Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Brief aan de Tweede Kamer over de zaak Holloway
6 februari 2009
Naar aanleiding van mijn brief van 9 december 2008 met mijn reactie op
de mediaberichten over de zaak Holloway hebt u mij verzocht om
aanvullende informatie.
Het strafrechtelijk onderzoek naar de verdwijning van Natalee Holloway
betreft geen Nederlands onderzoek maar vindt plaats onder leiding van
het Arubaanse Openbaar Ministerie en is nog niet afgerond. De keuze om
bepaalde onderzoeksresultaten al dan niet in de openbaarheid te
brengen ligt daarmee bij het Land Aruba. Wel is onlangs een zeer
gedetailleerde persverklaring uitgebracht door het Arubaanse Openbaar
Ministerie met een beschrijving van de laatste stand van het
onderzoek. Dit persbericht zend ik u hierbij ter informatie toe.
Tevens heeft het Arubaanse Openbaar Ministerie bekend gemaakt dat er
door de Landsrecherche een feitenonderzoek is ingesteld naar de
uitlatingen die de Arubaanse minister van Justitie, de heer Croes,
deed over de beginfase van het onderzoek naar de verdwijning van
Natalee Holloway. Tijdens het onderzoek zullen er door het Arubaanse
Openbaar Ministerie geen mededelingen worden gedaan.
Graag maak ik van deze gelegenheid gebruik om uiteen te zetten welke
inspanningen er van Nederlandse zijde zijn gedaan om deze zaak op te
lossen. In de beginfase van het onderzoek is op Arubaans verzoek op
diverse terreinen bijstand verleend. Zo hebben Nederlandse militairen
de zoektocht ondersteund en is door het KLPD bijstand verleend met
speurhonden. Tevens zijn F-16's met speciale camera's ingezet.
Begin september 2006 is op verzoek van Aruba verdergaande bijstand
toegezegd. Deze bijstand is toegezegd in de vorm van een herziening
("collegiale toets") van het onderzoek op basis van het bestaande
dossier. Dit onderzoek is in eerste instantie voornamelijk in
Nederland uitgevoerd door een team van specialisten uit diverse
korpsen en stond onder leiding van het KLPD. Deze herziening gaf
voldoende aanknopingspunten om het onderzoek op Aruba voort te zetten.
In 2007 en een deel van 2008 is door het Nederlandse team samen met de
Arubaanse collega's een vervolgonderzoek uitgevoerd naar nog
openstaande scenario's. Hiervoor zijn alle noodzakelijke middelen
ingezet. Deze inzet heeft tot op heden (nog) niet geleid tot het
oplossen van de zaak. Momenteel wordt het onderzoek nog voortgezet
door het Korps Politie Aruba. Op grond van rechtshulpverzoeken van het
Arubaanse Openbaar Ministerie zijn daarbij ook in Nederland
onderzoekshandelingen verricht.
Naar mijn mening is met de hierboven geschetste inspanningen
redelijkerwijs alles gedaan wat van Nederlandse zijde mogelijk was om
deze zaak op te lossen.
DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN
KONINKRIJKSRELATIES,
drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten
Naar boven
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties