Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 'S-GRAVENHAGE

Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk 12 februari 2009 VO/OK/2009/78010 13 november 2008 2008Z04500/2008D15625

Onderwerp
Reactie verplicht sectorvak

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft mij per brief van 13 november 2008 met kenmerk 2008Z04500/2008D15625 verzocht te reageren op de brief van de voorzitter van de medezeggenschapsraad van het Groenhorst Collega waarin aanbevelingen worden gedaan voor het vaststellen van de verplichte sectorvakken in het vmbo. Mijn reactie is mede namens de minister van LNV.

Ik ben het eens met de heer Schuttenbelt dat leerlingen zo goed mogelijk op hun toekomst moeten worden voorbereid. Die toekomst is ook sterk afhankelijk van de kansen die zij hebben om een startkwalificatie te behalen. Daarom heb ik, zoals gemeld in de VMBO-brief van 9 oktober 2006, (Kamerstuk 2006-2007, 30079, nr. 8), ingestemd met het voorstel van de Adviesgroep vmbo om één sectorvak verplicht te stellen en één sectorvak ter keuze aan de leerlingen te laten. Het is dus niet zo dat er maar één sectorvak overblijft. Leerlingen kiezen een tweede sectorvak dat hun keuze voor dezelfde sector versterkt of uitzicht geeft op doorstroming naar een andere sector in het vervolgonderwijs. Er is hierdoor meer maatwerk mogelijk.

Vertegenwoordigers van docenten, verenigd in de Stichting Platforms VMBO, de AOC-Raad, VO-Raad en MBO raad zijn in de adviseringsronden over de vaststelling van de verplichte sectorvakken betrokken geweest bij de uitwerking van het wetsvoorstel om de regeling voor de sectorvakken in de Wet op het Voortgezet Onderwijs conform het advies van de Adviesgroep te wijzigen. De AOC-Raad, samen met de Vereniging buitengewoon groen, heeft op mijn verzoek geadviseerd over het verplichte sectorvak in de sector landbouw. De raad heeft uitvoerig beargumenteerd waarom het vak biologie als verplicht sectorvak moet worden vastgesteld. De raad ziet biologie als meest verwante vak. Veel leerlingen stromen door naar andere sectoren als zorg en welzijn en economie, slechts een beperkt aantal leerlingen stroomt door naar dezelfde sector. De keuze voor biologie maakt meer maatwerk mogelijk voor leerlingen die naar dezelfde sector door willen stromen. Zo kan beter worden tegemoet gekomen aan de behoefte aan geschoolde werknemers in deze sector. Leerlingen kunnen Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl




blad 2/2

binnen de voorgenomen systematiek vanzelfsprekend kiezen voor wiskunde of natuurkunde als tweede sectorvak als zij dat noodzakelijk vinden voor hun verdere schoolloopbaan in het vervolgonderwijs. En het bevoegd gezag kan leerlingen toestaan dat zij in een zevende vak examen doen als de ambities daartoe bestaan.
Het is mijn voornemen om de rekenprestaties van alle leerlingen in het voortgezet onderwijs op een hoger peil te brengen. Er wordt vastgelegd wat alle leerlingen in het vmbo op dit terrein moeten kennen en kunnen. Het bevoegd gezag overlegt met de docenten wat de beste weg is om die doelen te bereiken. Ik onderzoek de mogelijkheid een rekentoets te ontwikkelen die wordt voorgelegd aan de leerlingen in het vmbo die geen wiskunde in hun pakket hebben om de vereiste kwaliteit te handhaven. Zo kan worden bereikt dat ook leerlingen in de bovenbouw van het vmbo voldoende rekenvaardigheden krijgen die zij nodig hebben in de vervolgopleiding en bij de latere beroepsuitoefening. Het is dus niet nodig om alle leerlingen het vak wiskunde als verplicht sectorvak te laten volgen om hen optimaal op hun toekomst voor te bereiden.
Het betreffende wetsvoorstel over de sectorvakken zal medio 2009 naar uw Kamer worden toegezonden.

de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart