European Union



Brussel, 11 februari 2009

OPTA-voorstel voor meer concurrentie op de omroepmarkten krijgt goedkeuring van de Commissie

In een brief die vandaag bekend wordt gemaakt, heeft de Europese Commissie, rekening houdend met de specifieke situatie op de Nederlandse markt, haar goedkeuring gegeven aan een voorstel van de Nederlandse telecomregulator om verplichtingen op te leggen aan Ziggo, UPC, Delta en CAIW, de vier grootste kabelexploitanten in Nederland. Deze verplichtingen zullen ervoor zorgen dat alternatieve aanbieders van radio- en televisiesignalen (rtv) effectiever kunnen concurreren met het omroepaanbod op de kabel. Bovendien zullen Ziggo en UPC moeten toestaan dat andere marktspelers hetzelfde analoge radio- en televisiepakket aanbieden en diensten leveren aan consumenten. De Commissie heeft OPTA ook verzocht de analoge transmissie niet te verlengen omdat dit tot inefficiënte investeringen zou kunnen leiden en de ontwikkeling van innovatieve digitale diensten en infrastructuur zou kunnen remmen. OPTA moet de bijzondere voorwaarden van de corrigerende maatregelen snel en effectief opleggen om een marktstructuur tot stand te brengen die zich beter leent voor concurrentiedynamiek.

"Ik ben het helemaal eens met de Nederlandse telecomregulator OPTA dat er op de omroepmarkten in Nederland meer concurrentie moet komen", aldus Viviane Reding, EU-commissaris voor Telecommunicatie. "Daarom heeft de Europese Commissie vandaag het licht op groen gezet voor voorstel van OPTA om in Nederland maatregelen ter bevordering van de concurrentie te nemen. Consumenten in Nederland vragen om een beter en voordeliger aanbod aan omroepdiensten".

Neelie Kroes, commissaris voor Concurrentiebeleid, heeft daaraan toegevoegd: "Het reguleren van analoge rtv mag er niet toe leiden dat de digitalisering wordt uitgesteld. Daarom moet de Nederlandse toezichthouder de wederverkoopverplichting voor analoge rtv-programma's zo snel mogelijk weer intrekken".

In Nederland ontvangt circa 80% van de huishoudens radio- en televisiediensten van kabelexploitanten. Alternatieve platforms zoals satelliet, digitale ether, DSL en glasvezel hebben in Nederland nog maar weinig voet aan de grond gekregen. Digitale televisie via de ether en de satelliet heeft een marktaandeel van bijna 10%, terwijl IP-TV (digitale televisie via het internet) nauwelijks 1% van de markt vertegenwoordigt. Met deze maatregel zorgt OPTA ervoor dat alternatieve platformen analoge transmissie over de kabel kunnen aanbieden en hun eigen digitale aanbod verder kunnen ontwikkelen.

In een brief die zij vandaag bekend heeft gemaakt, heeft de Commissie daarom haar goedkeuring verleend aan het voorstel van OPTA om de kabelnetwerken open te stellen zodat meer concurrentie op de Nederlandse omroepmarkt ontstaat. Daarbij heeft de Commissie er rekening mee gehouden dat de Nederlandse markt gekenmerkt wordt door het belang van analoge rtv-signalen, die geleverd worden via een sterke kabelinfrastructuur met landelijke dekking. De Commissie heeft de toezichthouder ook verzocht te voorkomen dat analoge rtv-transmissie onnodig wordt verlengd omdat dit in de weg zou staan van efficiënte investeringen in digitale infrastructuur en de ontwikkeling van innovatieve digitale diensten. De Commissie heeft de toezichthouder ook verzocht de wederverkoopverplichting, inclusief de bijzondere voorwaarden, zo gauw mogelijk op te leggen, zodat snel een marktstructuur tot stand komt die zich beter leent voor concurrentiedynamiek. Zodra zo een marktstructuur bereikt is, moet de voorgestelde verplichting zo snel mogelijk weer worden ingetrokken.

Achtergrond:

Op 9 januari 2009 heeft OPTA, zoals voorgeschreven in artikel 7 van de Kaderrichtlijn, de Commissie in kennis gesteld van een ontwerp-besluit over de wholesalemarkt voor omroeptransmissiediensten in Nederland.

De structuur van de omroepmarkt in Nederland verschilt hierin van de meeste andere EU-lidstaten dat de kabel er het meest geconcentreerde netwerk is, met een breed aanbod aan analoge rtv-signalen.

OPTA heeft vastgesteld dat vier belangrijke kabelexploitanten (Ziggo, UPC, Delta en CAIW) op de Nederlandse omroepmarkten een dominante positie bekleden en heeft voorgesteld corrigerende maatregelen aan hen op te leggen. Alleen de twee grootste exploitanten (Ziggo en UPC) moeten (op basis van gereguleerde prijzen) toegang tot hun netwerken verlenen zodat alternatieve exploitanten dezelfde analoge televisieprogramma's kunnen aanbieden. De overige twee aanbieders (Delta en CAIW) krijgen lichte maatregelen opgelegd.

De brief van de Commissie aan OPTA, de Nederlandse toezichthouder, is gezonden overeenkomstig de "procedure van artikel 7", die vastgelegd is in artikel 7 van de EU-Kaderrichtlijn inzake telecommunicatie (MEMO/08/620). Deze procedure laat de nationale telecomregulatoren heel wat bewegingsruimte om voor daadwerkelijke concurrentie te zorgen, maar houdt wel dat ze ontwerp-maatregelen aan de Commissie moeten melden. Als de maatregelen betrekking hebben op marktdefinities en analyses over aanmerkelijke marktmacht van exploitanten, kan de Commissie de toezichthouder vragen deze in te trekken. Als het om corrigerende maatregelen gaat, kan de Commissie opmerkingen maken waarmee de nationale telecomregulator zoveel mogelijk rekening moet houden. Er loopt momenteel een wetgevingsprocedure bij het Europees Parlement en de Raad over een voorstel dat de Commissie heeft ingediend om meer toezicht te kunnen houden op corrigerende maatregelen (IP/07/1677). De door de Nederlandse toezichthouder gemelde maatregel betreft de tweede marktanalyse van omroeptransmissiediensten op wholesaleniveau in Nederland.

De brief van de Commissie zal beschikbaar zijn op:

http://circa.europa.eu/Public/irc/infso/ecctf/library?l=/commissionsde cisions&vm=detailed&sb=Title