Ministerie van Buitenlandse Zaken
Toespraak MDG ambassadeur in Dronten
11-02-2009 | Dronten | Toespraak: Ronner-Grubacic - Millenniumdoelenambassadeur
Samenvatting:
Laat ik beginnen u te feliciteren met het feit dat Dronten zich op 30 oktober
2008 heeft aangemeld als millenniumgemeente. Het is fantastisch hier met u te
zijn en ik spreek zeker uit naam van minister Koenders als ik zeg dat het
geweldig is te zien, dat mensen in Nederland, in deze gemeente en in tientallen
andere gemeentes, zich inspannen voor de Millenniumdoelen.
De urgentie om ons in te zetten voor het behalen van de Millenniumdoelen
(MDG's) is nu groter dan ooit. Enkele maanden geleden, in september 2008, kwamen
de wereldleiders in New York bijeen. Dat was precies halverwege de tijd die de
VN-lidstaten elkaar in 2000 hadden gegeven om de 8 Millenniumdoelen te halen. En
de grote vraag was: hoe staat het er nu voor met de Millenniumdoelen? Deze
mid term analyse van de VN werd
gemaakt op het moment dat de financiële crisis in alle hevigheid begon los te
barsten. De kans is dus groot dat het beeld dat we in New York zagen, een stuk
negatiever uit zal pakken dan we toen dachten.
Maar ook voordat we de financiële crisis ècht gingen voelen, was het beeld
dat in New York werd geschetst, dubbel. Aan de ene kant groei, economische
voorspoed, een afname van de armoede. Maar tegelijkertijd ingrijpende problemen
als omvangrijke moeder- en kindsterfte, AIDS, de voedsel- en ernergiecrisis en
gevolgen van klimaatveranderingen. En vaak ook al die problemen tezamen in
hetzelfde continent of land.
Mij is gevraagd u een beeld te schetsen van de stand van zaken van de MDG's
iets waaraan ik graag gevolg geef.
De globalisering van de economie heeft het afgelopen decennium miljoenen
mensen uit de armoede geholpen. Niet alleen China en India, maar ook Afrika
maakte de afgelopen jaren een forse groei door. Gemiddeld zes tot zeven procent
en dat geldt niet alleen voor de grondstoffenproducerende landen. Wie nu de
Afrikaanse steden bezoekt ziet een enorme bedrijvigheid. China en andere
opkomende markten bouwen en investeren er, en pakken kansen in deze nieuwe
consumentenmarkt. Er wordt hard gewerkt, er ontstaat koopkracht, de mobiele
telefoon is binnen handbereik gekomen van grote groepen mensen. Voor het eerst
profiteerden zij van de kansen van het globaliseringsproces.
Volgens de mid-term analyse van de
VN, is Millenniumdoel 1, het halveren van het aantal mensen in
ontwikkelingslanden die leven van minder dan 1 dollar per dag, dan ook binnen
bereik. Tussen 1990 en 2005 nam het aantal mensen dat in extreme armoede leeft
af van 1.8 naar 1.4 miljard. Als die afname doorzet, wordt MDG 1 in 2015
gehaald. Maar, zoals gezegd, de feiten van vandaag de dag, zijn helaas wat
minder rooskleurig: De Europese Commissie maakte twee weken geleden, tijdens een
informele ontmoeting van de EU ministers voor Ontwikkelingssamenwerking in
Praag, bekend dat de groei van het BNP van ontwikkelingslanden in 2009 over het
geheel genomen zal terugvallen naar 4,5 procent, meer dan drie procentpunten
onder het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar. De Commissie rekende ook voor
dat de terugval van één procentpunt kan betekenen dat twintig miljoen meer
mensen in armoede vervallen. Zo riskeert de gemaakte vooruitgang dus al snel
ongedaan te worden gemaakt.
Het plaatje is iets optimistischer als we naar Millenniumdoel 2 kijken, alle
kinderen naar school. Daar is aanzienlijke vooruitgang geboekt. In 1990 ging
tachtig procent van de kinderen in de basisschoolleeftijd naar school, in 2006
was dat meer dan negentig procent.
Deze toename van het aantal schoolgaande kinderen zien we overal ter wereld,
zelfs in Sub-Sahara Afrika. De doelstelling van honderd procent naar
schoolgaande kinderen, lijkt in veel gebieden gehaald te worden. Maar nog steeds
gaan er tientallen miljoenen kinderen niet naar school. Daarnaast is de
kwaliteit van de scholing niet altijd even best. Voor het voortgezet onderwijs
zijn de cijfers ook minder rooskleurig. Slechts een kleine meerderheid van de
kinderen in ontwikkelingslanden neemt deel aan voortgezet onderwijs.
Door de toename van het aantal meisjes in het onderwijs wordt ook vooruitgang
geboekt met MDG 3, het behalen van gelijke rechten voor mannen en vrouwen.
Helaas is in West en Centraal Afrika met name onder meisjes een hoge
schooluitval te zien, veroorzaakt door zwangerschap, HIV/aids, armoede, gewapend
conflict, droogte en voedseltekort. Deze meisjes lopen hierdoor in hun verdere
leven achterstand op. De politieke macht van vrouwen is tussen 1990 en 2008
wereldwijd toegenomen. Het aandeel vrouwen in het parlement in
ontwikkelingslanden steeg in die periode van 10.4 % tot 16.5 %. Nog steeds veel
te weinig natuurlijk, maar wel een verbetering.
Met betrekking tot de gezondheidsdoelen 4, 5 en 6 zijn enerzijds successen
geboekt, maar is anderzijds grote achterstand te zien. Sterfte door aids is
bijvoorbeeld teruggedrongen van 2.2 miljoen in 2005 naar twee miljoen in 2007,
dankzij een betere beschikbaarheid van aidsremmers. Ook het aantal nieuwe
besmettingsgevallen is teruggedrongen. Maar cynisch genoeg, stabiliseert zich
deze epidemie bijvoorbeeld in Sub-Sahara Afrika - deels vanwege hhet aantal
doden. En het aantal AIDS-wezen beloopt inmiddels circa 15,2 miljoen (waarvan 80
procent in Sub-Sahara Afrika). De malaria preventie is toegenomen. Het gebruik
van met insecticide behandelde klamboes is in sommige landen verdrievoudigd
sinds 2000. Maar nog altijd overlijden er in Sub-Sahara Afrika dagelijks 2000
kinderen aan malaria. Wat tuberculose betreft, kan verdere verspreiding naar
verwachting globaal worden tegengegaan. Maar ook hier vormt Sub-Sahara Afrika
een uitzondering; hier is het aantal infecties juist opgelopen.
Moeder- en kindsterfte (MDG's 4 en 5) is een belangrijke prioriteit in het
beleid van minister Koenders. Dit is simpelweg te verklaren vanuit de urgentie.
Want enkele successen ten spijt, is nog altijd een kwart van de kinderen in
ontwikkelinglanden ondervoed. Recent door Unicef gepubliceerde cijfers zijn
schokkend: elke twintig seconden sterft een kind door gebrek aan schoon
drinkwater. In 2006 was - voor het eerst sinds kindersterfte wordt gemonitord -
het aantal sterfgevallen minder dan tien miljoen per jaar. Ook al is dat
vooruitgang, deze cijfers zijn nog altijd schrijnend. En ook hier weer geldt: de
helft van de kindersterfte vindt plaats in Sub-Sahara Afrika.
Moedersterfte is één van de doelen die het meest achterloopt. Meer dan een
half miljoen moeders in ontwikkelingslanden sterft tijdens de bevalling of door
complicaties gedurende de zwangerschap. Dit is jaarlijks een stad ter grootte
van Rotterdam. Dit betekent dat wereldwijd dagelijks vijftienhonderd vrouwen
sterven in het kraambed. Om te vergelijken; in Nederland sterven jaarlijks zes
vrouwen in het kraambed.
Voor wat betreft MDG 7, de bescherming van het milieu, iedereen schoon
drinkwater en minder mensen in sloppenwijken is gelukkig een positievere trend
te constateren. Dit doel kan op sommige punten gehaald worden in 2015. Sinds
1990 heeft meer dan anderhalf miljard mensen toegang gekregen tot schoon
drinkwater. Ook het deel van de bevolking dat gebruik kan maken van sanitaire
voorzieningen is gestegen naar meer dan vijftig procent. Helaas is het aantal
mensen dat in een sloppenwijk woont, toegenomen. Meer dan een derde van de
groeiende stedelijke bevolking in ontwikkelingslanden woont zelfs in
sloppenwijken, al zijn er wel grote verschillen tussen sloppenwijken.
In deze tijd van financiële crisis is het perspectief op het behalen van MDG
8, meer eerlijke handel en schuldverlichting, in het bijzonder onzeker.
Uitgangspunten met betrekking tot de inspanningen van ontwikkelde landen, zoals
0.7 % van het BNP uitgeven aan ontwikkelingshulp, staan onder grote druk: het
gemiddelde is onder de 0.3 % gebleven. En slechts vijf landen voldoen aan de
door de VN vastgestelde norm, waaronder Nederland.
Zoals ik al zei, de VN-analyse van de MDGs werd gemaakt voordat de financiële
crisis in alle hevigheid uitbrak. In de afgelopen maanden is veel gesuggereerd
over de gevolgen van die crisis voor de wereldeconomie. Maar één ding staat
buiten kijf, namelijk dat ontwikkelingslanden buiten hun schuld om het
slachtoffer van de kredietcrisis dreigen te worden. De positieve ontwikkelingen
van de afgelopen jaren dreigen zelfs teniet te worden gedaan. Zij zijn de
kwetsbaarste groep. Om een quote van minister Koenders aan te halen: 'als een
orkaan over het land raast, storten de zwakste huizen het eerst in'.
De risico's voor ontwikkelingslanden zijn divers. Veel landen zijn erg
kwetsbaar voor de gevolgen van de crisis. Vanwege de afnemende handel wordt
lenen in ontwikkelingslanden duurder en moeilijker. Dat is desastreus voor de
beginnende economische groei en de aanpak van armoede in die landen. Ook dreigen
kapitaalstromen richting ontwikkelingslanden fors af te nemen als gevolg van
lagere exportcijfers, minder investeringen en afnemende geldovermakingen door
migranten en kleinere hulpstromen. En dit is nog maar een kleine selectie van
alle mogelijke gevolgen.
Dames en heren, de diagnose is gesteld. Wat moet er nu, volgens ons,
gebeuren? Het recept dat ik u vanavond wil meegeven, bestaat uit enkele
ingrediënten:
Om te beginnen, nemen we als basis dat landen zich juist in deze tijd moeten
vasthouden aan internationale afspraken over de hoogte van
ontwikkelingssamenwerking. Ik noemde dit al. Donorlanden moeten de afspraak
nakomen om in 2015 0,7 procent van hun BNP aan ontwikkelingssamenwerking te
besteden. Maar ook ontvangende landen moeten hun afspraken nakomen. Dat
betekent; goed bestuur, corruptiebestrijding en het stellen van de juiste
prioriteiten. Het commitment moet van twee kanten komen.
Wat we hieraan toevoegen is een flinke dosis vastberadenheid om ontvangende
landen stevig te blijven aanspreken op hun verantwoordelijkheid. Juist in een
tijd waarin de zin (en onzin) van ontwikkelingshulp veelvuldig ter discussie
wordt gesteld, is het noodzaak dat we niet alleen de goede dingen doen, maar ook
de dingen goed doen. Minister Koenders hecht hier groot belang aan: wij gaan het
debat over ontwikkelingssamenwerking niet uit de weg, we gaan het juist aan.
Daarbij maken we duidelijk dat wij ons, nog meer dan voorheen, willen inzetten
voor het tegengaan van versnippering, het vergroten van de effectiviteit en het
bestrijden van corruptie.
Het is wèl van belang ons daarbij van twee zaken bewust te zijn:
Het is met dit doel voor ogen dat minister Koenders in juni 2007 opriep tot
het sluiten van akkoorden: samenwerkingsverbanden tussen particulieren,
bedrijven, maatschappelijke organisaties, kennisinstituten, en lokale overheden.
In deze Akkoorden van Schokland staan afspraken en plannen over de concrete
inzet van betrokkenen voor de MDGs. Naast de ruim duizend individuele akkoorden
werden 36 akkoorden gesloten tussen bedrijven, (kennis-)instellingen, vakbonden
en andere organisaties.
Een van de Schoklandakkoorden had als doel om een jaar later vijftig
millenniumgemeenten te hebben in Nederland. Dit akkoord loopt bijzonder goed en
de gemeente Dronten is daar het meest recente bewijs van. Momenteel kent
Nederland zelfs 91 Millenniumgemeenten!
Ik heb begrepen dat de gemeente Dronten zich specifiek richt op MDG 7 en 8.
Dat de gemeente Dronten bijvoorbeeld meer stroom produceert dan het verbruikt.
Ook hoorde ik dat uw gemeente zich hard maakt voor duurzame landbouw en
biologische teelt en dat het komende jaar in het teken staat van MDG 8: fair
trade, duurzame inkoop, en steun aan wereldwinkels.
Zoals ik hiervoor al aangaf, ligt met name bij millenniumdoel 8 het werk voor
het opscheppen. Want de subdoelen van dit MDG betreffen ook zaken als het
terugdringen van de werkloosheid onder jongeren in ontwikkelingslanden, het
bieden van toegang tot medicijnen aan de bevolking en de samenwerking met de
particuliere sector teneinde nieuwe technologieën, zoals op het gebied van
informatievoorziening en communicatie, ter beschikking te stellen.
Initiatieven als het uwe zijn dus alle, initiatieven die er werkelijk toe
doen; het is echt verheugend te zien dat overal in het land mensen actief zijn
geworden om de millenniumdoelen dichterbij te halen. Gemeenten hebben hierbij
een belangrijke spil-functie. Wij zien de gemeente als facilitator en
katalysator, als een essentiële schakel tussen alle initiatiefnemers. Een
gemeente kan inwoners stimuleren en initiatieven aan elkaar koppelen.
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking wil dit soort initiatieven dan ook
graag versterken en het ministerie waar ik deel van uitmaak zoekt naar manieren
om dat te doen. Binnenkort willen we een website openen die het mogelijk moet
maken verschillende mensen, met uiteenlopende ideeën en initiatieven bijna
letterlijk 'aan elkaar te koppelen'; u hebt ideeën, wij hebben ervaring en
kennis van bestaande samenwerkingsverbanden. We denken dat er met het
gemakkelijker maken van het uitwisselen van al deze informatie nog veel te
winnen is. Vandaar dat ik deze gelegenheid te baat neem, niet alleen om u uit te
nodigen de website
www.millenniumakkoorden.nl (http://nl.sitestat.com/minbuza/minbuza/s?www.millenniumakkoorden.nl&ns_type=clickout&ns_url=http://www.millenniumakkoorden.nl)
tezijnertijd te bezoeken, maar ook een delegatie te sturen naar de bijeenkomst
die we eind maart in Den Haag voorzien om voor deze website, in aanwezigheid van
de minister, het startschot te geven.
Ik wens u veel sterkte met het verder vorm geven van de millenniumgemeente
Dronten en hoop tot snel weerziens voor een nadere gedachtenwisseling.
Hartelijk dank voor uw aandacht.
Ministerie van Buitenlandse Zaken