Toespraak Balkenende bij gala Postcodeloterij
Toespraak | 05-02-2009
Minister-president Balkenende heeft een toespraak gehouden tijdens het
Goed Geld Gala van de Nationale Postcodeloterij.
Vorige maand sprak ik op het Catshuis met een aantal inspirerende
mensen. Mensen die ik eerder tijdens een werkbezoek had ontmoet en met
wie ik graag verder wilde praten. Mensen ook die ik nog nooit had
gezien, maar die zich onderscheiden door hun moed en betrokkenheid
voor onze samenleving. Door het werk dat zij doen. Maar ook door zich
vrijwillig in te zetten voor een ander. Mensen kortom die goed doen.
Eén van hen was Esther Groenendijk uit Rotterdam. Via de website
Buurtlink is zij uitgeroepen tot Best Buur van 2008. En nu ik haar
gesproken heb, weet ik dat deze uitverkiezing meer dan terecht is.
Ze staat dag en nacht klaar voor een ander. Ze organiseert de meest
uiteenlopende activiteiten die haar en haar buren dichter bij elkaar
brengen. En ze straalt daarbij een plezier uit die gewoon aanstekelijk
is. Ze is als het ware een katalysator van betrokkenheid in haar
buurt.
Mensen als Esther Groenendijk zijn goud waard. Daarom doet het mij
deugd dat zij via Buurtlink in het zonnetje is gezet. Buurtlink is
niet toevallig één van de 57 beneficiënten van de Nationale
Postcodeloterij.
Al 20 jaar weet de Postcodeloterij het goede te vinden. Goede doelen
die de leefbaarheid, solidariteit en duurzaamheid bevorderen. In
Nederland, maar ook op andere plekken in de wereld.
Met veel plezier ben ik dan ook op uw uitnodiging ingegaan om tijdens
dit vierde lustrum het woord tot u te richten. Het getuigt van kracht
dat de Postcodeloterij het heeft aangedurfd bij deze gelegenheid
iemand van de naaste concurrent - de Staatsloterij - uit te nodigen.
Ter geruststelling: ik besef dat u niet zit te wachten op een betoog
over de successen van één van de oudste loterijen van Europa, hoewel
daar natuurlijk prachtige verhalen over te vertellen zijn.
Dames en heren,
Of we het nu willen of niet, we kunnen niet om de huidige economische
situatie heen. De gevolgen van wat enkele maanden geleden begon als
een Amerikaanse bankencrisis zijn wereldwijd, en zeker ook in
Nederland, aanzienlijk. De stemming lijkt dagelijks grimmiger te
worden. De woningmarkt stagneert, bedrijven zien hun
orderportefeuilles slinken en zijn genoodzaakt honderden, zo niet
duizenden mensen te ontslaan, pensioenfondsen kampen met hun
dekkingsgraad en consumenten houden angstvallig de hand op hun knip.
We zullen alle zeilen moeten bijzetten om deze crisis het hoofd te
bieden. Ik zeg nadrukkelijk: we. Zonder er al te diep op in te gaan,
wil ik toch kwijt dat er in mijn ogen wel heel snel en heel veel naar
de overheid wordt gewezen. Begrijp me goed: we doen als overheid wat
nodig is en zullen dat blijven doen. Daarom hebben we fors ingegrepen
in het financiële systeem om te voorkomen dat gezonde Nederlandse
banken omvallen. Daarom bieden we bedrijven garanties om ervoor te
zorgen dat ze kunnen blijven ondernemen. En daarom ondersteunen we
burgers die hun baan hebben verloren bij het vinden van een nieuwe
werkkring.
Maar de overheid kan deze crisis niet alleen bestrijden. Alle partijen
zullen hun verantwoordelijkheid moeten nemen.
Voor definitieve conclusies is het nog te vroeg, maar één stelling
durf ik wel aan: het korte termijn winstbejag heeft verloren. We
zullen op zoek moeten naar nieuwe wegen. Wegen die leiden naar een
nieuw moreel perspectief.
Wat betreft de economie betekent dat wat mij betreft oog houden voor
de soliditeit en de gevolgen van maatregelen voor de lange termijn.
Herwaardering van een morele dimensie betekent voor mij ook meer oog
de kwaliteit van de samenleving. De kranten staan bol van kreten als
subprime, leveraged buy-out, schuldbubble, bad bank en back-up
facility. Juist nu is denk ik de vraag naar de immateriële kant van
het leven meer dan gerechtvaardigd.
Ik las laatst een uitspraak van schrijver Alain de Botton. Hij zei:
"Een boek is pas af als het gelezen is." In navolging hiervan zou ik
willen zeggen: Een samenleving is pas af als de mensen betrokken zijn
bij elkaar.
Een mens leeft niet voor zichzelf alleen. Een samenleving heeft
verbindingen nodig. Tussen mensen, tussen groepen, tussen religies,
tussen culturen, tussen mens en milieu. De overheid alleen kan die
verbindingen niet tot stand brengen. Verbondenheid kun je onmogelijk
alleen met juridische en staatsrechtelijke middelen bereiken. Wetten
en regels maken een land niet tot een goed land.
Mensen maken een samenleving. Mensen en organisaties die verder kijken
dan het pure eigenbelang. Die meer doen dan het strikt noodzakelijke.
Kijk naar een bedrijf als Shell die hun medewerkers stimuleert
taallessen te geven aan allochtone kinderen. Kijk naar de voetbalclubs
die programma's opzetten om jongeren met achterstanden weer op het
goede spoor te zetten. Kijk naar de ruim 1 miljoen actieve
vrijwilligers die ons land rijk is.
En dat brengt me bij u, de goede doelen organisaties. Een bont palet
aan ideële organisaties is hier vandaag weer vertegenwoordigd. Zo op
het eerste oog hebben Stichting Kinderboerderijen Nederland, World
Press Photo, Artsen zonder Grenzen, Vogelbescherming Nederland en
Skanfonds weinig met elkaar gemeen. Maar dat is slechts schijn.
U beschermt wat kwetsbaar is. U stimuleert wat een boost kan
gebruiken. U moedigt aan wat een zetje in de rug verdient. U laat
mensen - waar ook ter wereld - opbloeien.
Ik kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk dat is.
Goed doen geeft ontzettend veel voldoening, vraag dat maar aan Esther
Groenendijk.
De vraag is dus hoe we de betrokkenheid van mensen vergroten.
Betrokkenheid bij elkaar, bij de samenleving en bij u, de goede
doelen. Hoe kunnen we - met andere woorden - de morele dimensie in de
samenleving versterken.
Ik zie daarbij een grote rol weggelegd voor ideële organisaties. Dat
zeg ik niet uit gemakzucht, maar uit overtuiging. De kracht van een
samenleving ligt bij het maatschappelijk middenveld, de civil society.
Als overheid moet je je zo min mogelijk bemoeien met de initiatieven,
ideeën en idealen die daar opbloeien. Vrijheid en vertrouwen geven,
dat is voor de overheid het adagium.
Natuurlijk doen wij ook wat we kunnen om een duurzame, leefbare
samenleving dichterbij te brengen. Daarom werken we hard aan
vergroening van het belastingstelsel. Daarom zetten wij ons actief in
voor verbetering van onderwijs, gezondheidszorg, het milieu en een
eerlijkere verdeling in die landen waar dat het hardst nodig is.
Daarom investeren we in het vergroten van de leefbaarheid in wijken en
buurten.
Een nieuw moreel perspectief vullen we samen in. Maar eerlijk is
eerlijk, een belangrijk deel ligt in uw handen. Blijf daarom uw
creativiteit aanboren zou ik willen zeggen. Blijf zoeken naar nieuwe
wegen. Blijf innoveren.
U weet: ik ben een optimistisch mens. Ik geloof in het - de heer
Poelmann refereerde er al aan - karakter van de Nederlanders.
Ongetwijfeld zullen zij ook in 2009 via de Postcodeloterij een gokje
willen wagen. Maar ik geloof ook zeker dat al die mensen beseffen dat
in dit geval het gezegde 'meedoen is belangrijker dan winnen' van
toepassing is. Want meedoen aan de Postcodeloterij betekent dat al die
goede doelen kunnen blijven werken aan het vergroten van
betrokkenheid. En dat is toch wat we allemaal willen. Een betrokken,
leefbare samenleving. Een samenleving met een hart.
Dank u wel.
Ministerie van Algemene Zaken