Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Den Haag Ons kenmerk

5 februari 2009 JOZ/93402

Onderwerp
Kwaliteit onderwijs in de vier grote gemeenten

Aanleiding
In oktober 2008 hebben de wethouders van de vier grote steden een open brief gepubliceerd waarin zij aangaven zich ernstige zorgen te maken over de kwaliteit van het onderwijs in hun steden. Mede naar aanleiding van deze brief hebben rijk, gemeenten en schoolbesturen een gezamenlijke aanpak op lokaal niveau afgesproken die tot verbetering van de onderwijskwaliteit moet leiden. Hieronder informeren wij uw Kamer over de gekozen aanpak. Met deze brief voldoe ik mede aan mijn toezegging uit de brief van 16 juni 2008 (2007-2008, 31289, nr. 40).

Situatie in de vier grote gemeenten
Met de G4 zien ook wij het grote belang van het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Ook wij vinden dat de situatie in de vier grote gemeenten gemiddeld ernstiger en complexer is dan in de rest van Nederland. De inspectie stelt vast dat basisscholen in de G4 nog steeds zwakker scoren op de kwaliteitskenmerken (uitgezonderd stimulerend klimaat en opbrengsten) dan elders. Ook in het voortgezet onderwijs hebben de G4 meer risicovolle en zeer zwakke scholen dan de rest van het land. Op deze scholen is de kwaliteit met betrekking tot de onderwijsresultaten op belangrijke punten onder de maat en presteren leerlingen onvoldoende. Scholen die in aanmerking komen voor Leerplusmiddelen zijn sterk oververtegenwoordigd en er zijn relatief veel nieuwkomers. Ook zijn er gemiddeld meer LWOO- en PRO-leerlingen dan in de rest van Nederland. In het MBO hebben de G4 niet aanwijsbaar meer zeer zwakke opleidingen, wel volgen in de G4 relatief veel leerlingen niveau 1 en 2 in het MBO.

Het probleem van de `overbelaste jongeren' en jongeren met een achterstand manifesteert zich met name in armoede probleemcumulatiegebieden in de grotere steden. De concentratie van deze jongeren in de grote steden leidt tot extra problemen. De betrokken partijen zijn van mening dat bij de aanpak van deze problemen de prioriteit op verbetering van de kwaliteit van de opleidingen moet liggen. Het WRR-rapport "vertrouwen in de school" beschrijft deze problematiek eveneens en geeft een aantal aanbevelingen. Het kabinet streeft ernaar hierop in het voorjaar een reactie te geven.




blad 2/2

Huidige inzet van het rijk
Het rijk investeert al in algemene en specifieke maatregelen om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren en scholen met veel zorgleerlingen beter toe te rusten. Voorbeelden zijn de Taal- en Rekenverbeterprojecten. In het kader van het Grote stedenbeleid gaan extra middelen naar gemeenten om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Aan de scholen in de G4 en/of in een van de Krachtwijken zijn inmiddels met prioriteit rijksmiddelen toegewezen die in combinatie met gemeentelijke- en/of schoolmiddelen vanaf 1 augustus 2008 leiden tot het aanstellen van conciërges. Daarnaast is vooruitlopend op een nieuwe subsidieregeling financiële steun verleend aan een Utrechts initiatief om VMBO-docenten bij te scholen op het gebied van het onderwijs in taal, rekenen en burgerschap. Andere maatregelen zijn specifiek gericht op scholen die te maken hebben met leerlingen met een onderwijsachterstand. In de G4 is een relatief sterke vertegenwoordiging van dergelijke scholen, waardoor ook in dit kader scholen binnen de vier grote gemeenten gemiddeld gezien aanspraak kunnen maken op meer middelen dan scholen buiten de G4.

Gezamenlijke aanpak kwaliteit
Ondanks dat het rijk al investeert in de bovengenoemde maatregelen, en verbeteracties bij scholen zijn ingezet, zijn wij met de wethouders van de G4 en de sectorraden van mening dat er extra inspanningen nodig zijn om de situatie in de vier grote steden te verbeteren. Meer samenhang tussen beleidstrajecten en goede afspraken over de inzet van geld en de gewenste resultaten zijn nodig om de effectiviteit van maatregelen te vergroten. Onze inzet is nu om, samen met de G4 en sectorraden, meer samenhang in beleidsmaatregelen te realiseren en gezamenlijk met de lokale schoolbesturen te werken aan het verbeteren van de onderwijskwaliteit in de G4. Daar waar nodig gebeurt dit in samenwerking met andere departementen.

Op 4 december 2008 hebben wij bestuurlijk overleg gevoerd met de grote steden, het onderwijsveld en de onderwijsinspectie. Tijdens dit overleg zijn er gemeenschappelijke afspraken gemaakt. Kern daarvan is dat OCW, gemeente en schoolbesturen op lokaal niveau een gezamenlijk aanpak gaan uitwerken, gericht op kwaliteitsverbetering. Hiertoe worden tripartiet afspraken gemaakt met de focus op de verbetering van de kwaliteit van het onderwijsaanbod (en daarmee samenhangend zorg in en om school, huisvesting, personeel), de samenhang van maatregelen en de beoogde effecten van de inzet van middelen. We streven daarbij naar integrale en duurzame oplossingen. De aanpak wordt werkenderweg verder ontwikkeld. Openheid en transparantie staan daarbij voorop.

De gezamenlijke aanpak zal de komende periode verder per stad op lokaal niveau worden uitgewerkt en dit voorjaar resulteren in concrete werkagenda´s per stad. Over de gemaakte afspraken zullen wij u te zijner tijd informeren.

De staatssecretaris van Onderwijs De staatssecretaris van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, Cultuur en Wetenschap,

Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart Sharon A.M. Dijksma