Rechtbank Maastricht
Uitspraak in moordzaak
Op 17 mei 2008 is een vrouw in een pand in Maastricht van het leven
beroofd. De rechtbank heeft bewezen verklaard dat verdachte de vrouw
opzettelijk en met voorbedachten raad van het leven heeft beroofd door
haar de hals/keel door te snijden.
De rechtbank heeft daarbij overwogen dat verdachte het slachtoffer
aanvankelijk, liggend op haar buik, twee maal (naar de rechtbank
aanneemt in een opwelling) in de rug heeft gestoken. Vervolgens is het
slachtoffer op haar zij gedraaid en korte tijd later weer op haar buik
op het bed terecht gekomen. Daarna heeft verdachte zijn hand voor de
mond van het slachtoffer gedrukt om haar stil te krijgen en toen heeft
hij haar de hals/keel doorgesneden. Uit deze omstandigheden heeft de
rechtbank afgeleid dat verdachte een korte tijdspanne heeft gehad
tussen de aanvankelijke steken in de rug en het doorsnijden van de
hals/keel gedurende welke tijdspanne hij zich heeft kunnen beraden op
zijn te nemen of genomen besluit tot het doorsnijden van de hals/keel
van het slachtoffer. Om die reden is er naar het oordeel van de
rechtbank sprake van voorbedachten raad en dus van moord.
De rechtbank heeft verdachte voor dit feit veroordeeld tot twaalf jaar
gevangenisstraf. Daarbij is overwogen dat verdachte zich heeft
schuldig gemaakt aan een van de ernstigste misdrijven uit het Wetboek
van Strafrecht en dat verdachte het slachtoffer na zijn daad in
mensonterende toestand heeft achtergelaten, in welke toestand zij
later door haar dochter en kleinkinderen is aangetroffen. De rechtbank
heeft verder in haar oordeel betrokken dat verdachte geen enkel motief
voor zijn handelen heeft vermeld.
LJ Nummer
BH2772
Bron: Rechtbank Maastricht
Datum actualiteit: 13 februari 2009 Naar boven