Ministerraad
Rijksministerraad stemt in met de Raad voor de rechtshandhaving
Persbericht | 13-02-2009
De Rijksministerraad heeft op voorstel van minister Hirsch Ballin van
Justitie en minister Ter Horst en staatssecretaris Bijleveld-Schouten
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ingestemd met de
Rijkswet Raad voor de rechtshandhaving. In dit wetsvoorstel wordt de
instelling geregeld van de Raad voor de rechtshandhaving op Curaçao,
Sint Maarten en op Bonaire, Sint Eustatius en Saba op het moment dat
de nieuwe staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk van kracht
worden.
De Raad voor de rechtshandhaving is een interlandelijk orgaan van
Curaçao, Sint Maarten en Nederland. De Raad wordt belast met de
algemene inspectie op de effectiviteit en kwaliteit van verschillende
diensten en instellingen die deel uitmaken van de justitiële keten op
Curaçao, Sint Maarten en Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Ook ziet de
Raad toe op de effectiviteit en kwaliteit van de justitiële
samenwerking tussen Curaçao, Sint Maarten en Nederland voor zover het
Bonaire, Sint Eustatius en Saba betreft.
Concreet zal de Raad zich richten op gevangenissen en andere
instellingen waar vrijheidsbenemende maatregelen ten uitvoer worden
gelegd (TBS, vreemdelingenbewaring), de politie, het openbaar
ministerie, de politieopleiding en de justitiële taken van de
Kustwacht. De inspectietaken zijn algemeen van aard. De Raad heeft
geen bemoeienis met individuele opsporingsverzoeken of vervolging in
strafzaken.
De Raad is een onafhankelijke inspectiedienst van de drie betrokken
landen en bestaat uit drie leden, die op grond van hun deskundigheid
worden benoemd. Elk van de landen draagt een lid voor. De leden worden
benoemd bij Koninklijk Besluit. Het voorzitterschap rouleert tussen de
leden; zij wisselen elkaars jaarlijks af.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het voorstel van Rijkswet
voor advies aan de Raad van State van het Koninkrijk zal worden
gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad
van State van het Koninkrijk worden openbaar bij indiening bij de
Tweede Kamer en toezending aan de Staten van de Nederlandse Antillen
en Aruba.