Nieuw-Vlaamse Alliantie


Tweetaligheid blijft wel degelijk vereist (13/02/09)

N-VA-Kamerlid Ben Weyts en Brussels N-VA-voorzitter Karl Vanlouwe waarschuwen de Franstaligen voor misplaatste euforie over het arrest van de Raad van State inzake de taalwetgeving. Ook de Vlaamse media hoeden er zich volgens Ben Weyts en Karl Vanlouwe toch best wat voor om de communicatie van Clerfayt en co. zomaar over te nemen. Het arrest is nog niet publiek beschikbaar, dus geven de fransdolle politici alleen hún versie van de waarheid. De tweetaligheid blijft vereist en voor de ene kan het examen misschien inderdaad wat makkelijker worden, voor de andere zal het echter moeilijker worden.

Het FDF neemt zn wensdromen voor werkelijkheid wanneer men communiceert dat niet alle Brusselse ambtenaren nog tweetalig moeten zijn. Dat is en blijft een wettelijke vereiste voor indiensttreding, zegt Weyts. Alleen spijtig dat de Brusselse gemeenten, en in de eerste plaats de gemeenten bestuurd door FDFers, daar hun laars aan lappen. Het is nogal kras om nu triomfantelijk te zwaaien met de wetgeving die men zelf nooit heeft nageleefd, aldus Karl Vanlouwe.

Het arrest van de Raad van State vernietigt naar verluidt delen van twee artikels, nl. art. 8 en 9, van een koninklijk besluit van maart 2001, destijds nog uitgevaardigd door Luc Van Den Bossche. Het betrokken KB van 25 artikels voert enkele bepalingen uit van de Wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken van 1966, zeg maar de grondvesten van de taalwetgeving. De artikels waarvan de Raad van State bepaalde delen vernietigt, handelen over de manier waarop de verplichte kennis van de andere landstaal Frans voor wie een Nederlandstalig diploma heeft en vice versa wordt getest.

Het eerste artikel (art.8) waarvan delen worden vernietigd, handelt over het schriftelijke examen dat voor sommige functies nodig is, maar voor alle duidelijkheid níet van toepassing is op het vak- en werkliedenpersoneel. Het artikel legt een verhandeling op voor functies op de hogere niveaus 1, 2+ of 2. Voor de niveaus 3 en 4 volstaat anderzijds een gemakkelijke verhandeling, een brief of een verhaal. Om te slagen dient de kandidaat 5/10 te behalen. Het tweede artikel (art.9) behandelt de mondelinge taalproef. Deze geldt voor de ambtenaren die in contact komen met het publiek. In beide artikels wordt de moeilijkheidsgraad van het examen afhankelijk gemaakt van het niveau van de betrokken ambtenaar. De Raad van State zou nu oordelen dat niet het niveau maar de functie bepalend moet zijn voor de moeilijkheidsgraad.

Twee opmerkingen daarbij. Één, de taalexamens blijven bestaan, zowel mondeling als schriftelijk. Twee, de taalexamens zullen níet zomaar makkelijker worden, zoals het FDF verkondigt. Ze zullen ten hoogste meer afgestemd moeten worden op de functie die men uitoefent. Voor de ene kan het examen dus makkelijker worden, voor de andere zal het moeilijker worden zegt Weyts.

Weyts interpelleert alvast minister Vanackere over zijn voornemens. Hij hoopt dat de minister niet te hard van stapel loopt en zich niet door de Franstaligen laat intimideren.

Auteur:
Ben Weyts, Kamerlid N-VA
Karl Vanlouwe, voorzitter N-VA Brussel

Meer informatie:
Contactpersoon: Jeroen Overmeer, woordvoerder
Telefoon: 02/219 49 30
Fax: 02/217 35 10
E-post: jeroen.overmeer@n-va.be
Url: www.n-va.be