Puttense zaak mag verder met dezelfde rechters
Zutphen, 6 februari 2009 - De wrakingskamer verklaart het
wrakingsverzoek niet-ontvankelijk omdat het te laat is ingediend.
Daarnaast benadrukt de wrakingskamer dat de rechtbank heeft beslist
dat de advocaat mag vragen om stukken aan het dossier toe te voegen.
Zolang dat gemotiveerd gebeurt.
De advocaat van de verdachte in de Puttense zaak diende woensdag 5
februari het wrakingsverzoek in tegen de meervoudige strafkamer, de
rechters die de zaak behandelen. Een wrakingsverzoek betekent dat de
advocaat geen vertrouwen heeft in de onpartijdigheid van de rechters.
De advocaat diende het wrakingsverzoek in omdat de rechtbank op 4
december 2008 onder andere besloot dat niet alle 260 ordners van de
oude Puttense zaak zonder meer aan het huidige dossier worden
toegevoegd. De rechtbank stelde toen daarbij dat gemotiveerde
verzoeken wel worden beoordeeld.
Te lang gewacht
De wrakingskamer oordeelt dat het wrakingsverzoek te laat is ingediend
en daarom niet inhoudelijk wordt behandeld. De wet schrijft voor dat
een wrakingsverzoek moet worden gedaan zodra die feiten of
omstandigheden bekend worden.
Het wrakingsverzoek zou naar het oordeel van de wrakingskamer korte
tijd na 4 december 2008 moeten zijn ingediend om aan de eis van de wet
te voldoen. De tussentijd is te lang: de advocaat heeft de
wrakingskamer niet kunnen overtuigen dat hij niet eerder tot indiening
van het wrakingsverzoek kon overgaan. Daarom kan de advocaat niet in
zijn verzoek worden ontvangen.
Advocaat mag gemotiveerd stukken vragen
Hier zou de wrakingskamer het bij kunnen laten: als een verzoek niet
ontvankelijk is, komt de wrakingskamer niet aan een inhoudelijke
beoordeling toe. Niettemin wil de wrakingskamer twee punten
benadrukken.
De meervoudige kamer heeft beslist dat op verzoek van de verdediging
stukken aan het dossier toegevoegd kunnen worden. Dan moet wel blijken
dat die stukken relevant zijn en dat moet door de verdediging
aannemelijk worden gemaakt.
Als de advocaat een beroep wil doen op stukken die de
verslepingstheorie ondersteunen, zal hij dus moeten aangeven op welke
stukken hij zich beroept. het blijkt niet uit de beslissing, om niet
alle 260 ordners toe te voegen, dat de strafkamer de ogen sluit voor
de verslepingstheorie. De advocaat heeft namelijk zelf al aangegeven
dat het in die 260 ordners niet uitsluitend over de verslepingstheorie
gaat.
Financiële middelen
Voor zover de raadsman van verdachte onvoldoende financiële middelen
ter beschikking heeft om de 260 ordners door te nemen, kan hij vooraf
om financiering vragen bij de raad voor rechtsbijstand. Als die
financiering hem wordt geweigerd, staat voor hem beroep open bij de
bestuursrechter. De meervoudige strafkamer, die de Puttense zaak
behandelt, kan hier volgens de wet niet over oordelen.
Meer informatie
* Dossier Puttense zaak
* Dossier wraking
* Wrakingsprotocol Zutphen
LJ Nummer
BH2239
Bron: Rechtbank Zutphen
Datum actualiteit: 6 februari 2009 Naar boven
Gerechtelijke organisatie