Leefbaar Rotterdam



dinsdag, februari 10, 2009

Het echte gezicht van Gülen

Onlangs heeft het kabinet besloten om onderzoek te doen naar de Gülen-beweging. Onderzoek dat het Rotterdamse stadsbestuur weigerde uit te voeren. De Nederlandse mediatak van de Gülen-beweging heeft zo haar eigen weergave van deze feiten.

Op dinsdag 3 februari werd in de Tweede Kamer commissie besloten tot het onderzoek van het kabinet. Leefbaar Rotterdam raadslid Anita Fähmel: Het dossier dat ik over de Gülen-beweging heb aangelegd, is in Rotterdam door het stadsbestuur van tafel geveegd. Gelukkig wordt het in Den Haag wel serieus genomen.

Hoe de vergadering van de Tweede Kamercommissie verliep, heeft u eerder op onze website kunnen lezen. Leest u ook het verslag van de krant Zaman. Deze krant is onderdeel van de Nederlandse mediatak van de Gülen-beweging: de Time Media Groep. Uw verslaggever is Alaattin Erdal, CDAer en directeur van de Time Media Groep.

Zaman verschijnt in het Nederlands, maar ook in het Turks. In de Turkse versie zien we nu het echte gezicht van de Gülen-beweging. De lezer krijgt een zeer eenzijdig beeld van de feiten voorgeschoteld. Zo zou het kabinet geenszins twijfelen aan de integriteit van alle Gülen-organisaties. De kern van de zaak was echter dat er geen eenduidig beeld over de Gülen-beweging bestaat: sommigen vinden het een prima beweging, maar volgens anderen is het een sektarische, anti-westerse beweging. Om uit te maken hoe dit zit, voert het kabinet haar onderzoek uit.

Bovendien wordt Leefbaar Rotterdam door Zaman als extreem rechts neergezet en wordt SP Kamerlid Karabulut aanhanger van de terroristische PKK genoemd. Te gek voor woorden natuurlijk.

Hieronder vindt u een vertaling van het artikel uit de Turkse versie van Zaman. Voor de volledigheid vindt u het originele Turkse artikel hier, of ga naar de website van Zaman. Oordeelt u zelf.

Zaman ontving in 2007 ruim 160.000 euro subsidie.

Uit Zaman online, 5 februari 2009 ( www.zaman.com.tr ):

Nederlandse ministers: Gülen-beweging staat open voor vrede en dialoog

Het Nederlandse parlement heeft over de Gülen-beweging gediscussieerd. De ministers waren door de commissie Integratie uitgenodigd en daar hebben de ministers verklaard dat de Gülen-beweging niet tegen integratie is en geen radicale organisatie is. Er zijn eerder door vier politieke partijen vragen gesteld. Op deze vragen heeft het kabinet namens zes ministers antwoord gegeven. Uit het verrichte onderzoek is gebleken dat de Gülen-beweging en met hen sympathiserende Turkse instellingen de integratie niet belemmeren. De woordvoerders van liberale en socialistische partijen vonden dit antwoord niet voldoende en hebben twee ministers gevraagd aanwezig te zijn bij de commissievergadering.

De minister van Integratie, Eberhard van der Laan, heeft het volgende gezegd: Wanneer wij deze beweging analyseren, zien wij een organisatie die gericht is op integratie, dialoog en die niet hiërarchisch of centraal gestuurd wordt. Bovendien verbinden ze islam en modernisme. Wij kunnen hier echter niet van een beweging spreken, maar er is sprake van los van elkaar staande instellingen. Natuurlijk zijn er personen die deze beweging bekritiseren en aan hun integriteit twijfelen. Deze personen beweren bovendien dat de Gülen-beweging naar binnen gericht anders is dan naar buiten gericht. Bovendien zijn de activiteiten van de genoemde organisaties in Nederland gericht op integratie. Als voorbeeld: de brieven van de ouders van Nederlandse kinderen op het Cosmicus College bevestigen deze opvatting.

De minister benadrukte dat hij alle kritieken zal onderzoeken, zodat alle twijfels weggenomen zullen worden. Hij gaat verder: Naar aanleiding van vragen van uw commissie zullen wij bij alle genoemde internaten en studiehuizen onderzoeken in hoeverre ze een bijdrage leveren aan de integratie. Tegenstanders moeten dit onderzoek niet verkeerd interpreteren en niet denken dat deze organisaties verdacht zijn.

De Nederlandse minister van Binnenlandse Zaken, Guusje ter Horst, ontkent alle beschuldigingen
De Nederlandse minister van Binnenlandse Zaken, Guusje Ter Horst, heeft gezegd dat het onderzoek van de Nederlandse regering en de rapportage van de nationale inlichtingendienst (AIVD) bevestigt, dat bij deze instellingen geen onwenselijke situaties zijn aangetroffen. Ons oordeel moeten wij niet baseren op de beschuldigingen, waarvan niet bekend is door welke personen die zijn geuit en uit welke kringen zij afkomstig zijn. De minister benadrukte nog een keer dat de Gülen-beweging geen radicale en staatsgevaarlijke organisatie is. In tegenstelling tot wat sommigen beweren, streeft deze organisatie niet naar een parallelle samenleving, isolationisme, discriminatie en wetsovertredingen.

Eerder nog hadden gemeenteraadsleden van de extreem rechtse Leefbaar Rotterdam partij aan het gemeentebestuur vragen gesteld. Hierop heeft het gemeentebestuur, naar aanleiding van een maandendurend onderzoek, verklaard dat zowel de Gülen-beweging als andere Turkse instellingen zonder reden onterecht worden beschuldigd. Vanwege de onterechte beschuldigingen zijn de liberalen en in het bijzonder het uit Turkije afkomstige lid van de Socialistische Partij, Sadet Karabulut, al door een groot deel van de samenleving bekritiseert. Volgens sommigen is de werkelijke reden van de aanval van Sadet Karabulut dat zij aanhanger is van de terroristische organisatie PKK.

Alaattin Erdal / Den Haag
5 februari 2009