Persbericht
Rijksuniversiteit Groningen / nummer 15 / 10 februari 2009
Woonlasten grote gemeenten stijgen 3,3 procent
De grote gemeenten verhogen hun woonlasten dit jaar met gemiddeld 3,3 procent. Vooral voor de riolering betaalt de burger meer (4 procent). Dit blijkt uit het Belastingoverzicht Grote Gemeenten 2009, dat in opdracht van het Belastingoverleg Grote Gemeenten (BOGG) is opgesteld door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) van de Rijksuniversiteit Groningen.
COELO onderzocht voor dit jaarlijkse overzicht de tarieven in 36 grote gemeenten, waar 37 procent van de Nederlandse bevolking woont. Het volledige Belastingoverzicht Grote Gemeenten is te vinden op
Woonlasten grote gemeenten
De gemeentelijke woonlasten (OZB, rioolrecht en reinigingsheffing) voor een gemiddeld huishouden stijgen gemiddeld met 19 euro (3,3 procent) tot 603 euro. Deze stijging is vergelijkbaar met de stijging vorig jaar (3,0 procent). Ter vergelijking: de inflatie was gemiddeld 2,5 procent in 2008 en zal in 2009 naar verwachting 1,5 procent bedragen. De woonlasten zijn het laagst in Alkmaar (474 euro) en het hoogst in Utrecht (704 euro).
Van de bijkomende woonlasten (dus naast huur of financiering eigen woning) nemen de gemeentelijke lasten 18 procent voor hun rekening, iets meer dan het eigenwoningforfait (15 procent). Energie en water is met 40 procent veruit de grootste post, de waterschapslasten (8 procent) vormen de kleinste.
Tariefontwikkeling
Het gemiddelde OZB-tarief voor woningen ligt dit jaar 0,9 procent lager dan vorig jaar. Gemeenten verlagen hun tarieven, omdat woningen als gevolg van een nieuwe taxatie op papier 4,8 procent meer waard zijn geworden. Gecorrigeerd voor de waardeontwikkeling stijgen de gemiddelde OZB-tarieven van de grote gemeenten dit jaar met 2,9 procent voor woningen en met 3,0 procent voor niet-woningen (voornamelijk bedrijfspanden). Eigenaren van woningen betalen in 2009 gemiddeld 211 euro aan OZB.
Het gemiddelde tarief voor rioolrecht neemt met 4,0 procent iets meer toe dan de overige woonlasten. De ontwikkeling van het tarief verschilt echter sterk per gemeente. Arnhem verhoogt het rioolrecht in procenten het meest (71 procent), maar blijft wel relatief goedkoop (68 euro) door een relatief lage kostendekking (53 procent). Nijmegen verlaagt het rioolrecht het meest (met 15 procent) maar houdt een relatief hoog rioolrecht (193 euro). Het gemiddelde rioolrecht is 135 euro.
De gemiddelde reinigingsheffing ligt met 257 euro 3,4 procent hoger dan vorig jaar. Nijmegen is met een relatief lage kostendekking (40 procent) het goedkoopst (65 euro), Almere (met een kostendekking van 97 procent) het duurst (333 euro).
Maximering OZB
In 2008 is de maximering van de OZB-tarieven afgeschaft. Gemeenten mogen zelf hun tarieven bepalen. Het kabinet heeft echter bepaald dat de landelijke opbrengst van de OZB in 2009 niet meer dan 6,11 procent hoger mag zijn dan in 2008 (de macronorm). De totale stijging van de OZB-opbrengst in de 36 grote gemeenten blijft daar met 3,86 procent ver onder.
Prijs rijbewijs, paspoort en uittreksel uit het bevolkingsregister
De stijging van de gemiddelde prijs van een uittreksel uit het bevolkingsregister (GBA) is met 4,0 procent iets groter dan de stijging van de gemiddelde prijs van een rijbewijs (2,7 procent) en van een paspoort (2,3 procent). Een uittreksel uit het bevolkingsregister (GBA) kost tussen 5,45 en 14,45 euro (gemiddeld 9,09 euro). De prijs van een rijbewijs varieert van 29,75 tot 63,90 euro en kost gemiddeld 45,07 euro. Een paspoort is in vrijwel elke gemeente even duur (49,60 euro).
Rijksuniversiteit Groningen