Platform Biologica
Masterclass Michael Pollan - deel 1
Wo 11 februari 2009
Gistermiddag en -avond vond de masterclass "In defense of food" plaats
voor een select gezelschap van circa 100 genodigden. Biologica
notuleerde. Deel 1 van de lezing die Michael Pollan gaf. Morgen volgt
deel 2. Vanavond (woensdag 11 februari) verzorgt Pollan een lezing in
De Duif in Amsterdam.
Verslag Masterclass Michael Pollan, 10 februari 2009, Zeist
In defense of food
Georganiseerd door Biologica en IUCN in het internationaal
hoofdkantoor van Triodos Bank, Zeist. Publiek: volle zaal met circa 90
prominente vertegenwoordigers van bedrijven en organisaties. Arjen Bos
was de gastheer. De sprekers zijn in dit verslag verkort weergegeven.
Introducties
Triodos: We doen alleen real business. We zijn daardoor niet geraakt
door de crisis. Het gaat goed, onze klanten hebben vertrouwen in ons.
Peter Jens, directeur Biologica: Ten eerste dank aan Bert van
Ruitenbeek, mijn voorganger. Mijnheer Pollan, u was
medeverantwoordelijk voor mijn huidige baan. Een tijdje geleden was ik
in de VS en kreeg uw boeken onder ogen. Dat was mijn wake-up call.
Toen ik de kans kreeg om een rol te spelen in het voedselvraagstuk,
accepteerde ik. Wat me aantrok in uw boeken was niet alleen de
kwaliteit van de antwoorden, maar vooral van de vragen. Veel mensen
hebben antwoorden. Mijn angst is dat eenvoudige antwoorden niet genoeg
zijn. Ik daag het publiek om nieuwe vragen te stellen, ook
oncomfortabele of enge vragen. Want dat is wat we vandaag nodig
hebben.
IUCN, directeur Willem Ferwerda: We verwelkomen u. Ik ben blij dat
zoveel uiteenlopende mensen hun visie willen delen. IUCN is een union
van NGOs en staten rond de vraag hoe kunnen we onze ecosystemen
duurzaam managen. () Ondanks de crisis zien we dat dingen nu langzaam
veranderen.
Introductie en lezing Michael Pollan
Ik ben nu 5 jaar professor in Californië aan de universiteit van
Berkeley. Het is een nieuwe leerstoel: schrijven over eten.
Voedseljournalistiek gaat niet alleen over recepten en kooktrends,
maar ook over politieke en beleidsmatige aspecten van voedsel.
Gastheer: Mogen we u vergelijken met die andere Michael, Michael
Moore?
Pollan: We zijn nogal verschillend. Michael Moore is misschien meer
geïnteresseerd in antwoorden dan in vragen. Ik bewonder zijn
onafhankelijkheid en durf. We zijn allebei verhalenvertalers. Dat is
belangrijk in journalistiek. Hij gaat erop uit om de gezondheidszorg
aan de kaak te stellen en vervult in zijn verhalen zelf een heldenrol.
Ik zou mezelf geen held maken.
Gastheer: In NRC Handelsblad stond een column van Louise Fresco waarin
u een sympatieke maar misleidende goeroe werd genoemd. Wat vind u
daarvan?
Pollan: Dat is haar verhaal. Het label goeroe past niet bij mij. Ik
ben een journalist, een schrijver. Doordat ik voor de New York Times
werk, kan ik met veel mensen praten, mensen in bedrijven, boeren. Ik
heb inderdaad meer vragen dan antwoorden. Ik heb als journalist de
vrijheid om mijn ideeen niet helemaal naar de politieke realiteit te
hoeven dragen. Het is niet mijn inzet om mensen te vertellen wat ze
moeten doen. Ik wil ze aan het denken zetten. En wat betreft het
sympatieke en misleidende, dat mogen jullie zelf bepalen.
Lezing Michael Pollan:
Ik ben blij om voor deze groep te spreken, een groep mensen die het
privilege hebben om andere mensen te beïnvloeden. Ik schrijf al 10
jaar over eten. Het is leuk dat IUCN dit mede organiseert, IUCN gaf me
indertijd een prijs voor het eerste artikel over eten dat ik schreef.
Voor dat artikel kweekte ik een GMO-aardappel in de tuin. Ik ben dus
niet bio, sorry. Ik doe detectivewerk op het gebied van voedsel. In
essentie volg ik het verhaal achter ons eten, van ons bord naar waar
het begint. Dat is meestal ergens onder de zon, in een veld. Zo raakte
ik geïnteresseerd. Ik ben een schrijver, en een eter die kwalificatie
deel ik met jullie allemaal. Ik ben geen deskundige. Al mijn kennis
komt van mensen zoals jullie. Het grappige is dat ik als schrijver al
die info bij jullie kan verzamelen en vervolgens wordt ik door
uitgenodigd om het aan jullie terug te vertellen.
Aardappels
Monsanto vroeg me indertijd om hun klanten te bezoeken, om te
schrijven over een genetisch veranderde aardappel die insecten doodt.
Ik stelde me de vraag: Is dit goed of slecht voor het milieu? Ik ging
naar Idaho. Daar worden in de VS alle aardappels gekweekt. Het is een
soort woestijn, verbazingwekkend groot en droog. Ik was geschokt door
wat ik zag. De boer had 40.000 acres (circa 17.000 hectare), die
verdeeld waren in cropcircles van 70 hectare. Elke cropcircle werd
door een enkel irrigatiesysteem bediend; daaruit regende het water,
insecticide en kunstmest. Als het systeem enkele dagen zou uitvallen,
was de oogst verwoest. De boer kon dat in een kleine bunker
controleren en zo bepalen om meer water, pesticide of kunstmest te
druppelen. Verbazingwekkend. Hij kweekte 1 aardappelras; een
langwerpige aardappel. McDonalds wil alleen die aardappel, omdat daar
mooie lange friet uit komt. Maar die aardappel is kwetsbaar voor
netnecrosis. Dat is een schimmel die bruine adertjes veroorzaakt; je
proeft het niet, het is een cosmetische afwijking. Maar McDonalds wil
dat niet. Daarvoor gebruiken ze een zeer sterke fungicide; dat is zon
sterk neurotoxine dat de boer 5 dagen na het sprayen niet het veld in
mag. Zelfs al de irrigatie kapot gaat, kan hij het veld niet op. Die
boer kweekte bij zijn eigen huis bio aardappelen, voor zijn eigen
gezin.
De aardappelen voor de verkoop waren pas 6 weken na het oogsten
eetbaar. Tijdens de kweek namen ze zoveel pesticiden op, dat je ze
niet kon eten. Ze moesten eerste 6 opgeslagen liggen om alle
chemicaliën uit te gassen. Zoals je een nieuw tapijt in je kantoor ook
eerst moet laten uitwasemen. Ik had daarvan allemaal van te voren geen
idee. Ik dacht: vergeet GMO. De manier waarop het normaal gebeurd, is
al schokkend.
Feedlot
Een jaar later kwam een tweede moment. Ik woonde toen nog in New
England. Ik reed over een Californische landweg, blauwe lucht,
prachtig gouden landschap. Plotseling rook ik een verschrikkelijke
lucht, zoals ik nog nooit had geroken. Ik keek rond. Alles zag er nog
prachtig uit. Maar na 2 km was het landschap ineens zwart. Een zwart
landschap met 75.000 koeien, die in hun eigen mest stonden. Het was
een feedlot, een afmesterij. Een stad van vee. Overal lagen enorme
piramides van mest en van mais. En de koeien hadden de functie om de
ene piramide om te zetten in de andere piramide. Ik had nog nooit
zoiets gezien. Het was echt een visioen van de hel. En daar had ik het
bij elkaar: de hamburgers en de Franse frietjes. Toen besloot ik meer
onderzoek te gaan doen. De manier waarop eten wordt verkocht, wijkt zo
af van hoe het wordt geproduceerd. Je ziet plaatjes van cowboys op je
vlees, niet van feedlots.
Ik vond niet per se dat het verkeerd was, zoals het gebeurde; maar het
was in ieder geval anders. Toen besloot ik een serie te schrijven, om
het eten terug te volgen naar de oorsprong.
Alle wegen leiden naar maïs
Ik begon met een Mc Donalds maaltijd. Ik volgde alles terug naar de
boerderij. En wat me verraste: al dat eten ziet er zo verschillend
uit. Maar als je helemaal terug gaat naar de bron, naar de
fotosynthese waarmee het allemaal begint (planten die energie uit de
zon halen, mineralen uit degrond, stikstof uit de lucht, via
fotosynthese. Op land kom je altijd bij planten uit, in zee begint
alles met de algen), kwam ik telkens bij een maïsveld in het
mid-westen van de VS uit. Alle wegen leidden terug naar ene maïsveld.
Ik was verbaasd hoe weinig biodiversiteit er onder al het eten ligt.
Het mais wordt door dieren omgezet in vlees. 50% van de calorieën in
de friet, komt van de olie: en die is ook van mais! De frisdrank: van
maïssiroop. Van de 20 ingredienten in kipnuggets kwam meer dan de
helft van mais. Ik kwam erachter dat mais dé bouwsteen is van het
Amerikaanse voedsel.
Ik sprak erover met een bioloog. Die zei: Ik kan zon Mc Donalds
maaltijd door de spectrometer halen en dan we kunnen we precies zien
waar de koolstof oorspronkelijk vandaan komt. Als de koolstof uit maïs
komt, kunnen we dat zien, want koolstofatomen veranderen niet als ze
van planten in vlees worden omgezet. Die meting voerden we uit. Het
bleek dat de frisdrank voor 99% maïs was. De frietjes voor 50%. De
hamburgers 70%. De kipnuggets 80% maïs. Enzovoort. Je zou die meting
met de spectrometer ook met een stukje van je eigen lichaam kunnen
uitvoeren, om te kijken voor hoeveel procent jezelf uit maïs bent
opgebouwd. De gemiddelde fastfood eter is gemaakt van maïs.
Hoe dit ontstaan is
Toen stelde ik mezelf de vraag: hoe is dit ontstaan? Hoe hebben we de
biodiversiteit verloren? De ontwikkeling van hybride maïs bleek stap
1. Daarmee konden kwekers hun investering beschermen. Een tweede stap
was het beschikbaar komen van nitraat als kunstmest. Die is in 1911
uitgevonden. Het maken is een proces van hoge energie, op basis van
diesel of gas. De hybride maïs is erop gekweekt om van kunstmest te
groeien. Maar kunstmest is pas na WOII echt groot geworden. De
overheid stimuleerde toen dat bommenproductie zou worden omgezet in
kunstmest, want ze gebruiken hetzelfde uitgangsmateriaal. Dat geldt
ook voor pesticiden: die komen uit zenuwgas. Iemand zei eens:
feitelijk eten we nog steeds de restjes van WOII.
Subsidie is een ander aspect. Sommige boeren kunnen nu 200 tot 300
bushels maïs van een acre afhalen. Dat kan omdat er in de VS maar vijf
soorten gewas gesubsidieerd worden waaronder mais, soja, tarwe en
aardappels. Vroeger had een boer 40 dieren. Hij had granen, kippen, 14
verschillende producten. In de loop der jaren liep dat terug. Nu teelt
een boer maar 2 producten: maïs en soja. Als je nu naar het Mid-Westen
van de VS kijkt, zie je het meest doorontwikkelde landschap ter
wereld. 98 % is mensgemaakt: maïs, maïs, maïs, zover als je kunt zien.
Het resultaat is een enorme overproductie. Dit heeft tot veel
problemen geleid. Monoculturen zijn krachtig en efficient. Maar ze
komen tegen hoge kosten. Ik ging naar de feedlots, en bezocht de
rafinerijen waar de maïs in allerlei andere stoffen wordt omgezet. De
maïs bracht 1.7 dollar per bushel op. Dat is een enorme hoeveelheid
eten voor weinig geld. Het kost de boeren echter 2 x zoveel om het te
produceren. De boeren zijn dus afhankelijk van subsidie om geld te
verdienen, en vaak nog een bijbaan van hun vrouw. Dit creëert een
goedkoop-eten economie. Hiermee kan je frisdrank heel goedkoop maken.
De porties enorm maken. De voedselindsturie heeft de afgelopen
tientallen jaren al zijn intelligentie en talent gebruikt om maïs te
verkopen, om van die enorme berg maïs af te komen. Dat geldt ook voor
de biobrandstof. Ethanol is bedacht om van de mais af te komen. Niet
om energie te besparen. Want dat doet het niet.
De feedlots maakten het vlees goedkoop. Officieel heten ze CAFOs. Ze
zijn verbazingwekkend. De dieren staan er de hele dag in hun mest, ze
leven 6 maanden, en zijn continu ziek. Ze worden 24/7 gevoed. Ze
krijgen 90% mais. Terwil koeien helemaal gebouwd zijn om gras te eten.
Met antibiotica worden ze in leven gehouden. Ze krijgen hormonen. Op
die manier wordt 1200 pond stier gekweekt in 11 maanden. Daarom kosten
de hamburgers minder dan een dollar.
Het is moeilijk om te vechten tegen goedkoop voedsel. Regeringen
houden er niet van als het voedsel duurder wordt. In Amerika wordt
hiervoor gezorgd door de maïs. En in toenemende mate de soja. De maïs
levert de energie. Het soja levert de eiwitten.
Wat zijn de gevolgen van dit systeem?
Boeren gebruiken twee keer zoveel kunstmest als nodig, ze noemen dat
oogstverzekering. De overtollige kunstmest spoelt uit in de
Mississipi. Stroomafwaarts hebben sommige steden om de zoveel tijd een
blue baby alert. De nitraatvervuiling van het drinkwater is dan zo
groot dat babys vergiftigd kunnen raken. Er ligt daar nu een dode zone
ter grootte van Masachusets, waar de stikstof het water totaal heeft
doodgemaakt. Ook wordt in de VS nog Atrozine op 79% van de maïsvelden
gebruikt. In Nederland is dit verboden. Een concentratie van 1,5 ppm
in het water is genoeg om mannelijke kikkers hermafrodiet te maken.
Er zijn ook problemen met bacteriën. E-coli 0157 is ontstaan in de
feedlots. Er ontstaat daar een zuur milieu waarin bacteriën muteren.
E-coli 0157 is een nieuwe mutatie die een gifstof produceert die de
nierfunctie van kinderen blokkeert. Deze bacterie duikt regelmatig op
in de VS.
Er zijn nog maar 13 enorme slachterijen in de hele VS. Die slachten
400 koeien per uur. Dat levert natuurlijk problemen op. De mest komt
vaak in het vlees. Er zijn allerlei high tech oplossingen om het weer
schoon te maken: zuurbaden, straling, etc. Maar basically komt er mest
in het vlees terecht.
De regering betaalt 4 tot 5 miljard per jaar om al die goedkope mais
mogelijk te maken.
En er zijn de kosten voor de gezondheidszorg. De frisdrank in de
fastfood zaken wordt nu in 20 ounce, 48 ounce cups en 64 ounce cups
geserveerd. Die laatste is echt een emmer frisdrank. Een halve pond
suiker. En er zijn mensen die dat opdrinken. Natuurlijk hebben we een
epidemie van diabetes type 2. Van de kinderen die nu in de VS geboren
worden, zal 1 op de 3 type 2 diabetes ontwikkelen. Dat betekent: 7
jaar minder levensverwachting, 90% kans op hartziekten, grote kans op
blindheid.
En er is de vetzucht. De VS kent 60% overgewicht. Is dat het resultaat
van goedkoop eten? Het begon in VS in de jaren 80. Dat was toen de
productie van soja en maïs sterk begon te stijgen. Sinds 1980
produceren de boeren 600 calorieën per dag meer. We eten er daarvan
300 calorieën op. Vooral gehydrogeneerde soja en maïsstroop.
Voedselmarketeers zijn er erg goed in om ons te overtuigen dit te
eten. Onze hele voedseleconomie is erop gebaseerd om mensen meer te
laten eten. Dit komt in conflict met de manier waarop ons lichaam is
gebouwd.
(wordt vervolgd)