Kamervragen over verdediging natuurbelangen in beheerplannen Natura 2000
12 februari 2009 - kamerstuk
Kamerbrief met antwoorden op Kamervragen waarin de minister meldt dat
bij het opstellen van de beheerplannen wordt gezocht naar een brede
vertegenwoordiging van alle belangen in en rondom het gebied.
Meer informatie
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
21 januari 2009 2009Z00931/
2080910400
PDN. 2009/510 12 februari 2009
Kamervragen over de verdediging van
de natuurbelangen in de beheerplannen
Natura 2000
Programmadirectie Natura 2000
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u de antwoorden op de Kamervragen gesteld door het lid Ouwehand
(PvdD) over de verdediging van de natuurbelangen in de beheerplannen Natura 2000.
1
Kent u de berichten "BMF stapt uit overleg Natura 2000" en "Conflict milieufederatie en
provincie escaleert"?
Ja.
2
Is het waar dat de provincie heeft besloten geen extra geld aan de Brabantse
Milieufederatie (BMF) beschikbaar te stellen welke nodig was om een goede en snelle
inbreng te kunnen leveren op de beheerplannen Natura 2000? Zo ja, op welke wijze is een
goede verdediging van de natuurbelangen, welke nota bene het uitgangspunt is van
Natura 2000, in de processen rond de beheerplannen Natura 2000 gegarandeerd?
Ja, het is juist dat de provincie Noord-Brabant om haar moverende redenen heeft besloten
om geen incidentele subsidie beschikbaar te stellen aan de Brabantse Milieufederatie
aanvullend op de reguliere subsidiegelden. De provincie Noord-Brabant heeft mij
aangegeven dat inbreng van de belangen van de BMF voldoende gegarandeerd blijft via
betrokkenheid van de BMF bij vier beheerplannen, bij de Reconstructie- en Gebiedscommissies
die als adviesgroepen voor de Natura 2000-beheerplannen fungeren en bij de
Brabantbrede aanpak van stikstof en ammoniak voor Natura 2000. De provincie heeft er
daarom vertrouwen in dat het opstellen van evenwichtige en breed gedragen beheerplannen
niet in gevaar zal komen en het proces geen vertraging zal ondervinden.
3
Kunt u uiteenzetten welke belangenorganisaties, en in welke verhoudingen, deelnemen in
deze processen rond de beheerplannen Natura 2000?
Bij het opstellen van de beheerplannen wordt gezocht naar een brede vertegenwoordiging
van alle belangen ín en rondom het betreffende gebied. Het gaat hierbij niet om
bepaalde verhoudingen van belangenorganisaties, maar om een juiste inbreng van álle
belangen. Specifieke omstandigheden in een gebied kunnen leiden tot verschillende
samenstellingen.
4
Deelt u de mening dat juist in het Natura 2000-gebied de Peelvenen in Brabant, waar het
wiel voor alle beheerplannen moet worden uitgevonden en de juridische houdbaarheid
van afspraken over ontwikkeling en milieu-ontlasting waaronder de ammoniakproblematiek
worden uitgetest, het van groot belang is dat de BMF vertegenwoordigd is?
Zo nee, waarom niet?
Het is juist dat het beheerplan voor de Peelgebieden een belangrijke voorbeeldfunctie kan
hebben voor andere Natura 2000-gebieden met een grote stikstofproblematiek. Daarom is
het goed dat de Brabantse Milieufederatie heeft aangegeven in deze gebieden betrokken
te willen blijven.
5
Is het waar dat Provinciale Staten van Brabant twee maanden geleden een motie heeft
aangenomen welke inhoudt dat het de BMF op straffe van subsidie-intrekking verbiedt om
plannen waar zij zelf bij betrokken is geweest, juridisch aan te vechten? Zo ja, wat is uw
mening daarover?
Ik heb van de provincie Noord-Brabant vernomen dat Provinciale Staten op 7 november
2008 een motie heeft aangenomen waarin een verband wordt gelegd tussen deelname
aan processen voor het opstellen van plannen en de mogelijkheid voor het starten van
procedures voor bezwaar en beroep tegen deze plannen. Dit betreft een eigenstandige
verantwoordelijkheid van de provincie.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Programmadirectie Natura
2000
Catharijnesingel 64
Postadres: Postbus 3012
3502 GA Utrecht
Telefoon: 070 - 3784454
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit