Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
2009Z02099 / 2080912620
Vragen van het lid Depla (PvdA) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap, mevrouw Van Bijsterveldt-Vliegenthart, over problemen in het Utrechtse vmbo.
(Ingezonden 9 februari 2009)
1
Is het waar dat het vmbo-onderwijs in Utrecht te kampen heeft met sterke terugloop van het
aantal leerlingen?
2
Deelt u de zorg om de neerwaartse spiraal waarin de Utrechtse scholen zijn terechtgekomen,
in de zin van een fors afnemend leerlingaantal, een toename van het percentage vmbo-
leerlingen met leer- of gedragsproblemen tot 44%, een verslechterd imago en een dalend
aantal aanmeldingen? Zo nee, waarom niet?
3
Is het waar dat in de aanpak die Utrecht voorstelt de verbetering van de kwaliteit van het
onderwijs, de kwaliteit van de gebouwen en de kwaliteit van de docenten centraal staat? Hoe
gaat u Utrecht en haar scholen helpen met het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs?
Welke concrete acties zijn te verwachten?
4
Deelt u de opvatting van de Taskforce in Utrecht dat ouders alleen hun kinderen naar
Utrechtse vmbo-scholen sturen als de kwaliteit van het onderwijs goed is?
5
Hoe beoordeelt u de constateringen van de Utrechtse onderwijswethouder en de voorzitter van
de Taskforce Utrechts vmbo dat eerdere, vrijblijvende afspraken tussen de gemeente Utrecht
en de regiogemeenten over het spreiden van leerlingen nauwelijks iets hebben opgeleverd?
6
Onderkent u dat de problemen in het Utrechtse vmbo direct gevolg zijn van de "grijze vlucht"
van goede autochtone en allochtone leerlingen die vertrekken naar scholen buiten de stad? Zo
nee, waarom niet?
7
Bent u bereid het Utrechtse vmbo te hulp te schieten door scholen en gemeenten rond de stad
Utrecht te dwingen een bijdrage te leveren aan het ontlasten van scholen die overbelast
dreigen te raken omdat een steeds groter percentage van hun leerlingen extra aandacht nodig
hebben?
8
Deelt u de mening dat bovengenoemde aanpak een belangrijke bijdrage kan leveren aan het
bestrijden van segregatie en het in stand houden van goed vmbo-onderwijs, ook in Utrecht,
zodat alle kinderen de kans op goed onderwijs krijgen? Zo ja, hoe gaat u deze hulp
vormgeven? Zo nee, welke overwegingen liggen dan eraan ten grondslag om geen helpende
hand te bieden om dit ernstige probleem mee te helpen oplossen?