Gemeente Utrecht
beantwoording van SV 2009, nr. 5 inzake camerahelm.
2009 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
5 Vragen van de heer A. Essousi
(ingekomen 12 januari 2009
en antwoorden door het college verzonden op 10 februari 2009)
De politie op de fiets van de gemeente Zeist gaat helmcamera's inzetten om extra bewijsmateriaal te verzamelen bij overtredingen of bij verdachte situaties. Dit bewijsmateriaal is vooral handig als zich vechtpartijen en andere onoverzichtelijke situaties voordoen. De gemeente Zeist is niet de eerste gemeente waar de helmcamara wordt ingezet; ook in Drenthe, West-Brabant en Den Haag worden deze camera's ingezet. De politie in Engeland gebruikt deze methode ook, zij hebben geconcludeerd dat mensen zich minder agressief gedragen als ze weten dat ze gefilmd worden. De politie van Devon en Cornwall zegt veertig procent meer overtredingen waar te kunnen nemen. Het aantal gevallen van openlijke geweldpleging zou sinds de invoering met 8 procent zijn gedaald, en er konden 85 procent meer arrestaties worden verricht op verdenking van asociaal gedrag.
Jongerenoverlast zorgt in Utrecht nog altijd voor problemen. Voor de politie is het vaak moeilijk te achterhalen wie wat heeft gedaan. Ook het aanspreken van ouders is vaak moeilijk omdat ze niet weten wat hun kind doet.
De PvdA is van mening dat de helmcamera een bijdrage kan leveren bij de bewijsvoering van de aanpak van ernstige en structurele jongerenoverlast. De opnames kunnen tevens gebruikt worden om de ouders te confronteren met het gedrag van hun kinderen als het gaat om overlast buiten. Het tonen van de beelden aan de ouders zal naar de mening van de PvdA fractie ertoe leiden dat ouders bewust worden van wat hun kind buiten doet. Confronteren en erkennen, daar begint het mee, het is daarna zaak een goede aanpak te bewerkstelligen zodat de overtreding niet meer voorkomt.
Dit brengt de PvdA tot de volgende vragen aan het college:
1. Is het college bekend met de goede resultaten van het inzetten van de Camerahelm?
Met inzet van camera's op de 'bikershelm' wordt door de politie ook in de Binnenstad van Utrecht op bescheiden schaal geëxperimenteerd, waarbij op de uitgaansavonden de bruikbaarheid en de techniek worden getest. De opgenomen beelden en geluiden zijn te gebruiken voor herkenning van personen en voor de confrontatie met het eigen gedrag, en voor de opsporing van strafbare feiten. De opnamen kunnen ook dienen voor evaluatie van gesprekken en aanhoudingen, vooral als die confronterend van aard zijn.
2. Bent u met ons van mening dat binnen het vigerend beleid op de inzet van cameratoezicht, het inzetten van een camerahelm een extra instrument geeft bij de aanpak van ernstige en structurele jongerenoverlast?
Dat instrument zal niet de belangrijkste bijdrage leveren, want de feitelijke aanwezigheid en eigen waarneming van politiepersoneel weegt uiteraard zwaarder dan de camera die zij dragen. De politiemensen met de helmcamera zijn ook niet permanent ter plaatse op locaties waar sprake is van structurele overlast. Verder verschilt de techniek fundamenteel van het 'vaste' cameratoezicht: de beelden van een helmcamera worden (vooralsnog) niet doorgezonden naar de uitkijkcentrale of de meldkamer, maar opgeslagen op een mini-recorder die de agent(e) bij zich heeft.
3. Is het college met de PvdA eens dat de Camerahelm een bijdrage kan leveren aan het verminderen van overtredingen?
Ja, dat is zeker denkbaar.
4. Zo ja, overweegt het college om de Camerahelm in te zetten en zo ja onder welke conditie?
Nee, wij kunnen de camera niet inzetten, want de helmcamera's vallen niet onder het juridisch regime waarvoor het gemeentebestuur verantwoordelijk is. De inzet valt onder art. 2 Politiewet 1993 en niet onder artikel 151c Gemeentewet, op grond waarvan de burgemeester uitsluitend vaste camera's mag plaatsen.
5. Is het college bereid de raad hier nader over te informeren op basis van informatie die binnen het politiecorps hierover beschikbaar is?
Ja. Zodra de Politie Utrecht conclusies trekt over de resultaten van de lopende experimenten zullen die worden besproken in het driehoeksoverleg. De raadscommissie voor Mens en Samenleving zal daaraanvolgend worden geïnformeerd.
---- --