Raad voor de Journalistiek

Uitspraken vastgesteld d.d. 6 februari 2009
door mw. mr. H. Troostwijk, voorzitter, drs. G.T.M. Driehuis, mw. E.H.C. Salomons en mr. A.H. Schmeink, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mw. mr. F.G. Jansma, plaatsvervangend secretaris.

Stichting United Adoptees International Nederland / Adoptietijdschrift Uitspraak: gegrond
De klacht is gericht tegen het artikel "De valkuil van betrokkenheid" met de ondertitel "Een onderzoek dat de titel niet dekt", dat in de rubriek `achter de feiten aan' is gepubliceerd. Kern van de klacht is dat verweerder ten onrechte heeft nagelaten wederhoor toe te passen. De Raad overweegt dat het een journalist vrijstaat over een bepaald feit zijn mening te verkondigen, mits duidelijk is dat het om zijn persoonlijke opvatting gaat. Dat is hier echter niet gebeurd. Het gewraakte artikel is niet geplaatst en opgemaakt als column of opiniërend stuk, en bevat tevens feitelijke berichtgeving. Er is geen sprake van een publicatie waarbij in beginsel geen wederhoor behoeft te worden toegepast. (zie punten 2.3.1. en 2.3.4. van de Leidraad van de Raad en vgl. RvdJ 2006/59)
In het artikel is vermeld dat klaagster althans haar voorzitter `behoorlijk hypocriet is door zijn eigen rol als sponsor en souffleur bij het onderzoek van de studenten van de Hogeschool van Amsterdam'. Voorts is vermeld dat klaagster althans haar voorzitter `opnieuw op een onzuivere manier over een vermeende samenhang tussen adoptie en kinderhandel aanstuurt en aan laat sturen'. Aldus is sprake van een zodanige diskwalificatie van klaagster c.q. haar voorzitter dat verweerder deze uitlatingen niet zonder toepassing van wederhoor had mogen publiceren. Verweerder heeft dit ten onrechte nagelaten, terwijl van hem - gezien de status van het tijdschrift in het adoptieveld - ter zake extra zorgvuldigheid mag worden verwacht. Trefwoorden:

· Journalistieke werkwijze: hoor en wederhoor
· Feitenweergave: tendentieuze berichtgeving
· Aard van de publicatie: opinie/kritiek Publicatie op www.rvdj.nl/2009/6

X en Y / A. Ruitenbeek en Noordhollands Dagblad Uitspraak: deels gegrond
Klagers maken bezwaar tegen het artikel "Witwassers voor de rechter", dat gaat over een strafzaak tegen X en waarin het volledige woonadres van klagers is genoemd.
Ter zitting heeft Y desgevraagd laten weten dat klagers tegen de enkele vermelding van de straatnaam geen bezwaar zouden hebben gehad, omdat hun straat erg lang is. De Raad acht de vermelding van de straatnaam in dit geval dan ook niet ontoelaatbaar. Niet aannemelijk is geworden dat klagers daardoor voor het grote publiek identificeerbaar zouden zijn. Overigens hebben verweerders de straatnaam kennelijk vermeld in eerdere publicaties over klagers en hebben klagers daartegen geen bezwaar gemaakt.
De vermelding van het huisnummer vormt echter een te vergaande inbreuk op de privacy van klagers. Klagers kunnen door die vermelding eenvoudig worden geïdentificeerd en getraceerd, terwijl het achterwege laten van die vermelding geen afbreuk zou hebben gedaan aan de aard en inhoud van de berichtgeving. Met het vermelden van het huisnummer hebben verweerders dan ook de grenzen overschreden van hetgeen, gelet op de journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk aanvaardbaar is. Verweerders hebben dit overigens erkend. (zie punten 2.4.1. en 2.4.5. van de Leidraad van de Raad en vgl. RvdJ 2008/32) Trefwoorden:

· Privacy: vermelding persoonlijke gegevens, verdachten/veroordeelden
Publicatie op www.rvdj.nl/2009/7

X / J. Schaafsma en De Telegraaf
Uitspraak: deels gegrond
Het artikel "Messentrekker mag doorleren" met het chapeau "Familie neergestoken jongen verbijsterd over voorlopige vrijlating" is tevens, in enigszins gewijzigde vorm, op de website www.telegraaf.nl geplaatst. Onder het artikel zijn diverse lezersreacties gepubliceerd. Klager heeft niet ontkend op enigerlei wijze betrokken te zijn geweest bij het steekincident waarover is bericht. De omissies in de berichtgeving zijn niet van zodanige aard dat verweerders daarmee journalistiek onzorgvuldig hebben gehandeld. Ook overigens is niet gebleken dat de berichtgeving relevante onjuistheden bevat. Er is verder geen grond aanwezig voor de conclusie dat verweerders zonder deugdelijke grondslag beschuldigingen aan het adres van klager hebben gepubliceerd c.q. ter zake tendentieus over klager hebben bericht. In dat verband overweegt de Raad nog dat het journalistiek gebruikelijk is dat een artikel in de kop scherp wordt aangezet. Daarmee worden alleen de grenzen van journalistieke zorgvuldigheid overschreden als de kop geen enkele grond vindt in het artikel. Daarvan is hier geen sprake (vgl. RvdJ 2008/53).
Dat klager de publicatie van een aantal lezersreacties als grievend heeft ervaren, is onvoldoende voor de conclusie dat verweerders deze reacties niet op hun website hadden mogen plaatsen. Gelet op hetgeen de Raad hiervoor heeft overwogen, bestaat geen grond voor de conclusie dat voor de uitlatingen jegens klager een feitelijke grondslag ontbreekt. Ook dit onderdeel van de klacht slaagt daarom niet. (zie punten 5.1., 5.4. en 5.5. van de Leidraad)
Voor zover de klacht is gericht tegen de vermelding van persoonlijke gegevens van klager, is deze wel gegrond. Weliswaar is in het artikel niet klagers volledige achternaam opgenomen, maar door de combinatie van de over hem vermelde gegevens kan hij - buiten de kring van personen bij wie hij al bekend was - eenvoudig worden geïdentificeerd en getraceerd. Niet is gebleken dat met de vermelding van al deze gegevens gezamenlijk een maatschappelijk belang is gediend, dat bovendien zwaarder weegt dan het individuele belang van klager. Verweerders hadden meer terughoudend kunnen berichten zonder dat afbreuk was gedaan aan de aard en inhoud van de berichtgeving. Niet is gebleken dat door het weglaten van bepaalde persoonlijke gegevens van klager - zodat hij niet meer voor het grote publiek herkenbaar zou zijn - een onaanvaardbare onduidelijkheid voor de lezer zou zijn ontstaan. Hieruit volgt dat verweerders niet op verantwoorde wijze het belang van klager bij de bescherming van zijn privacy hebben afgewogen tegen het maatschappelijk belang dat met de publicatie is gediend. De vermelding van klagers persoonlijke gegevens vormt een ongerechtvaardigde aantasting van klagers privéleven en verweerders hebben aldus grenzen overschreden van hetgeen - gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid - maatschappelijk aanvaardbaar is. (zie punten 2.4.1. en 2.4.5. van de Leidraad en vgl. RvdJ 2008/32) Trefwoorden:

· Feitenweergave: onjuiste, tendentieuze berichtgeving
· Privacy: vermelding persoonlijke gegevens, verdachten/veroordeelden

· Aard van de publicatie: ingezonden brieven, reacties op websites
Publicatie op www.rvdj.nl/2009/8

---

do 22 jan 2009 - Uitspraak vastgesteld d.d. 16 december 2008
- X / A.C.M. van de Luytgaarden en het Noordhollands Dagblad (RvdJ 2008/68)

Lees verder...
---

do 22 jan 2009 - Uitspraken vastgesteld d.d. 16 december 2008
- W.A. Boef / B. Middelburg, P. Vugts en Het Parool (RvdJ 2008/66)
- X / Beauty+ (RvdJ 2008/67)

Lees verder...
---

di 20 jan 2009 - Uitspraken vastgesteld d.d. 15 december 2008
- X / NRC Handelsblad (RvdJ 2008/62)
- S.L. van Tijn / 'Blauw' (AT5) (RvdJ 2008/63)
- X en Y / 'Het Zesde Zintuig - Plaats Delict' (RTL) (RvdJ 2008/64 en 2008/65)

Lees verder...
---

do 15 jan 2009 - Uitspraken vastgesteld d.d. 12 december 2008
- X / de Bunschoter (RvdJ 2008/58)
- X / T. de Jong en het Brabants Dagblad (RvdJ 2008/59)
- X / K. Scharrenberg en Panorama (RvdJ 2008/60)
- W.F. Holleeder / K. Scharrenberg en Panorama (RvdJ 2008/61) Lees verder...
---
do 15 jan 2009 - Uitspraak vastgesteld d.d. 11 december 2008
- S. van der Zee / Noordhollands Dagblad (RvdJ 2008/57) Lees verder...
---