ChristenUnie


Bijdrage Cynthia Ortega-Martijn aan het AO Stedenbeleid vanaf 2010

Bijdrage Cynthia Ortega-Martijn aan het AO Stedenbeleid vanaf 2010

donderdag 12 februari 2009 11:00

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Voorzitter. Bij het nieuwe stedenbeleid gaat het met name om vitale steden en een duurzame ruimtelijke ordening en dus om veel meer dan alleen de wijkaanpak. Het betekent bijvoorbeeld ook dat wij meer moeten verdichten en dat wij moeten inspelen op meer complexe ruimtelijke opgaven. De ChristenUnie mist een analyse van wat dit betekent voor instrumenten zoals het ISV. In de motie-Van Heugten c.s. wordt gevraagd om een ruimtelijke-investeringssystematiek en agenda. Nu liggen er twee rapporten die aanleiding geven tot de vraag of de omvang van de budgetten voor onder andere het stedenbeleid op de lange termijn voldoende is. De minister laat dit nog eens nakijken door de planbureaus. Dat is prima, maar de urgentie neemt door de kredietcrisis alleen maar toe, terwijl de budgetten dalen. ISV-gelden zijn er niet alleen voor bouwen maar juist ook om duurzame rijksdoelen te halen, bijvoorbeeld ten aanzien van ruimte en klimaat.

Voor de ChristenUnie betekent dit ook een hoge ambitie voor binnenstedelijk bouwen. De VROM-raad meldde deze week dat de verdichting van het stedelijk gebied zwaar onder druk is komen te staan doordat er te weinig geld is om te investeren in kwaliteit. Ik vind dit zorgelijk. Het ISV kijkt niet verder dan 2014, terwijl wij voor het MIRT praten over 2028. Dit moet echt anders. Stedenbeleid moet integraal worden bekeken met bijvoorbeeld budgetten voor ruimtelijke ordening en verkeer. Voor ruimtelijke investeringen is er een langjarig perspectief nodig, dus ook voor het stedenbeleid. Ik roep de minister daarom nogmaals op om dit uit te werken en bij de begroting voor 2010 met voorstellen te komen.

Wij praten nu niet alleen over de G4 en de G27 maar ook over de krimpregio's en de new towns. Dank voor de inzet van de minister naar aanleiding van mijn motie. Ik zie uit naar de resultaten van het onderzoek naar de specifieke opgaven voor de new towns. Ik vraag nu al wel aan de minister of hij mogelijkheden ziet dat deze steden structureel deel gaan uitmaken van het stedenbeleid. Ziet de minister daarnaast mogelijkheden om preventiebudget vrij te maken voor de new towns, zoals Zoetermeer, door er een pilot van te maken op het gebied van preventie in de tweede tranche van preventiegeld? Hoe technisch is de herijking van de ISV-verdeelsleutel? Er zijn steden die er 30% tot ruim 40% op achteruitgaan. De ChristenUnie stelt voor om in de nieuwe structuur van het ISV meer te kijken naar actuele en objectieve gegevens zoals de Leefbaarometer en om andere gegevens zoals de historische grondslagen minder te laten wegen zodat ook nieuwe steden effectief beleid kunnen voeren. Hoe staat het in dit kader met de uitvoering van mijn motie over bekostigingsstelsels? Ter illustratie: via de huidige sleutel krijgt een stad als Almere slechts EUR40.000 voor vijf jaar uit het ISV-3 tegenover vele miljoenen euro's voor andere steden. Graag krijg ik hierop de reactie van de minister.

Stadsproblemen spelen ook in de grotere randgemeenten binnen de Randstad zoals Capelle aan den IJssel Het beleid voor de grote stad moet goed worden afgestemd zodat problemen niet afgewenteld worden. Dit vraagt dus om goede samenwerking op regionaal niveau. Welke rol ziet de minister hierin voor het Rijk? Ik mis deze problematiek geheel in de brief over het nieuwe stedenbeleid. Ik kan mij voorstellen dat bijvoorbeeld grote steden gestimuleerd worden om te bekijken op welke manier ze goede afspraken kunnen maken en ze eventueel een deel van het eigen budget ter beschikking kunnen stellen aan de randgemeenten. Het stedenbeleid zal selectiever en actiever worden. Maar wat moet ik hier precies onder verstaan? Tegelijk wordt namelijk voorgesteld het ISV te decentraliseren. Onnodige procedures moeten uiteraard voorkomen worden. Echter, als de gelden worden gedecentraliseerd, welke sturende rol heeft de minister dan nog over? Er komen wel prestatieafspraken maar wat is dan precies het verschil met de huidige regeling?

Stad en milieu wordt genoemd als voorbeeld van een meer themagerichte aanpak. Dan gaat het dus om soepeler regelgeving. Een themagerichte aanpak kost ook geld. Waar haalt de minister dat vandaan als de budgetten naar het Gemeentefonds zijn gegaan? Er wordt voorgesteld bij de decentralisatie het onderscheid tussen rechtstreekse en niet-rechtstreekse gemeenten te behouden. De ChristenUnie is hier nog niet van overtuigd. Zou de minister deze keuze kunnen onderbouwen?

De ChristenUnie pleit voor een meer programmatische aanpak op regionaal niveau waarbij per project afspraken worden gemaakt. Een maatwerkaanpak, gericht op het oplossen van problemen, op preventie en op het benutten van kansen. Het criterium moet zijn omvang en complexiteit van verstedelijking en niet de status als grote gemeente, stadsgewest of stedelijk knooppunt.