Vrije Universiteit Amsterdam
`Het leven van een traumatoloog wordt nooit een sleur'
De toekomst van een basisarts
12 februari 2009
Met het diploma basisarts kun je alle kanten op. Een speurtocht langs
vacaturesites levert maar liefst honderd verschillende beroepen op:
van geriater tot hematoloog, van ruimtevaartarts tot cardioloog, van
huisarts tot hoogleraar. Gerrolt Jukema koos voor traumatologie.
Een grote poster met een paard en röntgenopnames van de gebroken en
genezen botten is niet iets wat je verwacht in een ziekenhuis. Toch
neemt de plaat een prominente plaats in, in de kamer van Gerrolt
Jukema. "Oók een patiënt van mij", legt hij uit. "Een zes weken oud
merrieveulentje had in de wei haar been gebroken. Het was een arabier
uit een bijzondere bloedlijn, dus er was de eigenaar alles aan gelegen
om haar voor de fokkerij te behouden. Ik heb haar toen samen met een
dierenarts geopereerd en een speciale Russische Ilizarov Fixateur
Externe aangebracht. Dat is een zeer sterk metalen raamwerk waarmee de
botstukken in de goede stand worden vastgezet. Bij mensen is dat voor
mij een gebruikelijke procedure, maar het was wereldwijd de eerste
keer dat het bij een paard werd toegepast. Het is helemaal goed
gekomen met dit paard en dat is uniek."
Bromvliegen
Het genezen van complexe fracturen is één van de speciale
aandachtsgebieden van Jukema. Niet alleen is hij een frequent
gebruiker van de fixateur, ook osteomyelitis, een ontsteking van bot
of beenmerg, heeft zijn speciale belangstelling. "Als je dat niet goed
aanpakt moet een ledemaat worden geamputeerd. We doen er alles aan om
dat te voorkomen." Eén van de maatregelen die Jukema tien jaar geleden
heeft geïntroduceerd is het gebruik van maden. Hij zet larven van de
bekende groene bromvlieg (Lucilia sericata) in, om dood weefsel te
verwijderen. "Deze maden eten alleen dood vlees en ze kunnen dood en
levend weefsel veel beter onderscheiden dan het menselijk oog.
Bovendien doden ze de ziekmakende bacteriën en produceren ze enzymen
die de groei van nieuw, schoon weefsel stimuleren."
De maden komen uit een Duits laboratorium dat is gespecialiseerd in de
kweek van deze vliegen. Ze zitten tegenwoordig in kleine zakjes van
een soort gaas, de zogenaamde biobags, waardoor de maden bij de wond
kunnen komen, zonder echt erin rond te kunnen kruipen. "Toen ik deze
techniek voor het eerst toepaste, bestonden de biobags nog niet en
moesten we met verband proberen te voorkomen dat de vliegenlarven
ontsnapten. Dit is voor patiënt en verpleegkundigen natuurlijk veel
prettiger. De meeste patiënten hebben nauwelijks last van de maden,
want je voelt ze eigenlijk niet. Het enige nadeel is dat het een
tijdsintensieve behandeling is, omdat het verband regelmatig moet
worden verwisseld."
Spannend beroep
Jukema wist al vroeg dat hij geneeskunde wilde studeren. "Een vriend
van mijn ouders was plattelandsarts. Zo'n ouderwetse huisarts die nog
bevallingen deed, maar ook verstand had van sportblessures en een
eigen apotheek had. Ik was daar vaak te vinden. Al vroeg tijdens de
co-schappen dacht ik aan traumatologie en in het eerste jaar van de
opleiding tot chirurg wist ik het zeker. Dat betekende wel dat ik toen
ik eenmaal chirurg was, nog twee jaar verder in opleiding moest."
De vraag naar traumatologen neemt alleen maar toe, verwacht hij. "In
2007 kregen we hier nog 211 patiënten met meerdere aandoeningen, de
zogenaamde polytrauma's, op de spoedeisende hulp binnen. In 2008 steeg
dat tot 270 patiënten. Meer dan de helft van deze patiënten heeft een
verkeersongeluk gehad. En het verkeer neemt alleen maar toe, dus het
aantal verkeersslachtoffers ook. Bovendien worden mensen steeds ouder.
Een negentigjarige opereren is op dit moment al helemaal niet
bijzonder meer."
Altijd onverwachts
Wat hij het meest aantrekkelijke vindt van zijn vak is dat het nooit
een sleur wordt. Een nieuwe patiënt komt altijd onverwachts. Het is
dan ook bepaald geen beroep voor iemand die aan vaste werktijden
hecht. "Je moet snel en helder kunnen analyseren wat er aan de hand
is, want het gaat vaak om polytrauma's. En je moet besluitvaardig
zijn, want de eerste acties kunnen allesbepalend zijn voor het verdere
verloop."
Zijn invalshoek is dat hij zijn patiënten zo snel mogelijk in hun oude
situatie wil terugbrengen. "Ik heb eens een patiënt gehad die in een
vriescel bezig was om met een heftruck een pallet van een stelling
naar beneden te verplaatsen. De pallet bleek gebroken en hij werd
bedolven onder honderden kilo's bevroren vlees. Pas bij de koffie werd
hij door zijn collega's gemist. We zijn een hele dag bezig geweest met
het opereren van deze patiënt. Dankzij onze aanpak herstelde hij
vrijwel volledig. Als deze man in de WAO terecht was gekomen had zijn
leven er nu heel anders uitgezien. Nu kon hij zich zes maanden na het
ongeluk weer bij zijn werkgever melden. De arbo-arts kon het niet
geloven en belde mij op of de man écht weer aan het werk kon. Op
zoiets kan ik tevreden terugkijken."
Monique Krinkels
bron: OnderwijsKatern