Partij van de Arbeid

Den Haag, 12 februari 2009

Bijdrage lid Depla (PvdA) aan AO Stedenbeleid

Gesproken woord geldt!

Voorzitter

Sterke steden zijn van groot belang voor onze economie en nog belangrijker als plek waar mensen veilig en prettig kunnen leven. de kans krijgen om zich te ontplooien en te stijgen op de maatschappelijke ladder. Dat lukt de steden niet op eigen kracht: het is goed dat het grote stedenbeleid wordt voortgezet!

Wat de PvdA betreft ligt er nog een enorme opgave.


1. Steden waar de bevolking terugloopt, zoals bijvoorbeeld in Zuid Limburg, moeten leefbaar worden gehouden.


2. In steden als Rotterdam dient de middenklasse te worden behouden. `


3. En in steden als Leiden, Amsterdam, Utrecht en Eindhoven waar de druk op de woningmarkt groot is, moet het betaalbaar worden voor de mensen met lagere en middeninkomens om in deze steden te blijven wonen en te werken.


4. Ons open land moet open blijven. Tegelijkertijd moeten steden groener.


5. Buurten moeten veiliger en beter leefbaar worden gemaakt. Dat betekent onder meer dat het accent moet verschuiven van louter stenen stapelen naar sterker maken van mensen (door onderwijs en werk)en het veiliger maken van buurten.


6. Steden die preventief aan de slag willen, zoals bijvoorbeeld Zoetermeer en Almere: de zogenaamde New Towns, verdienen ondersteuning.


7. Centrumsteden hebben, om de centrumfuncties waar te maken, een extra taak in zaken als maatschappelijke opvang, cumulatie jongerenproblematiek etc.

In tijden van economische crisis is krachtdadig optreden van het kabinet noodzakelijk. Optreden dat vertrouwen schept. Daar hebben we het vanmiddag over.

De PvdA herkent deze prioriteiten in de brief van het kabinet. Wel hebben we nog een aantal vragen:

I. We ondersteunen de verdergaande decentralisatie, waarmee integrale aanpak en ontschotting op lokaal niveau mogelijk wordt. Eerder is 400 miljoen voor de wijkenaanpak structureel in het gemeentefonds gestort, zonder specifieke prestatie-afspraken. Daarmee verdween het geld in het grote geheel. Hoe voorkomen we dat dit opnieuw gebeurd? En hoe zorgt het kabinet er voor dat de middelen op die plekken terecht komen waar dit het hardst nodig is?

II. Het kabinet schrijft dat het nieuwe stedenbeleid zowel in termen van gebieden als in termen van thema's selectiever wordt. Hoe sluit dit aan bij de wens van de Kamer, maar ook van de minister, om ook buurten te ondersteunen die net niet bij de veertig krachtwijken horen maar waar nog veel moet gebeuren op gebied van veiligheid, werk en onderwijs? En wanneer kunnen we uw voorstellen tegemoet zien om de Vogelaar heffing eerlijker te maken waardoor de sterkste schouders daadwerkelijk de zwaarste lasten dragen?

Onduidelijk is wat het kabinet bedoeld met 'selectiever worden in termen van thema's' als de rest van de brief een groot aantal thema's beschrijft die aandacht behoeven. Van multiprobleem gezinnen tot werk voor laaggeschoolden, van slagkracht in de wijk tot gezonde wijk en vernieuwend welzijn. Kan de Minister al voorbeelden laten zien waar deze nieuwe thematische aanpak al vruchten heeft opgeleverd. (Voorbeeld participatiefonds).]

III. Wat de PvdA betreft blijft speerpunt in het stedenbeleid de betrokkenheid van bewoners. Het is hun stad en zij moeten er een sterke stad van maken. Tegen die achtergrond willen we dat geld voor bewonersinitiatieven ook na 2011 voortgezet gaat worden. Ook ben ik benieuwd hoe het staat met de uitvoering van de motie Depla cs om op lokaal niveau handvesten te maken waar verhuurders, huurders en gemeenten afspraken maken over omgaan met elkaar en rechten van bewoners bij sloop of renovatie.

IV. Een belangrijke accentverschuiving is de verschuiving van stenen stapelen naar het sterker maken van mensen. De PvdA steunt die verschuiving. Zeker in deze tijden moet alles gezet worden op meedoen, werk en onderwijs.

V. Een belangrijk onderdeel van het stedenbeleid is het geld. Precies zoals de minister schrijft kunnen steden alleen succesvol aan de slag als er meerjarige aanpak mogelijk is. Dit vraagt meerjarige duidelijkheid over de budgetten. En daar zit de pijn op dit moment. De gelden voor veiligheid en de sociale pijler lijken goed geregeld. Echter: voor stedelijke herstructurering en woningbouw krimpt het budget vanaf 2011 fors. Met dank aan vorige kabinetten die daartoe besloten hebben. Dit is ongewenst gezien de investeringsbehoefte in gebieden die krimpen. [Voorbeelden in buitenland
Dit alles kan niet alleen door burgers en de markt opgelost worden. Ook gezien de moeilijke economische omstandigheden. Dat hebben we gisteren tijdens de hoorzitting van alle kanten gehoord. De overheid dient te zorgen voor sterke meerjarige zekerheid zodat marktpartijen zich langjarig kunnen committeren. Van groot belang in deze onzekere tijden. Die duidelijkheid moet er snel komen anders valt de planvorming en bouw stil en komen projecten als Stadshage in Rotterdam, woningbouw Merwede kanaalzone in Utrecht etc nooit van de grond. En juist daar liggen kansen om onze steden sterker te maken. Wanneer krijgen we die duidelijkheid? Voorwaarde is wel dat gebieden integraal worden ontwikkeld. Infrastructuur, groen, werk en bedrijven moeten gebiedsgericht worden aangepakt. We hebben geleerd van de vinexlocaties die vol huizen stonden voordat de ontsluiting geregeld was.

Er liggen al meerdere moties (bv v Heugten CS) die vragen om snel duidelijkheid. Die hebben we helaas nog niet gekregen. Wanneer kunnen we die verwachten?. Wat ons betreft wordt het isv budget weer op het oude niveau gebracht. De opgaven die er liggen kunnen niet worden uitgevoerd met de huidige middelen. Wat ons betreft trekken we de middelen van de nota ruimte en verstedelijking ook door na 2014. Dat wat het kabinet voor asfalt en spoor ook gedaan heeft. Iedereen heeft het over gebiedsgerichte ontwikkeling. Dan moeten we integraal kijken naar ontsluiting, woningen, groen en bedrijvigheid. Ik wil hierbij nadrukkelijk verwijzen naar de motie Vermeij cs waar gevraagd wordt om met een doorkijk tot en met 2028 te komen, inclusief de wijze waarop deze investeringen in het verlengde MIRT worden opgenomen. Hoe staat het daarmee?.

VI. Slimmer investeren. Dus niet alleen subsidiëren maar mee investeren. Dat horen we op de hoorzitting. De PvdA is gecharmeerd van de voorstellen van Rudy Stroink, maar ook die van de provincie Brabant. Afrekenen met de aanpak uit het verleden waar iedereen zijn kaarten tegen de borst hield. Samen moeizame projecten vlot trekken. En als lokale overheden, ontwikkelaars en corporaties daar niet uit komen als rijksoverheid de helpende hand toesteken. Niet door subsidies maar door mee te investeren en faciliteiten bieden. Hoe kansrijk is dat? Graag de visie van de minister hierop.

VII. Om er voor te zorgen dat we het de markt te makkelijk maken of de suggestie wekken dat financiën onbegrensd zijn, zoals in de jaren negentig en begin deze eeuw, wil ik de minister vragen het idee van de voorzitter van Neprom te ondersteunen. Dit idee behelst het doorrekenen van een aantal binnenstedelijke projecten waarbij alle partijen, de ontwikkelaar, de corporatie en de gemeente, de boeken open doet. Dan kunnen we zien wat er werkelijk nodig en mogelijk is. Bent u bereid dit te doen?

VIII. Tot slot: de PvdA hecht aan betaalbare woningen. De bouw moet echt innoveren. De tijd van de alsmaar snel stijgende vastgoedprijzen en oneindige leencapaciteit lijkt voorbij. Dus moeten we weer met de voeten op de grond. En innoveren, zodat we met minder geld mooiere woningen kunnen bouwen. Welke initiatieven neemt u hiervoor?