4. Meer aandacht voor meisjesbesnijdenis bij AMK's en
Kinderbescherming
Meer aandacht voor meisjesbesnijdenis bij AMK's en Kinderbescherming
Nieuwsbericht, 6 februari 2009
Directeur Ghanaian Association for Women's Welfare laat poster zien
die oproept om te stoppen met besnijdenis bij meisjes.
Opleiding en training van medewerkers bij de Advies- en Meldpunten
Kindermishandeling (AMK's) en de Raad voor de Kinderbescherming over
meisjesbesnijdenis, aanstelling van aandachtsfunctionarissen en betere
samenwerking tussen de ketenpartners. Dat zijn enkele maatregelen die
het kabinet bij de AMK's en de Raad treft in de strijd tegen
vrouwelijke genitale verminking.
Dat schrijven staatssecretaris Bussemaker en de ministers Rouvoet
(Jeugd en Gezin) en Hirsch Ballin (Justitie) in een gezamenlijke brief
aan de Tweede Kamer. De bewindspersonen onderzoeken verder de
haalbaarheid van invoering van een `medisch certificaat' in Nederland.
Daarin verklaren ouders op vrijwillige basis hun dochter(s) niet te
laten besnijden in het land van herkomst.
Met de brief is een onderzoek naar 44 meldingen van vermoedens van VGV
die tussen 1 juli 2007 en 1 maart 2008 zijn binnengekomen bij de AMK's
en de Raad naar de Kamer gestuurd.
Onvoldoende basiskennis
VWS en Jeugd en Gezin lieten dit onderzoek uitvoeren om een beeld te
krijgen van de aard en herkomst van de meldingen, de afhandeling
daarvan en afwegingen om al dan niet aangifte te doen. Uit het
onderzoek, uitgevoerd door Adviesbureau Van Montfoort, blijkt dat het
voor AMK- en Raadsmedewerkers lastig te bepalen is of een vermoeden
van VGV gegrond is of niet. Ook blijkt dat medewerkers over
onvoldoende basiskennis van VGV beschikken.
Om de kennis van nieuwe medewerkers te vergroten is afgesproken dat
bij het opleiden meer aandacht komt voor bijvoorbeeld risicolanden, de
vormen van VGV, de leeftijd waarop het gebeurt en de strafbaarheid.
Ook wordt het bestaande handelingsprotocol herzien. Strafbaarheid en
nazorg van besneden meisjes wordt daarin opgenomen.
Toch schrijven de onderzoekers dat zaken 'redelijk adequaat' zijn
afgehandeld. Medewerkers hebben gesprekken gevoerd met de ouders,
vermoedens van VGV uitgebreid onderzocht en in sommige dossiers is de
mogelijkheid van aangifte aan de orde geweest.
Meldingen en adviesvragen
De meeste meldingen kwamen van de Jeugdgezondheidszorg en scholen.
Aanleiding daarvoor was vaak de vrees dat kinderen meegenomen worden
naar het buitenland om besneden te worden. Ook meldden instanties
wanneer ze merken dat ouders voorstander zijn van VGV bij hun eigen
dochters.
De 44 meldingen en adviesvragen betreffen 27 gezinnen en 51 meisjes,
in de leeftijd tussen 0 en 17 jaar:
* Bij 2 gezinnen heeft de Raad geen duidelijkheid kunnen krijgen
over vermoedens van VGV.
* Bij 14 gezinnen ging het alleen om adviesvragen. Omdat het AMK dan
slechts tijdelijke bemoeienis heeft, is niet bekend hoe deze zaken
zijn afgehandeld.
* In 6 gevallen blijft hierover twijfel bestaan. In 1 gezin, waar
sprake was van gezinsproblematiek, kwam tijdens het raadsonderzoek
aan het licht dat de 2 dochters - waarschijnlijk - zijn besneden
voor ze in Nederland kwamen wonen.
* Bij 5 gezinnen bestaat na onderzoek geen risico meer van VGV.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport