Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Edelherten op Terschelling

09 februari 2009 - kamerstuk

Directie Natuur

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20018

2500 EA 's-GRAVENHAGE

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum

DN. 2009/260 februari 2009
---
onderwerp bijlagen

Edelherten op Terschelling

Geachte Voorzitter,

In vervolg op mijn brief van 4 februari 2009 (DN. 2009/233) informeer ik u over mijn aanpak van de illegale uitzetting van edelherten op Terschelling.

De feiten
Medio november 2008 ontving ik de eerste geruchten, dat zich op Terschelling tien edelherten ophielden. Deze geruchten werden al snel bevestigd door waarnemingen ter plaatse. Uit politieonderzoek bleek dat de herten illegaal op het eiland zijn uitgezet. Een dergelijke actie keur ik absoluut af.

De herten die op Terschelling in de vrije natuur zijn uitgezet, zijn afkomstig van een edelhertenboerderij. Het gaat om tien dieren, één mannelijk hert en negen hindes. De Flora- en faunawet verbiedt in artikel 14 het uitzetten van dieren in de vrije natuur. Bij de uitzetting van de herten op Terschelling is sprake van faunavervalsing. De herten komen van nature niet op Terschelling voor. In de nota Jacht en Wildbeheer zijn de Veluwe en de Oostvaardersplassen de enige gebieden in Nederland die zijn toegewezen als leefgebied voor edelherten, omdat daar een volwaardige populatie herten kan bestaan en het terrein afgerasterd is. Dit laatste voorkomt schade en overlast aan landbouw en de verkeers- veiligheid is geborgd.

Ook in het geval van de edelherten op Terschelling wil ik deze lijn vasthouden. Ik heb hiervoor de volgende overwegingen:
· Het uitzetten van dieren kan alleen onder strikte voorwaarden om een populatie of ecosysteem te herstellen. Met andere woorden: dat kan alleen als de betreffende soort

ooit deel uitmaakte van het natuurlijke ecosysteem. · Het edelhert kwam nooit voor op Terschelling. Uitzetten is daarmee `vervalsing' van het ecosysteem ter plaatse. · Het ecosysteem op Terschelling wordt vanwege de hoge natuurwaarde beschermd en beheerd als natuurgebied. Het gebied heeft de status van Europees Natura 2000- gebied, met de verplichting om de karakteristieken van het ecosysteem in stand te houden. Daarmee is het uitzetten van vreemde soorten in het lokale ecosysteem niet toelaatbaar.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 9 februari 2009 DN. 2009/260 2

· Dit geldt temeer daar edelherten als `grote grazer' een ingrijpende invloed op het ecosysteem (met name de vegetatie) in het gebied kunnen hebben. Een edelherten- populatie brengt derhalve moeilijk voorspelbare, maar potentieel grote ecologische risico's met zich mee.
· De beleidslijn voor herintroducties van diersoorten die in april 2008 aan uw Kamer is toegezonden (TK 2007-2008, 31 200 XIV, nr. 215), is hier van toepassing. De beleidslijn schrijft een zorgvuldige afweging van alle relevante aspecten bij herintroductie voor. Een dergelijke afweging heeft hier niet plaatsgevonden.

Genoemde overwegingen zijn voor mij aanleiding geweest om meteen actie te onder- nemen ter verwijdering van de dieren van het eiland. Een nieuwe edelhertenpopulatie kan schade aanrichten aan kwetsbare natuur op het eiland en aan landbouwgewassen. Bovendien zijn er risico's voor de verkeersveiligheid omdat de herten zich vrij over het eiland kunnen bewegen en in tegenstelling tot de Veluwe en de Oostvaardersplassen niet in een afgerasterd gebied voorkomen.

Ook door het lokale bestuur van Terschelling is meerdere keren te kennen gegeven dat belang wordt gehecht aan snelle verwijdering van de edelherten. Vanuit het perspectief van openbare orde, maar ook de verkeersveiligheid, kan ik deze wens goed plaatsen. Het lokale bestuur heeft aangegeven een snelle actie tot verwijdering van de edelherten van het eiland te steunen.

De vangactie
Onder verantwoordelijkheid van de onder mij vallende diensten zijn in de periode
15 december 2008 tot en met 6 februari 2009 drie pogingen gedaan om de edelherten door middel van verdoving te vangen. Hierbij is op meer dan tien dagen gebruik gemaakt van de inzet van de in Nederland aanwezige en beschikbare expertise op het terrein van het verdoven van dieren. Deze acties hebben geresulteerd in de vangst van slechts één hert. Vooral de volgende omstandigheden vormen hiervoor een verklaring: · Voor het afschieten van een verdovingspijl moeten de herten tot op veertig à vijftig meter in vrij schootsveld benaderd kunnen worden. Dit is niet bij alle dieren mogelijk gebleken. Wel zijn er meerdere verdovingspijlen afgeschoten, maar slechts in het geval van het mannelijk hert heeft dit tot resultaat geleid. · De herten zijn in losse groepjes uiteengevallen en hebben zich verspreid over een groot deel van het eiland.

Het resultaat tot nu toe is een illustratie van de complexiteit van het uitvoeren van een adequate vangactie in de gegeven omstandigheden. Het oordeel van een aantal deskundigen - ook uit Duitsland - dat ik hierover voorafgaand aan de vangacties in januari en februari heb geraadpleegd, wees reeds uit dat de kans op een succesvolle afronding van een verdovingsactie om de herten te vangen erg klein zou zijn. Niettemin heb ik een uiterste inspanning willen plegen om de herten levend van het eiland te verwijderen.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 9 februari 2009 DN. 2009/260 3

Nu de praktijk het deskundigenoordeel heeft bevestigd, was ik genoodzaakt opnieuw een afweging te maken over de wijze waarop de dieren van Terschelling verwijderd zouden moeten worden. Ik heb er - alles afwegende - voor gekozen om de dieren door middel van afschot te laten verwijderen.

Het vervolg
Na de inspanningen om de herten te vangen, heb ik me georiënteerd op vervolgstappen. Allereerst bestond de mogelijkheid om de dieren met een langduriger vangactie, zoals nu meerdere keren geprobeerd is, te verdoven en van het eiland te verwijderen. De praktijk heeft inmiddels uitgewezen dat het inzetten op het verlengen van vangactie door middel van verdoving weinig effectief zou zijn.

In de tweede plaats is de optie overwogen om kralen op het eiland te bouwen, waar de edelherten ingelokt kunnen worden om vervolgens te kunnen worden verdoofd en gevangen. De inzet van een kraal acht ik echter, in deze situatie, niet effectief. Gelet op het voedselaanbod voor edelherten op Terschelling op dit moment laten de dieren zich moeilijk met lokvoer in een kraal opsluiten. Met name in tijden van voedselschaarste zou een kraal een oplossing kunnen bieden. Het opsluiten van deze dieren in een kraal kan overigens de nodige stress veroorzaken die zich uiteindelijk ook kan uiten in gedrag waarmee de dieren zichzelf verwonden. De effecten van de toepassing van een kraal kunnen dus nadelig voor de gezondheid en het welzijn van de dieren uitwerken.

Mijn verdere oriëntatie op het spoor van het vangen van de dieren leidt mij tot de conclusie dat, gegeven de omstandigheden en gelet op het oordeel van geraadpleegde deskundigen hierover, het ondernemen van verdere pogingen om de dieren door middel van deze aanpak van het eiland te verwijderen met de nodige onzekerheden en nadelen omgeven is. De moeilijke benaderbaarheid van de dieren en de snelheid waarmee de voorgenomen actie afgerond kan worden, zijn hierbij voor mij van doorslaggevende betekenis.

Na uitsluiting van bovenstaande opties, kan ik niet anders dan tot de conclusie komen dat de dieren door middel van afschot van het eiland moeten worden verwijderd. Bij deze optie is voor mij - evenzeer als bij de voorgaande opties - van belang de mate waarin deze optie op korte termijn op een goede manier kan worden uitgevoerd.

Naast mijn overtuiging over de effectiviteit van deze aanpak, wil ik ook op deze plaats nog eens onderstrepen dat ik het een onwenselijke situatie vind dat edelherten buiten de Veluwe en de Oostvaardersplassen vóórkomen dan wel worden uitgezet. De overtreding van dit wettelijke verbod van artikel 14 van de Flora- en faunawet wil ik dan ook door middel van een adequate handhavingsactie beëindigen.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 9 februari 2009 DN. 2009/260 4

Voor het afschot van de herten heb ik heden toestemming gegeven. Uiteraard zal ik uw Kamer op de hoogte stellen van het verloop van deze - helaas noodzakelijke en onontkoombare - handhavingsinspanning.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


---- --