Senternovem

12-02-2009 | Procesintensificatie: grote voordelen en economisch noodzakelijk

Procesintensificatie kan resulteren in een enorme verbetering van de energie-efficiency. Dat werd duidelijk tijdens de eind vorig jaar in de Van Nelle-fabriek georganiseerde expertmeeting Ketenefficiency waar veel aandacht uitging naar Procesintensificatie (PI). Hans de Wit, voorzitter van de Action Group PI van het platform Ketenefficiency: "De komende vijf jaar gaan we aantonen dat PI resultaten oplevert."

Action Group PI werkt dit eerste kwartaal van 2009 hard aan de voorbereiding van de call for proposals rond drie van de elf programmalijnen - de zogeheten 1e fase programmalijnen - uit het Actieplan Procesintensificatie. Het gaat om `Alternative energy based operations', `Transport limited processes' en `PI process analysis tools'. Elk van deze programmalijnen voorziet in fundamenteel onderzoek, toegepast onderzoek en pilot- en demonstratieprojecten. Daarnaast start een vierde programmalijn met de naam `Skyline team long term perspective'. Hier staat de meer visionaire vraag centraal hoe je de industrie, los van de huidige installaties, met de kennis van vandaag geheel opnieuw zou kunnen ontwerpen. Voor deze lijn, die waarschijnlijk vorm krijgt in een aantal brainstormsessies gaat geen call for proposals uit. De overige zeven programmalijnen starten naar verwachting volgend jaar.

Geen luxe, maar noodzaak
De voordelen van procesintensificatie zijn groot, maar verschillen wel per sector, maakt De Wit duidelijk. Zo is in de petrochemische industrie een verbetering van de energie-efficiency met 5% haalbaar binnen 10 tot 20 jaar. Voor een verbetering van 20% is een periode van 30 tot 40 jaar nodig. Een farmaceutisch bedrijf zal sneller resultaten boeken en kan binnen 5 tot 10 jaar rekenen op een overall kostenbesparing van 20%. Overigens benadrukte De Wit dat PI geen luxe maar bedrijfseconomische noodzaak is: "Bedrijven in Noordwest Europa die binnenkort besluiten PI in te voeren, zullen in staat zijn concurrerend te blijven, of dat te worden."

Belemmeringen
Hoewel er met PI veel winst te behalen valt, stuit de snelle invoering vooralsnog echter ook op een aantal barrières. De Wit: "In de eerste plaats zijn er technische belemmeringen. Er is meer fundamenteel onderzoek nodig, er zijn te weinig testfaciliteiten en het is lastig om PI toe te passen in bestaande productiebedrijven. In de tweede plaats zijn er economische hindernissen en betalen nieuwe procestechnologieën zich bijvoorbeeld nog onvoldoende uit. Bovendien zijn er te weinig leveranciers van industriële toepassingen. De derde, en wellicht de lastigste barrière, is de bedrijfscultuur. Veel ondernemingen en sectoren hebben onvoldoende kennis van PI of het ontbreekt aan oog voor internationale ontwikkelingen of aan een ketenvisie. Daarnaast zijn bedrijven soms huiverig voor R&D-samenwerking in verband met eventuele problemen over intellectuele eigendomsrechten."

Aantonen dat PI resultaten oplevert
De programmalijnen waar nu tenders voor in voorbereiding zijn, hebben een looptijd van ongeveer 5 jaar. De Wit wil deze eerste vijf jaar benutten om de bestaande barrières af te breken en PI-technologie op de werkvloer introduceren. De programmalijn `PI process analysis tools' speelt daarbij een hoofdrol. Daarbij draait het voor een belangrijk deel om onderzoek naar en ontwikkeling van (nieuwe) sensortechnieken ten behoeve van procescontrole en modellering. De Wit: "De voedingsmiddelenindustrie en de fine chemicals leveren op dit moment onvoldoende rendement op doordat hun productieproces niet optimaal is ingericht. Alleen al voor de Nederlandse zuivelindustrie belopen de kosten daarvan jaarlijks een bedrag tussen de 100 en de 200 miljoen euro. Nederlandse universiteiten doen momenteel `state-of-the-art-research' naar nieuwe sensortechnieken. Nauwe samenwerking tussen universiteiten, kennisinstellingen, producenten van meetapparatuur en de procesindustrie moet leiden tot innovatie van ontwerp en uitvoering van de bestaande productieprocessen in de procesindustrie. We hebben dit heel bewust als een van de grote `opstartlijnen' gekozen omdat we daarmee kunnen aantonen dat de opzet en de samenwerking al binnen vijf jaar resultaten oplevert. Dat maakt het gemakkelijker om de rest van het programma op te starten."