Ministerie van Economische Zaken


Antwoord op vragen van de heer Madlener (PVV) over wind op zee


09-02-2009


Hieronder treft u het antwoord op vragen van de heer Madlener (PVV) over wind
op zee gesteld aan de minister van VROM op 19 januari jongstleden. Dit antwoord
geef ik u mede namens de minister van VROM en de Staatssecretaris van V&W.


1

Hoeveel subsidie wordt er direct en indirect verstrekt aan dit nieuwe
windmolenpark de komende 20 jaar? (De Telegraaf, 15 januari 2009)
Antwoord

Voor het park 'West Rijn', dat in het artikel is bedoeld, is door de Staatssecretaris
van Verkeer en Waterstaat een positieve ontwerpbeschikking voor een Wbr
vergunning gepubliceerd. Daarmee is nog geen besluit genomen over de
eventuele subsidiëring van het project.

Zoals in de brieven van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 4 april
2008 en 30 juni 2008 (TK 31209 nrs 26 en 35) aan de Tweede Kamer is gemeld,
zullen de houders van een Wbr-vergunning vanaf 1 november 2009 kunnen
meedingen naar SDE-subsidie in een tenderprocedure. De verwachting is, dat
voor 1 november 2009 circa acht tot tien Wbr-vergunningen worden afgegeven
op de bij Verkeer en Waterstaat ingediende aanvragen.
Een tenderprocedure zal bepalen, welke Wbr-vergunninghouder(s) SDE-subsidie
zullen ontvangen voor hun windpark. Er is voor deze regeerperiode SDE-subsidie
gereserveerd voor circa 450 MW windenergie op zee, dat betekent dat door mij
aan één of twee parken subsidie kan worden toegekend.
Het is nu dus nog niet te zeggen, of dit park SDE-subsidie zal krijgen.
2

Hoe is de aanbesteding van het windmolenpark geregeld? Welke partijen gaan dit
belastinggeld opstrijken?

Antwoord

De partij(en), die na de tender over een subsidietoezegging beschikken, zullen
vervolgens contracten sluiten met toeleveranciers en bouwbedrijven. Het staat die
partijen vrij om zelf te beslissen, welke contracten zij afsluiten en met wie. In de
´Marktanalyse wind op zee´, die Ecofys in opdracht van het Ministerie van
Economische Zaken heeft uitgevoerd, treft u aan hoe de planning van de bouw
van een windpark er doorgaans uitziet (http://appz.ez.nl/bestel).
3

Hoeveel procent van het Nederlandse energieverbruik zal dit windmolenpark
effectief gaan leveren?

Antwoord

Volgens de ontwerpbeschikking krijgt het park een vergunning voor 260 MW
opgesteld vermogen, waarmee gemiddeld 950.000 MWh per jaar kan worden
geproduceerd. Dit is ongeveer 0,75% van het huidige Nederlandse
elektriciteitsverbruik.

4

Waarom kiest het kabinet niet voor goedkope kernenergie?
Antwoord

Dit kabinet heeft deze keuze toegelicht in het werkprogramma Schoon & Zuinig.
Bovendien is dit reeds diverse keren met de Tweede Kamer besproken, onder
andere in het najaar 2008 naar aanleiding van het Energierapport.
5

Welke gevolgen heeft dit windmolenpark voor de zeevaart? Zullen schepen straks
om moeten varen en kan het mogelijk gevaar opleveren voor de vele zeeschepen
in dit gebied?

Antwoord

De vergunningaanvraag is beoordeeld door Rijkswaterstaat. In deze beoordeling
zijn niet alleen scheepvaartbelangen, maar ook belangen van andere
gebruiksfuncties en ecologische overwegingen meegewogen.
Aan het ontwerp en de exploitatie van het park zijn in de vergunning zodanige
eisen gesteld dat de scheepvaart minimaal effect ondervindt. De effecten op de
scheepvaart moeten tevens door de vergunninghouder worden gemonitord en
gerapporteerd. Onder deze voorwaarden is de vergunning verstrekt.


(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven