Senternovem
12-02-2009 | Proeftuinen Duurzame Mobiliteit in het voorjaar van start
Het programma Proeftuinen voor Duurzame Mobiliteit is de uitwerking
van de Innovatieagenda Energie voor het thema Duurzame Mobiliteit. Een
viertal demo- pilotclusters vormt het hart van het programma dat tot
stand kwam in nauwe samenwerking met het Platform Duurzame Mobiliteit
van EnergieTransitie. Alexander Hablé, themacoördinator Duurzame
Mobiliteit van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, ligt het
programma toe.
"Doel van het programma Proeftuinen is om innovaties die eigenlijk
bijna marktrijp zijn (of worden), te helpen sneller naar de markt te
brengen", vertelt Hablé. "De hoofdlijnen concentreren zich rond vier
transitiesporen: `2e generatie biobrandstoffen', `hybride en
elektrisch', `waterstof' en `slimme auto's'. Het idee is om door
middel van proeven en launching customership nieuwe, bijna marktrijpe
technieken die er zijn, uit te voeren in de praktijk, er lering uit te
trekken en vervolgens te helpen lanceren."
Consortia die keten vertegenwoordigen
Rond alle vier transitiesporen zijn demo's en pilots in ontwikkeling.
Hablé: "Je kunt je voorstellen dat er allerlei verschillende partijen
zijn die iets willen rond deze sporen. Als het gaat om de elektrische
auto bijvoorbeeld, heb je niet alleen te maken met een
auto-ontwikkelaar en -fabrikant, maar ook met de aanbieder van stroom,
de netbeheerder, de aanbieder van het systeem waarmee je de stroom
slim aftapt en betaalt en met de partij die een rol speelt bij de
standaardisatie van alle randapparatuur. Bij de ontwikkeling van
de pilots is de opzet dan ook dat meerdere bedrijven een consortium
vormen waarin alle schakels van de keten zijn vertegenwoordigd."
Smaakmakende projecten
Het voornemen is het proeftuinenprogramma dit voorjaar te lanceren.
"Ook komen we dan met een vooraankondiging om partijen uit te nodigen.
Het idee is om uiteindelijk een aantal grote smaakmakende projecten te
starten die er echt toe doen; we zien liever een beperkt aantal
grote pilots waarvan iedereen kan leren dan dat er overal kleine
initiatieven ontstaan die op zich eigenlijk weinig levensvatbaar
zijn." De vorm van subsidieverlening wordt per deelprogramma nader
uitgewerkt. Naast het uitschrijven van tenders of het inrichten van
een loket waar partijen voorstellen kunnen indienen, is ook
rechtstreekse opdrachtverlening voor specifieke projecten denkbaar.
Flankerend beleid
Behalve als `subsidieverlener' is er voor de overheid ook een
belangrijke rol weggelegd als launching customer voor kansrijke
innovaties en duurzaam inkoper. Daarnaast is natuurlijk ook het
opzetten van goed flankerend beleid essentieel, bijvoorbeeld wat
betreft vergunningverlening en als het gaat om veiligheid. "Maar zeker
ook op het gebied van fiscaliteit", zegt Hablé. "Voor biobrandstoffen
en elektrische auto's is dat ontzettend belangrijk. Een elektrische
auto is namelijk veel duurder in aanschaf dan een gewone auto, terwijl
het gebruik ervan weer veel goedkoper is. Die kostenhobbel moet
overwonnen worden en fiscaal beleid kan daarbij helpen."
Betrokkenheid platform Duurzame Mobiliteit
Proeftuinen Duurzame Mobiliteit is in nauwe samenwerking met het
EnergieTransitie-Platform Duurzame Mobiliteit tot stand gekomen.
Hablé: "Er is sprake geweest van een echte wisselwerking tussen
overheid en platform. Zij denken mee, adviseren, vervullen een
strategische rol, organiseren de markt en brengen veel kennis in over
toe te passen criteria bij projecten en project- en procesaanpak. Ook
in het vervolgtraject zullen ze een belangrijke speler zijn."
Maatschappelijke verwachting temperen
Op de vraag wanneer dat vervolgtraject erin resulteert dat we in
Nederland allemaal in een elektrische auto rijden, antwoordt Hablé:
"We proberen de maatschappelijke verwachtingen in overeenstemming te
brengen met wat haalbaar en mogelijk is. Als het gaat om elektrische
auto's hoor je mensen nogal eens zeggen: `hè, hè, eindelijk eens een
oplossing die dichtbij staat.' Maar voordat het ook echt effectief is,
is het nodig nog heel wat vragen op te lossen: het duurt nog wel een
aantal jaar voordat de mainstream markt voor elektrische auto's tot
ontwikkeling komt en die elektrische auto ook daadwerkelijk massaal op
de Nederlandse wegen rijdt. Grootschalige industrialisatie is te
verwachten binnen enkele jaren en daar moeten we ons nu op
voorbereiden."