Datum: 11 februari 2009
Nadere informatie verkrijgbaar bij: Johan Verbruggen, Jasper de Jong
en Dick Morks
Groeiramingen CPB niet systematisch te hoog of te laag
In de Macro Economische Verkenning, de raming die het Centraal
Planbureau (CPB) jaarlijks op Prinsjesdag presenteert, heeft het CPB
gedurende de jaren 1971-2007 de economische groei in het komende jaar
gemiddeld juist voorspeld. Over- en onderschattingen compenseren
elkaar precies. Dit betekent dat - in tegenstelling tot de officiële
ramingen in vrijwel alle andere Europese landen - de groei niet
systematisch wordt over- of onderschat. Absoluut genomen, dus los van
het teken van de voorspelfout, wijken de CPB-ramingen voor de
economische groei gemiddeld ruim 1%-punt af van de gerealiseerde
groei. Zowel in nationaal als internationaal opzicht presteert het CPB
daarmee gemiddeld. De economische groei in het lopende jaar wordt
trefzekerder geraamd.
Tot deze conclusie komen CPB-onderzoekers Henk Kranendonk, Jasper de
Jong en Johan Verbruggen in het vandaag verschenen CPB Document
Trefzekerheid CPB-prognoses 1971-2007. Deze studie gaat in op de
trefzekerheid van CPB-prognoses voor diverse kerngrootheden van de
Nederlandse economie en plaatst deze trefzekerheid in een nationaal en
internationaal perspectief.
Beleidsvoorbereiding vereist meer dan een 'goed' getal
Het voornaamste doel van de CPB-ramingen is niet het precies juist
voorspellen van de economische groei en andere macro-economische
grootheden, maar veeleer het bieden van een goed en onderbouwd inzicht
in de vraag hoe de Nederlandse economie zich zal ontwikkelen gegeven
een aantal veronderstellingen. Het CPB kan onderbouwde ramingen
bieden, maar nooit zekerheid over de economische ontwikkelingen. De
economie gedraagt zich nu eenmaal minder wetmatig dan bijvoorbeeld
natuurkundige verschijnselen. Ook het CPB kan geen zekerheid bieden
over bijvoorbeeld veranderingen in de dollarkoers, de olieprijs en de
wereldhandel; belangrijke bouwstenen voor de raming van de Nederlandse
economische groei. Gebeurtenissen als natuurrampen en terroristische
aanslagen zijn niet te voorspellen, maar hebben wel een grote invloed
op de internationale en nationale economische ontwikkeling.
Voorspelfouten onder de loep
Het CPB publiceert vier keer per jaar ramingen voor de economische
groei in het lopende en het komende jaar. Gemiddeld genomen heeft het
CPB sinds 1971 de economische groei in het lopende en komende jaar
nagenoeg juist voorspeld. Over- en onderschattingen heffen elkaar
grotendeels op. De gemiddelde absolute voorspelfout varieert van 0,7
tot 1,2%-punt, afhankelijk van welke ramingspublicatie (CEP, MEV,
juniraming, decemberraming) het betreft. De gemiddelde absolute
voorspelfout van de contractloonstijging en de inflatie is wat
kleiner, die van de volumegroei van de particuliere consumptie en de
investeringen wat groter. In het onderzoeksrapport wordt naast de
gemiddelde voorspelfout en de gemiddelde absolute voorspelfout ook een
groot aantal andere indicatoren voor de trefzekerheid geanalyseerd.
Een versnelling of vertraging van de economische groei werd
bijvoorbeeld in 60% van de ramingen juist voorspeld.
Inschatting van internationale economie cruciaal
Voor de meeste economische grootheden vormen de aannames over
internationale ontwikkelingen verreweg de belangrijkste bron van de
voorspelfouten. Deze spelen logischerwijs een relatief grote rol voor
een kleine, open economie als de Nederlandse. De economische
ontwikkeling in het buitenland is op zichzelf al lastig te ramen, maar
wordt ook nog beïnvloed door onvoorziene gebeurtenissen, zoals
terroristische aanslagen en het oplopen van geopolitieke spanningen.
Naast onjuiste verwachtingen over de situatie in het buitenland zijn
ook de bijstellingen van voorlopige CBS-cijfers, verwerkte inzichten
van specialisten en de onvolmaaktheid van het gebruikte
macro-econometrische model van invloed op het maken van
voorspelfouten.
Verschillen tussen ramingsinstanties gering
Een vergelijking van de CPB-ramingen voor de economische groei met
ramingen voor Nederland van het IMF, de OESO, de Europese Commissie en
diverse banken leert dat de verschillen klein zijn. Hoe goed een
instelling presteert, hangt mede van de gekozen indicator van
trefzekerheid af. Zo scoort het CPB in de periode 1998-2007 het beste
op het voorspellen van groeiversnellingen of -vertragingen, maar
behalen enkele banken een iets kleinere gemiddelde absolute
voorspelfout.
Mogelijkheden tot verbeteren trefzekerheid beperkt
De studie sluit af met een evaluatie. Daarin wordt besproken hoe het
CPB zijn ramingen kan verbeteren, maar ook hoe het CPB met onzekerheid
omgaat. De trefzekerheid van de ramingen zou vooral kunnen profiteren
van een betere inschatting van buitenlandse ontwikkelingen, maar dit
is slechts tot op zekere hoogte mogelijk. Het verbeteren van de
gebruikte ramingsinstrumenten, zoals het macromodel en het stelsel van
'leading indicators', biedt slechts in beperkte mate soelaas. De
ramingen zullen altijd onzeker blijven. Daarom presenteert het CPB in
publicaties over de prognoses, in aanvulling op de centrale projectie,
vrijwel altijd een aantal onzekerheidsvarianten. Deze varianten bieden
een goede mogelijkheid om op specifieke risico's in te gaan en de
gevolgen te laten zien indien de vooraf bedachte risico's bewaarheid
worden.
CPB Document 178, 'Trefzekerheid CPB-prognoses 1971-2007' is te
bestellen bij:
Bibliotheek Centraal Planbureau
Postbus 80510
2508 GM Den Haag
Telefax: 070-3383350
E-mail: bibliotheek@cpb.nl
Prijs: 9,- euro
De publicatie is is tevens (gratis) beschikbaar als PDF-bestand.
Centraal Planbureau