Nederlandse Vereniging van Journalisten
Brief aan Tijdelijke commissie Innovatie en toekomst Pers
dinsdag 10 februari 2009 | In een brief aan Elco Brinkman, voorzitter
van de Tijdelijke Commissie Innovatie en Toekomst Pers, doet een de
NVJ een aantal suggesties om te komen tot een pakket aan maatregelen
om innovatie binnen de krantensector te stimuleren en te financieren.
Tijdelijke commissie Innovatie en toekomst Pers
t.a.v. De heer L.C. Brinkman
p/a Ministerie van OCW
Postbus 16375
2500 BJ Den Haag
Amsterdam, 9 februari 2009
Geachte heer Brinkman,
Graag brengen wij u als voorzitter van de commissie Innovatie en
Toekomst Pers een aantal zaken onder de aandacht, die wij graag in een
gesprek met uw commissie nader toe willen lichten.
Laten we voorop stellen dat wij verheugd zijn dat de Minister middels
de benoeming van uw commissie er blijk van heeft gegeven de
ontwikkelingen in de pers niet alleen als een zorg te beschouwen, maar
u heeft gevraagd om concrete maatregelen voor te stellen om die
ontwikkelingen om te buigen.
Wij willen hierbij stilstaan omdat eerdere bewindslieden steevast de
rol van de pers als een geheel onafhankelijke hebben beschouwd, die
anders dan de publieke omroep, op geen enkele wijze actieve en
permanente overheidssteun zou verdienen.
In vele notities aan het departement heeft de NVJ de afgelopen jaren
getracht deze sterk verkokerde blik van het departement te doorbreken,
wijzend op het grote maatschappelijke belang van de pers, los van de
functie van de publieke omroep.
Persbeleid is meer dan het hervatten van een periodieke bijdrage aan
het stimuleringsfonds voor de pers van 2,3 miljoen euro. Dat is niet
genoeg om een cultureel, economisch en maatschappelijk zeer
belangrijke sector mee uit een crisis te redden.
De pers verkeert in een benarde positie, die alles te maken heeft met
teruglopende reclame-inkomsten, korte termijn-rendementseisen van
sommige bedrijven, krimpende oplages en voor alles, het ontbreken van
een verdienmodel in de nieuwe media.
Vooral dit laatste fenomeen, het ontbreken van een verdienmodel voor
de nieuwe media-activiteiten maakt de rol van de overheid in deze
tussenfase waarin over de hele wereld de mediamarkt zoekend is naar
nieuwe inkomstenbronnen voor journalistieke producten, zo belangrijk.
Strikt genomen signaleren wij een marktfalen in een sector met een
eminent maatschappelijk belang. Daarbij is de markt is op dit moment
niet sterk genoeg om zelf de problemen op te lossen en de hiervoor
noodzakelijke investeringen te doen. Of de bedrijven zien dit, onder
druk van hun aandeelhouders, niet langer als een prioriteit.
Dat nu zou uw commissie moeten aangrijpen om te komen tot een pakket
maatregelen dat voorkomt dat een zorgvuldig opgebouwd journalistiek
netwerk op specialistisch, nationaal, internationaal, regionaal en
lokaal gebied in korte termijn zal worden gemarginaliseerd.
De situatie in het Verenigd Koninkrijk, treffend beschreven in het
boek Flat Earth News, van Nick Davies, vormt hierbij een dreigend
perspectief.
De nieuwsvoorziening staat in onze ogen onder druk en in de
commerciële pers is sprake van "marktfalen", waardoor de pluriforme
rol van de pers verloren dreigt te gaan, zonder dat daarvoor
volwaardige alternatieven in de plaats komen.
Een pluriforme pers heeft in onze ogen niets te maken met de
hoeveelheid websites, dagbladen of omroepen die nieuws brengen bij de
Nederlandse burger, van jong tot oud, maar alles met de hoeveelheid
uniek nieuws en de diversiteit ervan, elke dag opnieuw.
En dan is er wel degelijk een probleem. Veel "nieuws" is niet meer
afkomstig van eigen nieuwsgaring, maar kent vaak zijn oorsprong in één
enkel ANP-bericht of commercieel persbericht. Het brengen van uniek
eigen nieuws is (kostbaar) mensenwerk, en dat is toevallig nu net waar
het mes in is gegaan de afgelopen jaren.
Goed overheidsbeleid kan tegemoet komen aan deze ontwikkeling, zonder
dat de onafhankelijkheid van media in gevaar komt en zonder dat deze
maatregelen de rendementen van grote marktpartijen gaan spekken.
Wij doen u graag een aantal aanbevelingen, die wij eerder op
verschillende platforms (opiniestukken in De Volkskrant, De Journalist
en Villamedia, brieven aan het parlement, gesprekken op het
departement) onder de aandacht hebben gebracht:
- Zorg voor duidelijke spelregels: een handhaafbaar en stevig
auteursrecht online! Voor redacties is het nu nog bijna onmogelijk om
geld te verdienen met hun werk op het internet. En dat is vreemd, want
de advertentiemarkt verschuift in rap tempo haar bestedingen naar het
net. Er zijn wel partijen, die (zeer) goed geld verdienen op het net,
maar dat zijn niet de nieuws- en opiniemakers, maar de providers,
telecombedrijven, zoekmachines en (geautomatiseerde) verzamelsites,
die daarbij gratis profiteren van de inspanningen van de makers. Zorg
er dus voor dat de makers hun verdiende loon kunnen opeisen, met een
op het net toegesneden auteursrecht.
Dit begint bij een goed auteurscontractenrecht voor individuele
makers! Namens de gezamenlijke makers zouden collectieve
rechtenorganisaties de kans moeten krijgen om hun deel te kunnen
binnenhalen van de winsten die er door anderen op het net en mobiele
telefoons en dergelijke worden gemaakt. - Ondersteun technologisch
onderzoek en ontwikkel software: Stimuleer onderzoek en software die
snelle kleine betaaltransacties (micro-payments) op internet soepel en
snel laten verlopen en die de opbrengsten van "content" bij de
oorspronkelijke makers van die "content" terecht laten komen (in
screen viewing, web 3.0). Denk ook aan de ontwikkeling van
portalfuncties (bv. symbaloo.com), die als 1 loket kunnen dienen om
vervolgens op diverse contentsites ook kleine betalingen te
realiseren. - Creëer een substantieel "media fonds": De platformen
waarop media werken zijn niet langer te scheiden in gedrukte, digitale
en audiovisuele media. Sticht een fonds waar individuele journalisten
en (commerciële) mediabedrijven in Nederland een beroep op kunnen doen
om journalistieke initiatieven te starten, die de onafhankelijke
informatie- en nieuwsvoorziening kunnen versterken, los van het
platform, waarop het initiatief wordt uitgezonden of gepubliceerd. -
Heroverweeg digitaal adverteren voor de publieke omroep: Met het
toegenomen belang van internet wordt de publieke omroep een
rechtstreekse concurrent van de commerciële pers op het net. Op
zichzelf is dat niet erg, dat zorgt ervoor dat de kwaliteitsnorm hoog
blijft.
Het veroorzaakt echter ook concurrentie in de adverteerdersmarkt,
waarbij het voor commerciële mediabedrijven moeilijk wordt om een
positie te verwerven op het web. Het schrappen van digitale
advertenties (banners e.d.) bij de STER geeft commerciële partijen een
eerlijkere kans om tot de digitale markt toe te treden en geeft de
overheid de kans om stapsgewijs de teruglopende inkomsten uit
advertenties aan te vullen.
Overweeg bovendien om het credo van de publieke omroep: "van iedereen,
voor iedereen" te verbreden naar een beschikbaarstelling van de aldaar
ontwikkelde technologie. Bij de publieke omroep is de afgelopen jaren
veel ruimte geweest voor innovatie. Het zou zeer wenselijk zijn als
ook individuele weblogs, freelancers en mediabedrijven van deze
investeringen kunnen profiteren en niet alleen van het inhoudelijke
product van de omroepen. U kan hierbij denken aan een soort open
source beschikbaar stellen van technologie door de publieke omroep en
door andere overheidsgefinancierde partijen. - Bestrijd de misbruik
van dominante marktposities: De positie van zoekmachines,
internetproviders en telecombedrijven is zo dominant dat uitgevers,
laat staan individuele journalisten een alternatief hebben als het
gaat om het vermarkten van informatie. Er is immers maar een zeer
beperkt aantal partijen (in zoekmachinemarkt: één partij, Google) die
de markt bepaalt. Een marktpositie van 90% zou de overheid toch reden
tot zorg moeten geven? Een dergelijke positie maakt het onmogelijk
voor journalisten en mediabedrijven om zelf dergelijke functies te
ontwikkelen en ook een positie te kunnen innemen waarin dit soort
bedrijven ook mee gaan betalen aan de geleverde content.
Een goed voorbeeld van hoe het anders kan levert de Publieke omroep.
Juist door haar dominante marktpositie in de videomarkt hebben zij de
rollen t.o.v. de internetproviders kunnen omdraaien. Vanuit een
situatie waarin door de omroep betaald moest worden aan providers voor
server-ruimte om Uitzending Gemist te kunnen aanbieden, kon de omroep
een omgekeerde situatie bedingen. Nu is het belang van Uitzending
Gemist zo groot en onvervangbaar door ander materiaal, dat providers
voor deze dienst betalen.
In de zeer concurrerende uitgeversbranche, waarin vanuit andere
overwegingen een grens is gesteld aan de mate van concentratie bij één
marktpartij, maakt het opbouwen van een dergelijke machtspositie bijna
onmogelijk, in ieder geval niet t.o.v. partijen als Google of de
kabelbedrijven.
Hetzelfde geldt ook op andere markten, waaronder de mobiele markt en
narrow-casting.
- Verlaag drempels! Introduceer het BTW 0-tarief (pers- en digitaal!)
voor nieuws- en opiniërende uitingen en lagere loonbelasting voor
redactioneel werk. Als het de overheid werkelijk ernst is met het
belang van de media, dan is het verlagen van drempels het eerste dat
de overheid kan doen, om een pluriform aanbod te garanderen. Het maken
van nieuws is arbeidsintensief en kostbaar. Met een btw-0-tarief (ook
voor internet!) maakt de overheid die producten toegankelijk voor het
publiek en kunnen de noodzakelijke marges eerder worden gerealiseerd.
Het hanteren van een lager loonbelastingregime voor redactioneel werk,
zoals Frankrijk dat doet, zorgt voor een nog effectievere stimulans. -
Maak nieuwe vormen van distributie mogelijk: In de adviezen van o.a.
de NDP aan u worden al diverse suggesties gedaan, die de distributie
kunnen vereenvoudigen en de kosten daarvan kunnen verlagen. Wij willen
hier nog een prikkelende suggestie aan toevoegen: Zoals bekend is het
nederlandse uitgeefmodel qua verdienstructuur sterk afhankelijk van
abonnementen, en daarmee van een effectieve distributie.
Tegelijkertijd is het niet meer van deze tijd dat een krant nieuwsblad
in dunbevolkte gebieden nog bezorgd wordt, terwijl een geanvanceerde
a3-kleurenprinter met fotokwaliteit, aangesloten op het
internetabonnement elke morgen het zelfde resultaat zou kunnen
leveren. Het uitzetten van deze
printers, die in huishoudens tevens voor het printen van foto's en
alle andere zaken zouden kunnen fungeren zou, te beginnen in
dunbevolkte gebieden vele voordelen kunnen bieden.
Tenslotte is u gevraagd om te adviseren over de werking van een in te
stellen investeringsfonds voor de media, gericht op innovatie:
Allereerst zouden wij willen vaststellen dat een substantieel budget
voor een dergelijk fonds noodzakelijk is. Als bedacht wordt dat
mediabedrijven als PCM en Wegener de afgelopen jaren tientallen
miljoenen per bedrijf hebben geïnvesteerd in diverse innovatieve
plannen, zal u beseffen dat een eenmalige beschikbaarstelling van 8
miljoen euro de sector niet gaat redden. Wij zouden ons kunnen
voorstellen dat hiervoor tenminste een budget beschikbaar moeten
worden gesteld dat gelijk is aan het budget dat de afgelopen jaren aan
de publieke omroep is betaald voor investeringen in de nieuwe media.
Een dergelijk fonds kan voor mediabedrijven een stimulans zijn om te
innoveren in de journalistieke infrastructuur, zeker nu in tijden van
economische crisis juist deze budgetten het eerste sneuvelen. Het
heeft de grootste urgentie om initiatieven te nemen om in zowel
papieren als in digitale varianten een groot bereik te behouden voor
journalistieke producties. Dit is voor de toekomst de beste waarborg
voor nieuwsmakers, maar ook voor de rol van Nederland als voorloper op
het gebied van nieuwe media-ontwikkelingen.
Een investeringsfonds kan het verschil maken om mediabedrijven net het
zetje te geven om weer te gaan investeren in nieuws in plaats van te
saneren in arbeidsplaatsen.
Een innovatie/matchingfonds, zoals eerder op andere gebieden door het
ministerie van Economische Zaken ontwikkeld, zou hier een antwoord op
kunnen zijn, om mediabedrijven in staat te stellen duurzaam te kunnen
concurreren op de regionale, nationale en mondiale markt en daarbij in
staat te blijven het maatschappelijk zo belangrijke fijnmazige netwerk
van onafhankelijke nieuwsvoorziening overeind te houden en voor nieuwe
doelen in te zetten.
In deze brief hebben wij getracht u een aantal prikkelende ideeën te
geven over de mogelijkheden, die u de minister zou kunnen aanbevelen
om een zo wezenlijke sector als de pers een goede toekomst te bieden.
Hopelijk leest u in onze brief het heilige geloof dat wij hebben in de
toekomst van de journalistieke sector. Tegelijkertijd denken wij dat
een actievere ondersteunende rol van de overheid hard nodig is.
Het spreekt voor zich dat wij graag de gelegenheid gebruiken om in
gesprek met uw commissie de verdere mogelijkheden, die wij zien, met u
te bespreken.
Met vriendelijke groet,
Thomas Bruning
algemeen secretaris NVJ
Huub Elzerman
voorzitter NVJ