Taskforce Management Overstromingen: Nederland beter voorbereid op overstromingen, maar er is méér nodig

Taskforce Management Overstromingen:
'Nationale operationele plannen vragen om hoge bestuurlijke prioriteit'

Nederland beter voorbereid op overstromingen, maar er is méér nodig

'Nederland is organisatorisch beter voorbereid op overstromingen dan twee jaar terug. Op alle bestuurlijke niveaus is sinds 2006 veel werk verzet en zijn belangrijke resultaten geboekt, maar is er nog zeer veel te doen. Bestuurders en professionals hebben geen andere keus dan verbeteringen af te maken en vast te houden. Nationaal, regionaal en lokaal. Er is meerjarige, consistente aandacht nodig om risicobewustzijn van inwoners en bedrijfsleven te vergroten. Regionaal moet eens per twee jaar, landelijk eens per vier jaar geoefend worden; dus in 2012 opnieuw een grote landelijke overstromingsoefening.' Dat zegt Jan Franssen, voorzitter van de Taskforce Management Overstromingen TMO, vandaag bij het aanbieden van de eindrapportage aan het kabinet.

De Taskforce Management Overstromingen*) is eind 2006 door de regering ingesteld om voorbereidingen op overstromingen in Nederland te verbeteren. Zij heeft haar taken op 31 december 2008 afgerond. Haar eindrapport bevat bevindingen, aanbevelingen en drie deelrapporten: planvorming, nafase en eerste impressies van de landelijke oefenweek Waterproef, begin november 2008.

Aanpak TMO
De TMO heeft zich twee jaar gericht op planvorming bij overstromingen bij de 25 veiligheidsregio's en op nationaal niveau, door bestuurders en professionals. Kern van de planvorming was de Ergst Denkbare Overstroming (EDO), een scenario dat van alle bestuurders en professionals vraagt met elkaar samen te werken. Ook heeft de taskforce samenwerking gestimuleerd tussen waterbeheerders (Rijkswaterstaat en waterschappen) en de algemene bestuurlijke kolom.

Bevindingen TMO
De TMO vindt dat er op regionaal veel vooruitgang is geboekt in de kwaliteit van voorbereidingen. Voor het nationale niveau is dat in mindere mate het geval. De taskforce vindt het ontwerp Crisisplan Hoogwater en Overstromingen een behoorlijke aanzet, maar doorontwikkeling van nationale operationele planvorming dringend nodig; dat vraagt om hoge bestuurlijke prioriteit. Een nationale evacuatieplanning met verkeersmanagement bij overstromingen is daar een voorbeeld van. Volgens de TMO is die onontbeerlijk, omdat een nationale evacuatie-planning inwoners en bedrijven van Nederland duidelijkheid biedt en orde schept in de chaos die overstromingen veroorzaken. De taskforce vindt de fase nà een overstroming waarin herstel en wederopbouw centraal staan, een nog onontgonnen terrein. Overheden moeten met elkaar plannen maken om inzichtelijk te krijgen wat er na een overstroming moet gebeuren. De TMO reikt daartoe in het deelrapport Nafase een strategie en checklist aan.

Het kunnen overzien van consequenties van beslissingen is een belangrijk leerpunt van de oefenweek Waterproef. Het kan gaan om evacuatiebesluit van bepaalde gebieden, of groepen burgers, zoals niet-zelfredzame mensen. Volgens de TMO staan gevolgen van beslissingen nooit op zichzelf. 'Zij hebben te maken met consequenties van andere beslissingen op andere niveaus. Het in zeer korte tijd door bestuurders en professionals integraal en op alle niveaus kunnen beoordelen van gevolgen van beslissingen bepaalt hun effectiviteit', zo constateert de Taskforce.

Regievoering
De TMO stelt, dat succes van voorbereidingen op overstromingen staat of valt met goede regie. 'Regie bij respons op overstromingen, zo wees Waterproef uit, bepaalt of Nederland zo'n ramp aan kan. Overstromingen houden zich niet aan grenzen, daarom is coördinatie tussen regio's en tussen nationaal en regionaal niveau essentieel. Coördinatie en regie vragen om krachtige keuzes. Bij een overstromings-ramp van nationale omvang móet 'topdown' gewerkt worden; beslissingen op dat niveau moeten onverkort uitgevoerd worden. Bestuurders en professionals op nationaal én regionaal niveau moeten zich bewust zijn van hun positie bij het toepassen van doorzettingsmacht. Zij mogen elkaar nooit voor onverwachte keuzen plaatsen, hun actie moet passen in het totaal van noodzakelijke maatregelen.'

Versterking regie rijk
Volgens de Taskforce is versterking van regie door het Rijk nodig, bij overstromingen en bij andere grootschalige nationale rampen. Dit betekent:
* dat de coördinatie door de minister van BZK in het Ministerieel Beleidsteam sterker moet voor meer slagvaardigheid in de besluitvorming;
* versterking van de bevelvoering door de minister van BZK en voorzitters van veiligheidsregio's;
* dat de Commissaris der Koningin (CdK) door zijn regiokennis namens de minister van BZK verantwoordelijk moet zijn voor betere coördinatie boven en tussen veiligheidsregio's.
* dat er een Landelijk Operationele Staf (LOS) ingesteld moet worden die reageert op een nationale overstromingsramp en andere nationale rampen. In Waterproef deed de LOS het goed en ontwikkelde zich tot landelijk operationeel commandocentrum. Borging door oefenen en toetsen
De TMO vindt het van groot belang enthousiasme, resultaten, procedures en aanpak van de afgelopen twee jaar te borgen in bestaande organisaties. Daarover moet de minister van BZK centrale regie hebben. Waterproef liet zien dat de betrokkenen zich nu beter realiseren wat een overstroming van bestuurders en professionals vraagt. Daarom beveelt de taskforce aan landelijk één keer per vier jaar en regionaal één keer per twee jaar te oefenen. Dit betekent opnieuw een grote landelijke overstromingsoefening in 2012.

De TMO adviseert dat de Inspecties Openbare Orde en Veiligheid en Verkeer en Waterstaat in 2009 een kader opstellen om het voorbereidingspeil te toetsen, dat vanaf 2010 door alle bestuurlijke niveaus wordt gebruikt.

Noot aan redacties (

RVD Mediafeed