dijkstal heeft ook aangegeven dat er alle reden was om de
ministersalarissen te verhogen met 30%. Sterker nog, wat ook gebeurd
is toen ik in 2002 premier was, op dat moment mochten de ambtenaren
10% meer gaan verdienen. Waarom? Omdat ze fictief van 36 uur naar 40
uur gingen wat betreft de werkweek. Nou, had ik maar een werkweek van
36 uur! Maar goed, daar gaat het niet om. Toen is destijds gezegd dat
de economie niet goed gaat, we gaan die 10% er niet bij plussen. Toen
is wel gezegd: de commissie-Dijkstal brengt nu die
inkomensontwikkeling in kaart, maakt een vergelijking nationaal een
internationaal en doet een aanbeveling dat de slarissen van ministers
behoorlijk omhoog moet. Dat zou terecht zijn. Ik heb zelf nu ook een
voorstel gedaan met de vicepremiers en voorzitters van de
coalitiefracties om te zeggen: in deze tijd waarin je zulke moeilijke
maatregelen moet nemen, waarin je tegen mensen moet zeggen dat er echt
reden is voor een pas op de plaats, dan kun je zo'n maatregel
eigenlijk niet nemen. Terwijl er wel alle aanleiding toe is.
VULLINGS:
U heet trouwens ook helemaal geen tijd om het geld uit te geven.
BALKENENDE:
Daar gaat het niet om. Maar ik vind inderdaad wel grappig die fictie
van die 36 of 40 uur. Dat blijft wel een mooie.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, TO)
Ministerie van Algemene Zaken