4. Motie-Joldersma over familievertrouwenspersoon
Motie-Joldersma over familievertrouwenspersoon
Kamerstuk, 9 februari 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ/CGGZ-2897441
9 februari 2009
Geachte voorzitter,
Bij brief van 23 december 2008 (kenmerk CZ/CGGZ-2875665) heb ik u
nader geïnformeerd over een aantal moties en toezeggingen, waaronder
de motie van het lid Joldersma c.s. (TK vergaderjaar 2006-2007, 30
492, nr. 23) over de familievertrouwenspersoon (fvp). In die brief heb
ik u bericht dat ik u separaat zal informeren over de wijze waarop
uitvoering gegeven zal worden aan deze motie.
In mijn brief van 23 december 2008 heb ik aangegeven wat de
belangrijkste bevindingen zijn van het rapport van Zorgconsult
Nederland, die onderzoek heeft verricht naar de introductie van de fvp
in alle ggz-instellingen. Op basis van het rapport van Zorgconsult
Nederland is een aantal zaken duidelijk geworden, bijvoorbeeld dat de
meest optimale mogelijkheid om een fvp-functie vorm te geven in een
ggz-instelling, een zogenaamd `stepped care model' is. Bij het
`stepped care model' wordt gebruik gemaakt van een telefonische en
digitale helpdesk en ook van een (periodiek) fysiek aanwezige fvp. Ook
is geconcludeerd dat de financiering van fvpers in ggz-instellingen
zou moeten plaatsvinden op basis van subsidiëring en niet op basis van
een Nza-beleidsregel, aangezien het hier niet om
zorgverleningsactiviteiten gaat.
Uit het rapport van Zorgconsult Nederland werd mij tevens duidelijk
dat er nog een aantal aspecten nader onderzocht moeten worden alvorens
in alle ggz-instellingen fvp-dienstverlening mogelijk gemaakt kan
worden. Zo zal nader onderzocht moeten worden of fvpers bereid zijn
tot de oprichting van een aparte Stichting van fvpers, die
noodzakelijk is om financiering op basis van een subsidie mogelijk te
maken. Ik geef er de voorkeur aan dat de beroepsgroep zelf tot
oprichting van een stichting overgaat.
Ook biedt het rapport van Zorgconsult Nederland onvoldoende informatie
over de hoogte van de exacte kosten die nodig zijn om financiering van
fvpdienstverlening in alle ggz-instellingen mogelijk te maken.
Teneinde meer duidelijkheid te krijgen over deze aspecten, heb ik
besloten een zogeheten `kwartiermaker' aan te stellen die binnen
afzienbare tijd een antwoord zal geven op de openstaande vragen
betreffende het mogelijk maken van fvpdienstverlening in alle
ggz-instellingen.
Op dit moment ben ik bezig met het vinden van een geschikte
kwartiermaker en ik verwacht dat de kwartiermaker binnen een aantal
maanden (uiterlijk medio 2009) zijn werkzaamheden zal hebben afgerond.
Op basis van de bevindingen van de kwartiermaker zal ik vervolgens
bezien of binnen de VWS-begroting dekking voor de fvpdienstverlening
in ggz-instellingen gevonden kan worden. Gelet op de financieel
economische omstandigheden en verwachtingen kan ik daar op dit moment
nog geen uitspraak over doen.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport