Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk 13 februari 2009 DCE/97440 7 januari 2009 2080909080

Onderwerp Bijlage(n) Vragen over het Lijnbaanensemble 1

Hierbij zend ik u, mede namens de minister voor Wonen, Wijken en Integratie, de antwoorden op de vragen van de leden Van Vroonhoven-Kok, Vietsch en Van Bochove over de voorgenomen plannen en aanwijzing tot monument van het Lijnbaanensemble te Rotterdam.

De vragen zijn mij toegezonden met uw brief van 7 januari 2009, kenmerk 2080909080.

de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl




blad 2/5

Vragen van de leden Van Vroonhoven-Kok, Vietsch en Van Bochove (allen CDA) aan de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Wonen, Wijken en Integratie over het "Lijnbaanensemble". (Ingezonden 7 januari 2009)


1
Is het u bekend dat op het "Lijnbaanensemble" in Rotterdam een voorbescherming rust? Wat vindt u, in het licht van een aanvraag voor de monumentenstatus, van de kennelijk bestaande plannen om een deel van het "Lijnbaanensemble" te slopen?

Antwoord
Ja dat is mij bekend. Ik heb het Lijnbaanensemble immers zelf als een van de top-100 monumenten uit de wederopbouwperiode 1940-1958 voorgedragen en in procedure laten brengen. Ik ben van mening dat er in de monumentenzorg vanuit een open, doch kritische houding gekeken moet worden naar een veranderingsvraag. Een wettelijk beschermde status maakt het niet op voorhand onmogelijk om wijzigingen aan te brengen of bouw- of sloopplannen te ontwikkelen met betrekking tot een rijksmonument. De bescherming moet wel leiden tot een zorgvuldige belangenafweging waarbij het algemene monumentenbelang een fors gewicht in de schaal legt. Daarom zijn eventuele veranderingen gebonden aan een vergunningsprocedure.

Ik ben met de gemeente Rotterdam in overleg om te onderzoeken hoe de cultuurhistorische waarden van het Lijnbaanensemble het beste kunnen worden gewaarborgd en tegelijkertijd bestaande stedenbouwkundige knelpunten in de binnenstad door middel van een nieuwe ingreep kunnen worden aangepakt. Ik heb daarvoor ook advies gevraagd aan het Atelier van de Rijksbouwmeester. De afhandeling van de feitelijke aanvraag voor monumentenvergunning, die overigens nog niet aan de orde is, is primair een zaak van de gemeente.


2
Op welk moment kan een definitieve beslissing tot het onder monumentenzorg brengen van het Lijnbaancomplex worden verwacht? Welke gebouwen vallen precies onder het complex en wat betekent dit voor het "Lijnbaanensemble", inclusief de Lijnbaanhoven?

Antwoord
Het aanwijzingsvoorstel is op dit moment in voorbereiding. De adviezen van de Raad voor Cultuur en van de gemeente Rotterdam zijn ontvangen. Ik verwacht medio 2009 te besluiten over het al dan niet aanwijzen van het Lijnbaanensemble tot rijksmonument.

De volgende onderdelen vallen onder het complex:

- de winkelpromenade van De Lijnbaan zelf vanaf de Oldebarneveldtplaats tot aan de Kruiskade
- de Korte Lijnbaan

- de Jan Evertsenplaats en de Joost Banckertsplaats met de daarom heen staande flatgebouwen
- het flatgebouw aan het Kruiskadehof en Kruiskade en het flatgebouw aan de Kruiskade en Lijnbaanhof




blad 3/5


- de lage woon-winkelblokken grenzend aan de Lijnbaanhoven en Karel Doormanstraat.
-de expeditiestraten en de oorspronkelijke buitenetalages, openbare ruimte, groenvoorziening en toegepaste kunst.
Bij aanwijzing van het complex als rijksmonument zullen de genoemde gebouwen evenals de aanleg (structuur, inrichting van de openbare ruimte, groenvoorziening) van het Lijnbaanensemble en de beide hoven onder de rijksbescherming vallen.

De latere (zuidelijke) toevoeging aan het ensemble voldoet nog niet aan de vereiste vijftig-jarengrens en maakt vooralsnog geen deel uit van het in procedure zijnde deel.


3
Kunt u bevestigen dat het gemeentebestuur van Rotterdam plannen in voorbereiding heeft om een deel, dan wel grote delen, van het "Lijnbaanensemble" te slopen? Zo ja, hoe beoordeelt u deze plannen, mede in het licht van de monumentale waarde van het "Lijnbaanensemble"?

Antwoord
Ja, ik kan bevestigen dat er thans plannen in ontwikkeling zijn voor het Lijnbaanensemble waarbij wordt voorgesteld delen van het complex te slopen. In eerste instantie was een initiatiefplan bekend gemaakt waarbij alle gebouwen zouden blijven staan maar hoge woontorens zouden worden toegevoegd. Naar aanleiding van de felle kritiek die deze voorstellen binnen en buiten Rotterdam hebben ontlokt is, op initiatief van de eigenaren van de woonflats aan de Lijnbaanhoven, gestudeerd op andere varianten om te komen tot enerzijds een groter aantal woningen in de binnenstad en anderzijds voldoende behoud van de karakteristieken van het Lijnbaanensemble.
De nieuwe plannen zijn omarmd door het gemeentebestuur omdat deze naar het oordeel van het gemeentebestuur passen in hun ontwikkelingsvisie voor de Rotterdamse binnenstad. Definitieve architectonische plannen moeten nog worden gemaakt. Het gaat tot nu toe om de ontwikkeling van een stedenbouwkundig plan.

Zoals ik bij beantwoording van vraag 1 heb aangegeven sta ik open, maar kritisch, tegenover deze veranderingsvraag en is de RACM daarover met de gemeente in overleg. Ik heb de gemeente Rotterdam om dubbele bewijslast verzocht: a) om aan te tonen dat voor de vitalisering van de Rotterdamse Binnenstad een interventie in het Lijnbaancomplex van doorslaggevende betekenis is en b) als dat zo is, er een plan wordt gemaakt dat niet alleen de monumentale waarde respecteert, maar ook een belangrijke meerwaarde geeft aan de ruimtelijke kwaliteiten van het Lijnbaancomplex zelf. In antwoord op dit verzoek heeft het gemeentebestuur "De Ruimtelijke Visie Lijnbaankwartier" en het "Stedenbouwkundig Plan Lijnbaanhoven" opgesteld.




blad 4/5

Naar aanleiding van de Ruimtelijke Visie heb ik de gemeente Rotterdam gevraagd om een aantal zaken te verduidelijken en nader te onderbouwen. Het "Stedenbouwkundig Plan Lijnbaanhoven" biedt voldoende basis voor een verdere architectonische uitwerking van de ontwikkelingsopgave, mits het ontwerp op een hoog ambitieniveau wordt aangepakt en duidelijke kwaliteitseisen worden gesteld. Vooralsnog heb ik het vertrouwen dat dit ook door de gemeente als voorwaarde wordt gesteld.


4
Is het waar dat het gemeentebestuur van Rotterdam uit de bewoners in de betreffende woningen van het "Lijnbaanensemble" een klankbordgroep heeft gevormd?

Antwoord
Van de gemeente Rotterdam heb ik vernomen dat het juist is dat een klankbordgroep gevormd is waarin de bewoners en gebruikers van het Lijnbaancomplex participeren.


5
Is het waar dat deze klankbordgroep een spreekverbod is opgelegd en dat het haar dus verboden is om met de overige bewoners overleg te voeren? Zo ja, hoe beoordeelt u dit verbod dan in het licht van door de minister voor Wonen, Wijken en Integratie voorgestane open werkwijze bij voornemens tot herstructurering en renovatie?

Antwoord
Van de gemeente Rotterdam hebben wij vernomen dat deze klankbordgroep een bijzonder experiment is, waarbij de leden al in een vroeg stadium bij de concept plannen betrokken werden. Om deze reden is met de hen overeengekomen dat, zolang de planvorming nog in ontwikkeling is, de nog onzekere informatie alleen met de klankbordgroep wordt gedeeld. Omdat de status van deze klankbordgroep, eventuele zeggenschap en onderlinge afspraken primair een gemeentelijke aangelegenheid zijn, verwijzen wij u voor verdere toelichting naar de gemeente Rotterdam.


6
Moeten bewoners en andere belanghebbenden bij mogelijke veranderingen in het gebied waar zij wonen, dan wel belangen hebben, niet volop en in alle openheid bij die mogelijke veranderingen/ontwikkelingen worden betrokken? Zo ja, past een spreekverbod hierin?

Antwoord
Zie mijn antwoord op de voorgaande vraag


7
Maken de mogelijk bestaande plannen voor veranderingen in het "Lijnbaanensemble" deel uit van plannen in het kader van het grotestedenbeleid, investeringen in het kader van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing, of de 40 wijkenaanpak?




blad 5/5

Antwoord
Nee, de in voorbereiding zijnde plannen maken niet rechtstreeks deel uit van herstructureringsplannen die in het kader van het Grote Stedenbeleid worden ontwikkeld. Evenmin maken zij gebruik van investeringen in het kader van het ISV noch maken ze onderdeel uit van de 40 wijken aanpak.


8
Deelt u de opvatting dat mogelijke veranderingen in het "Lijnbaanensemble", gezien de historische waarde van dit complex, met de grootst mogelijke terughoudendheid moeten worden aangepakt? Zo ja, wat betekent dit voor de sloopplannen?

Antwoord
Uit mijn antwoord op vraag 1 en vraag 3 kunt u opmaken dat ik van mening ben dat vanwege de grote architectonische en cultuurhistorische waarden van het Lijnbaancomplex kritisch naar eventuele plannen voor sloop en wijziging moet worden gekeken. Ik gebruik echter in plaats van de term terughoudendheid liever de term zorgvuldigheid. Als internationaal erkend monument van de wederopbouw verdient het Lijnbaanensemble een integrale benadering van wonen, werken, verkeer, cultuur, recreatie en groenvoorziening die recht doet aan de oorspronkelijke architectonische en stedenbouwkundige kwaliteiten maar die ook voldoende bijdraagt aan de vitaliteit van de Rotterdamse binnenstad als geheel. Ter volledigheid benadruk ik dat er op dit moment nog geen concrete sloopplannen zijn. Zoals aangegeven bij vraag 3 dienen eventuele sloopplannen de noodzaak voor interventie aan te tonen en indien deze er is, te garanderen dat de architectonische kwaliteit, passend bij dit monument, gewaarborgd blijft.