30 jaar Iraanse revolutie
Iran, de nacht van 11 op 12 februari 1979. Revolutionairen
nemen de nationale radio- en tv-stations over en roepen de
overwinning uit. Het regime van de Shah is officieel ten einde.
Asef Bayat houdt 12 februari een lezing over 30 jaar Iran: `The
revolution that never was'.
Asef Bayat is hoogleraar Maatschappij en cultuur van het
moderne Midden-Oosten in de School of Middle Eastern Studies.
Hij is gespecialiseerd in onder meer sociale bewegingen,
waaronder fundamentalistisch islamitische. In 2007 publiceerde
hij Making Islam Democratic. Social Movements and the
Post-Islamist Turn (Stanford University Press), een
vergelijkende studie van ontwikkelingen in Egypte en Iran. In
het boek geeft hij een nieuwe interpretatie van de Iraanse
revolutie van 1979. De gangbare mening onder onderzoekers is
dat die revolutie de culminatie was van een islamitische
beweging die zich vanaf de late jaren zestig had ontwikkeld.
Bayat betoogt echter dat de islamisering van staat en
maatschappij een secundaire, grotendeels van bovenaf opgelegde
ontwikkeling was van na de revolutie.
---
-------------------------
Foto Bayat: Donderdag 12 februari
`Iran: 30 years of a revolution that never was'
Lezing door prof.dr. Asef Bayat
School of Middle Eastern Studies
Universiteit Leiden, Matthias de Vrieshof 2, zaal 002 te Leiden
---
-------------------------
Islamitische revolutie?
`De gebeurtenissen van 1979, met een aanloop van anderhalf
jaar, waren een revolutie, daar is geen twijfel over mogelijk',
zegt Bayat. `Het was een belangrijke sociale en politieke
omwenteling, waarbij een groot aantal mensen gemobiliseerd was.
Hij hoort thuis in het rijtje van belangrijke omwentelingen van
de twintigste eeuw. Maar het bijvoeglijk naamwoord
"islamitisch" is onderwerp van debat. Als je kijkt naar de
uitkomst was de revolutie inderdaad islamitisch, maar kijk je
naar de aspiraties en eisen van de deelnemers, dan ligt de zaak
heel anders.'
Vrouwen
De massabeweging die uitmondde in de val van de Shah was een
stedelijke beweging, zegt Bayat. `Meer dan anderhalf jaar waren
er demonstraties geweest in Teheran en andere steden.
Demonstraties van zowel seculiere als religieuze
intellectuelen. Het was een beweging van de stedelijke
middenlaag: studenten, professionals, ambtenaren, maar ook
arbeiders, en in een later stadium de arme onderklasse. Het
meest opvallend was de enorme vertegenwoordiging van vrouwen:
zowel moderne vrouwen uit de middenklasse als religieuze
vrouwen met chador of sluier. Aanvankelijk was niet duidelijk
wie de leiding had. Langzamerhand werd duidelijk dat Ayatollah
Khomeini de centrale leidende figuur zou worden. Maar vóór de
revolutie was er geen sterke en breed gedragen islamitische
beweging van een omvang en intensiteit zoals we die nu kennen
in veel islamitische landen.'
Civil society
`Dat Khomeini en de ulema, de macht naar zich toe konden
trekken', zegt Bayat, `komt doordat de seculiere oppositie
tijdens het bewind van de Shah door de SAVAK - de geheime
politie - was neergeslagen. Het regime van de Shah, in 1953
hersteld door een coup van de CIA en de Britse
Inlichtingendienst, was zeer dictatoriaal. Die oppositie
bestond uit organisaties behorend bij de civil society die zich
had kunnen ontwikkelen tijdens het nationalistische en
democratische bewind van Mohammed Mosaddeq. Infrastructuur en
organisatie van de religieuze oppositie - de moskeeën en de
clerus - bleven daarentegen intact. Na de revolutie werd Iran
een islamitische theocratie, geleid door clerici. Dit was
islamisering van bovenaf, en niet van onderop zoals we hebben
gezien in veel islamitische landen vanaf de jaren negentig.'
Consolidatie van het regime
De opgelegde islamisering en de eenheid van staat en religie
leidden tot weerstand in de maatschappij. `Het regime was
daarom hard en repressief', aldus Bayat. `De jaren tachtig
waren een zwarte periode van oorlog en repressie. Maar
tegelijkertijd was het een periode van consolidatie van het
regime. Na het einde van de oorlog met Irak en de dood van
Khomeini in 1989 brak een nieuwe fase aan: een periode van
reconstructie, in gang gezet door het technocratische bewind
van Rafsanjani. Het herstel was vooral economisch, met een
zekere mate van politieke openheid, die de deur openzette voor
bewegingen van bijvoorbeeld vrouwen, jongeren of de
intelligentsia, die begonnen te vragen om politieke hervorming.
Naar mijn mening heeft dit geleid tot de verkiezing van
Khatami, die inderdaad gepoogd heeft politieke hervormingen
door te voeren.'
Jeugd
Een hele generatie Iraniërs is opgegroeid na 1979. Wat is dat
voor generatie geworden? Hoe islamitisch was en is hij? Bayat:
`Deze generatie identificeerde zich niet met de strijd van hun
ouders. Ze vormden de ruggengraat van een jeugdbeweging. Hun
idee van een rechtvaardige maatschappij en van vrijheid was
anders dan die van hun ouders en anders dan die van de staat.
De opeenvolgende regimes hebben er een harde dobber aan gehad
hen te accommoderen. De Iraanse jeugd van nu is geglobaliseerd
- na China telt Iran de meeste weblogs - en niet
noodzakelijkerwijs ongodsdienstig. Veel jongeren bidden of
vasten niet, maar ze hebben wel een zekere notie dat er een God
is. Wat ze zeker niet zijn is fundamentalistisch, in de zin dat
ze een islamitische staat willen. Maar evenals in andere
islamitische landen heeft de golf van anti-islamitische
sentimenten in het westen van na "9/11" hen defensiever gemaakt
wat betreft hun religie. Anderzijds is er onder hen een grote
afkeer van groepen als Al Qaida. De wereldwijde problematiek
maakt positie erg complex.'
Verandering langs vreedzame weg
Wat gaat er de komende jaren gebeuren? `Dat is de hamvraag',
zegt Bayat. De situatie is ongelofelijk complex. Het regime is
na dertig jaar nog redelijk solide, consolideert zijn macht, en
oefent controle uit over maatschappij en economie. Aan de
andere kant heeft het een legitimiteitsprobleem, en is er veel
ressentiment. Maar het regime is veilig in die zin dat mensen
wel verandering willen, maar langs vreedzame weg. Ze willen
geen maatschappelijke revolutie - in ieder geval niet nu. Maar
je weet het natuurlijk nooit. Revoluties zijn mysterieuze
gebeurtenissen die iedere serieuze observant verbaasd doen
staan.'
Olie en Amerika
`Er zijn nog twee factoren die bijdragen aan de consolidatie
van het regime. Een ervan is de Amerikaanse buitenlandse
politiek. Die heeft de democratiseringsbeweging in Iran niet
erg geholpen, omdat de onder Bush geuite dreigingen het Iraanse
regime alleen maar repressiever hebben gemaakt. Misschien zal
Obama meer toenadering zoeken, en daarmee de boeman-rol van
Amerika afzwakken. Een tweede factor is de economie. Veel zal
afhangen van de olieprijs. 85% van de staatsinkomsten komt uit
olie. En de staat is een belangrijke werkgever, dus fluctuaties
in de olieprijs hebben effect op een groot percentage van de
beroepsbevolking. Ahmadinejad heeft tot nu toe geluk gehad met
de olieprijs, maar de zaken kunnen een dramatische wending
nemen.'
Universiteit Leiden