Universiteit Leiden

`Geen noodzaak voor vervanging F-16 toestellen op korte termijn'

Piet Dankert wilde in 1974 steekpenningen van Dassault laten overmaken naar Amnesty International. De luchtmacht speelde met de Amerikanen onder een hoedje en Bernhard bemoeide zich met de aanschaf van de F-16. De aanschaf van nieuwe gevechtsvliegtuigen is niet alleen anno 2009 een heet hangijzer. Bert Kreemers promoveert vandaag op het onderwerp.

Afbeelding: De F-16 (1979- ...) Uit het feit dat de Nederlandse luchtmacht maar liefst 213 toestellen kocht, blijkt hoe groot de belangen zijn die bij de keuze voor een vervangend toestel in het geding zijn.

Uiterlijk in 2022
Het is niet nodig om volgend jaar al te besluiten over de vervanging van de F-16 toestellen van de Koninklijke luchtmacht, blijkt uit het proefschrift van Kreemers over de aanschaf van Nederlandse gevechtsvliegtuigen in de periode tussen 1959 en 1999. In deze periode werden de Starfighter, de NF-5 en de F-16 aangekocht. Het coalitieakkoord voorziet in vervanging van de eerste F-16's vanaf 2014. De eerste F-16's deden in 1979 hun intrede bij de Koninklijke luchtmacht. In totaal werden 213 toestellen aangeschaft. De huidige operationele sterkte is 72. De meeste toestellen die nu in gebruik zijn, dateren van 1984 en later. De meeste kunnen veertig jaar mee. Dat betekent dat de F-16's die nu dienst doen tussen 2020 en 2025 aan het einde van hun levensduur zijn. De vervanging van de F-16 hoeft dan ook niet te beginnen in 2014 maar pas in 2022, stelt Kreemer.

Gestolen documenten

Kreemer doet ook een boekje open over de aanloop naar de keuze voor de F-16, de opvolger van de Starfighter. Het Tweede Kamerlid Piet Dankert van de PvdA wilde steekpenningen van de Franse vliegtuigfabrikant Dassault - te verstrekken in ruil voor de steun van het invloedrijke kamerlid aan de Mirage F1 - laten overmaken naar Amnesty International en het Nederlands Juridisch Comité voor de Mensenrechten, stelt hij. Het ging om een bedrag van anderhalf miljoen gulden. De omkooppoging werd via de toenmalige correspondent van het Franse dagblad Le Monde, Philip Freriks, bekend, maar Dankert hield dat hij het aanbod van Dassault had afgewezen. Hij had een innige band met hoge vertegenwoordigers van Dassault opgebouwd omdat hij `van Dassault bijzonder interessante inlichtingen kreeg over het Amerikaanse toestel'. Dat was dus de F16. Het ging hierbij om volgens Dankert kennelijk gestolen documenten over gebreken aan het Amerikaanse toestel.

Afbeelding: De NF-5 (1969-1991). Om orders uit Nederland binnen te halen konden als tegenprestatie door onder meer Fokker romp- en staartonderdelen van het vliegtuig worden gebouwd.

Omkoopaffaire
Dankert ontkende categorisch met Dassault over de bestemming van het voor hem bedoelde geldbedrag te hebben gesproken. Uit een door minister van Justitie Dries van Agt ingesteld geheim onderzoek blijkt echter dat Dankert het voor hem bestemde geld wilde gebruiken om de twee goede doelen te steunen. De omkoopaffaire leidde op 10 februari 1976 tot een rechtszaak waarin de hoofdverdachte, de Nederlandse vertegenwoordiger van Dassault, werd vrijgesproken. De officier van justitie hekelde de houding van Dankert, die volgens hem al in een zeer vroeg stadium de boot tegenover Dassault had moeten afhouden. Het geheime onderzoeksverslag over de omkooppoging bevindt zich op het ministerie van Justitie. Het dossier voor de in 1976 gehouden rechtszitting is vernietigd.

Gratis toestellen

Nog een stap terug in de geschiedenis. Ook toen Bij de aanschaf van de Starfighter schermde de luchtmacht met Amerikaanse toezeggingen dat een groot deel van het benodigde aantal toestellen door de Verenigde Staten zou worden geschonken. Zo zou de dure Starfighter goedkoper zijn dan zijn belangrijkste concurrent, het Franse Miragetoestel. Na de keuze voor de Starfighter bleek al gauw dat de Verenigde Staten niet van plan waren Nederland te voorzien van gratis toestellen. Bij de aanschaf van de NF-5 bleken de kosten zover op te lopen dat de in de begroting opgenomen middelen tekortschoten. Uiteindelijk werd besloten om de NF-5's via Canada aan te schaffen. Door misverstanden en misrekeningen viel het aanschafbedrag hoger uit dan in de begroting voorzien.

Afbeelding: De Startfighter (1962-1979). Bij de aanschaf van de Starfighter draaide het al meer om de kwaliteit van de lobby en de marketing dan om de kwaliteit van het toestel.

Lek
Bij de vervanging van de Starfighter had de luchtmacht aanvankelijk een voorkeur voor de Cobra van Northrop. Toen dat toestel door de Amerikaanse luchtmacht ten gunste van de F-16 van General Dynamics werd gekozen draaide de voorkeur van de Nederlandse luchtmacht om als een blad aan een boom. De Amerikaanse ambassade werd nauwgezet op de hoogte gehouden van de voortgang van besprekingen met Amerikaanse vliegtuigbouwers. Verslagen van besprekingen met het Franse Dassault werden in het Engels opgesteld, met aan waarschijnlijkheid grenzende zekerheid om de Amerikaanse concurrent daarvan deelgenoot te maken. Voorstellen van de Franse fabrikant werden doorgespeeld aan de Amerikaanse concurrent met het verzoek om de zwakke plekken in de Franse aanpak te analyseren. De Nederlandse minister van Financiën Wim Duisenberg kwam met het idee om bij een keuze voor de F-16 in ruil voor een aanmerkelijke korting het aanschafbedrag in één keer met het surplus aan Amerikaanse dollars bij De Nederlandsche Bank te betalen maar het werd gelekt naar General Dynamics. General Dynamics besloot daarop toezeggingen achterwege te laten: door het lek wisten het bedrijf al dat de keuze op de F-16 was gevallen.

Paleis Soestdijk
Prins Bernhard was niet alleen betrokken bij aankopen van de Amerikaanse vliegtuigfabrikant Lockheed voor de Nederlandse krijgsmacht, maar spande zich ook in voor de aanschaf van de opvolger van de Starfighter voor de Nederlandse luchtmacht. Bernhard zette zich in voor de Cobra van Northrop. De president-directeur van Northrop, Thomas V. Jones, logeerde bij bezoeken aan Nederland op paleis Soestdijk en maakte gebruik van een dienstauto van de inspecteur-generaal van de Koninklijke luchtmacht, een functie die prins Bernhard bekleedde. Jones had eind januari 1974 een gesprek met minister van Defensie Henk Vredeling. Enige tijd later werd de minister door prins Bernhard uitgenodigd voor een lunch op paleis Soestdijk. Daar was - tot ongenoegen van de minister Vredeling die van niets wist - ook Jones aanwezig.

KLM
Na de keuze van de Amerikaanse luchtmacht voor de F-16 verlegde Bernhard zijn inspanningen voor de aanschaf van een Amerikaanse opvolger van de Starfighter naar General Dynamics, de bouwer van de F-16. Hij waarschuwde op 22 maart 1975 de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Henry Kissinger, dat problemen rond de landingsrechten van KLM in de Verenigde Staten moesten worden opgelost om de keuze voor de F-16 als opvolger van de Starfighter in de Nederlandse luchtmacht mogelijk te maken. Bernhard was in die tijd lid van de raad van commissarissen van KLM.

(10 februari 2009/SH)

10/2/2009