Dexia Bank


besturen in 2007

Solide financiële situatie van de Europese lokale besturen in 2007

5/02/2009
Verdere decentralisatie en territoriale reorganisatie Een financiële situatie waardoor de lokale besturen - via investeringen - vermoedelijk tot het herstel zullen kunnen bijdragen

* Een bijzondere situatie voor de Belgische lokale overheid, die bijna 50 % van de totale overheidsinvesteringen van het land voor haar rekening neemt, tegen slechts 6% van de overheidsschuld

Volgens de laatste jaarlijkse conjunctuurnota van Dexia over de financiën van de lokale besturen in de Europese Unie heeft de sector van de infranationale overheid^^ van de 27 landen van de Europese Unie zijn financiële basis in 2007 verstevigd. Ook al bestaan er grote verschillen tussen de landen, toch zijn de infranationale besturen, dankzij deze soliditeit, in staat om de economische crisis met vertrouwen tegemoet te zien en - via hun investeringsbeleid - zelfs actief tot het herstel van de nationale economieën bij te dragen.

Terugkeer naar het begrotingsevenwicht en vermindering van de schuld in volume

In een economische omgeving die nog gunstig was in 2007 (+ 2,9 % groei van het bbp) verbeterde de sector van de infranationale overheid zijn goede financiële gezondheid en vertoont hij nu voor het eerst sinds 2002 een begrotingsoverschot, namelijk 5 miljard euro (d.i. 0,04 % van het Europese bbp). De uitstaande schuld, die 1 205 miljard euro op infranationaal vlak bedraagt ( d.i. 9,8 % van het bbp en 16,6 % van de totale overheidsschuld), daalt aldus met - 1,8 % in volume in 2007. Dit is een omslag van de trend die werd vastgesteld voor de periode 2002-2007, toen de schuld in volume gemiddeld + 2,2 % per jaar steeg. De uitstaande schuld daalt ook voor de sector van de lokale overheid alleen (- 1,4 % in volume) en komt uit op 691 miljard euro in 2007, wat overereenkomt met 5,1 % van het bbp en 9,5 % van de totale overheidsschuld.

Uitgaven minder hoog dan ontvangsten

Deze evolutie is het resultaat van de goede economische conjunctuur van de laatste jaren en van de budgettaire inspanningen van de infranationale besturen, die steeds meer betrokken worden bij het beheer van de overheidsfinanciën. Zo was er in 2007 op Europees vlak een lichte daling in de evolutie van de uitgaven van de infranationale overheid (+ 2,0 % in volume, tegen gemiddeld + 2,4 % de laatste jaren), samen met een sterkere stijging van de ontvangsten (+ 3,8 %, tegen + 3,2 %). Deze uitgaven beliepen 1 912 miljard euro, d.i. 15,5 % van het bbp en 33,9 % van de overheidsuitgaven, wat het macro-economische belang van de sector van de infranationale overheid weerspiegelt.

Investeringen blijven fors stijgen

De lichte daling van de uitgaven van de infranationale overheid had geen betrekking op de investeringen, die na 2006 ook in 2007 sterk toenamen (+ 4,5 % in volume), met name in de 12 nieuwe lidstaten (+ 11,0 % in volume in 2007), waar de Europese structuur- en cohesiefondsen een beslissend hefboomeffect op de lokale investeringen bleven uitoefenen.

Lokale besturen het sterkst getroffen door de crisis

De infranationale besturen vervullen een economische rol, verschaffen werkgelegenheid, investeren, verlenen diensten en dragen bij tot de nationale solidariteit. In 2008 en 2009 zullen ze ongetwijfeld worden geconfronteerd met de economische en financiële crisis, die hen in velerlei opzicht kan treffen: gevoeligheid voor de veranderende financieringsvoorwaarden, risico's voor de thesaurie en de activa, geringere stijging van de belastingontvangsten, verzwaring van bepaalde uitgaven, vooral die van sociale aard, die gemiddeld 19,6 % van de uitgaven van de sector van de infranationale overheid vertegenwoordigen.

Als grootste overheidsinvesteerder - 209 miljard euro in 2007, zijnde 66,6 % van de overheidsinvesteringen in de Europese Unie - zullen de lokale besturen sterk betrokken zijn bij talrijke relanceplannen die gericht zijn op de verbetering van de voorzieningen van openbaar nut.

Voortdurende aanpassing van de Europese territoriale organisatie

De Europese Unie telt in 2008 bijna 92 600 lokale en regionale besturen en deelentiteiten. Acht landen hebben één enkel niveau van lokale besturen, twaalf landen hebben twee niveaus en de zeven andere hebben er drie.

De meeste Europese landen zitten in een continu proces van decentralisatie en aanpassing van hun territoriale organisatie, die noodzakelijk werd doordat de bevoegdheden van de lokale besturen alsmaar toenamen en complexer werden.

Deze aanpassing gebeurt meestal via:

* het stimuleren van de fusies van gemeenten (Denemarken, Letland, Finland, enz.) of intercommunale samenwerking (Oostenrijk, Polen, Hongarije, Frankrijk, enz.) ;

* een versterking van de bestaande regio's (Duitsland, Spanje, Frankrijk enz.) of de invoering - of reorganisatie - van een regionaal niveau (Tsjechische Republiek in 2000, Slowakije in 2002, Denemarken in 2007). In talrijke landen (Zweden, Finland, Slovenië, Letland, Hongarije, Roemenië enz.) staat het onderwerp van de regionalisering eveneens op de politieke agenda.

Al deze wijzigingen van de territoriale organisatie in Europa zijn bedoeld om de efficiënter werkende diensten van de lokale overheid af te stemmen op het streven om de lokale actoren zo dicht mogelijk bij de burger te houden en op de gehechtheid van de bevolking aan de culturele en historische identiteit.

En België ?

De positionering van België ten opzichte van de andere lidstaten verschilt sterk naargelang van de entiteiten die men in aanmerking neemt, namelijk de lokale sector in de enge zin (gemeenten, provincies, OCMW's en politiezones) of de infranationale sector (met inbegrip van de gemeenschappen en de gewesten).

Als men de Belgische lokale sector (sensu stricto) bekijkt, halen de meeste indicatoren (cf. tabel) niveaus (in % bbp) die ongeveer de helft van het gemiddelde van de 27 Europese landen bedragen. Het gewicht van de uitgaven van de lokale overheid beloopt 6,7% van het bbp in België, tegen gemiddeld 12,5% in de EU 27.

Dit bijzonder kenmerk geldt voor de meeste landen met een federale structuur (Duitsland, Oostenrijk), waar de deelentiteiten (Länder, gemeenschappen, gewesten) een afzonderlijke overheidssector vormen. Het gemiddelde van de lokale sector voor de EU 27 daarentegen, wordt opwaarts beïnvloed door landen als Frankrijk, Italië of Spanje, waar de regio's of de autonome gemeenschappen tot de lokale sector behoren.

Afgezien van het financiële gewicht, ligt de gemiddelde grootte van de Belgische gemeenten (gemiddeld 17.910 inwoners sinds de fusies van de gemeenten in 1976) echter ver boven het Europese gemiddelde (5430).

Vergelijking van het macro-economisch gewicht van de infranationale besturen tussen België en de EU 27 (in % van het bbp) - 2007

In % bbp

België

EU 27

Lokale sector

Infranationale sector

Lokale sector

Infranationale sector

Uitgaven

6,7

20,5

12,5

15,5

Investeringen

0,8


1.4


1,6


1,7

Belastingontvangsten


2,3

4,6

4,8

6,7

Schuldgraad

5,0

8,7

5,1

9,8

Saldo


-0,1


+0,2

0,0

0,0

Het decentralisatieniveau blijkt evenwel veel groter te zijn wanneer men de deelentiteiten meerekent. In die configuratie vertoont België een van de hoogste indicatoren van de EU 27. Zo vertegenwoordigt het niveau van de overheidsuitgaven 20,5% van het bbp, tegen gemiddeld 15,5% voor de EU 27.

Zoals in de meeste Europese landen nemen de investeringen van de lokale sector het leeuwendeel van de investeringen in de Belgische overheidssector voor hun rekening. In 2007 vertegenwoordigen de investeringen van de lokale sector 48,2% van de totale overheidsinvesteringen. Dit aandeel klimt naar 86,4% indien men ook de deelentiteiten in aanmerking neemt. Hoewel de bijdrage van de infranationale besturen in de inspanningen op het vlak van de overheidsinvesteringen zeer sterk doorweegt, blijft het gerealiseerde volume van de investeringen (1,4% van het bbp) echter onder het Europese gemiddelde (1,6% van het bbp).

De lokale en regionale sector vertoont samen een vrij gezonde financiële situatie, aangezien - inzake boekhouding ESC95 - de infranationale besturen een schuldgraad hebben die beperkt is tot 8,7% van het bbp en ze samen een licht excedentair begrotingssaldo laten zien (+0,2% van het bbp, -0,1% voor de lokale sector sensu stricto).

Kerncijfers van de sector van de infranationale overheid in de EU in 2007


* 92 564 infranationale besturen : 91 316 gemeenten, 1 144 besturen van het 2^e niveau, 104 besturen van het 3^e niveau ;
* Uitgaven: 1 912 miljard euro, d.i. 15,5 % van het bbp en 33,9 % van de overheidsuitgaven van de EU ;

* Investeringen: 209 miljard euro, d.i. 1,7 % van het bbp, 66,6 % van de overheidsinvesteringen en 8,0 % van gezamenlijke privé- en overheidsinvesteringen in de EU ;

* Financieringsvermogen: 5 miljard euro, d.i. 0,04 % van het bbp van de EU ;

* Uitstaande schuld: 1 205 miljard euro, d.i. 9,8 % van het bbp en 16,6 % van de overheidsschuld van de EU (op lokaal vlak: 691 miljard euro, d.i. 5,1 % van het bbp en 9,5 % van de overheidsschuld van de EU).

En als toemaatje ....

Een studie aangevuld met statistische fiches en een onuitgegeven werk over de lokale besturen voor de 27 lidstaten

Deze gegevens, die voornamelijk zijn opgesteld op basis van Eurostat, zijn ontleend aan de jaarlijkse conjunctuurnota van Dexia over de financiën van de lokale besturen in de Europese Unie. Sinds 8 jaar hangt deze studie een beeld op van de institutionele en financiële toestand van de sector van de infranationale overheid in de lidstaten van de Europese Unie. De editie 2008 heeft betrekking op de periode 2002 - 2007 en bevat enkele markante feiten voor 2008.

Ze is aangevuld met een geheel van 13 statistische fiches die gedetailleerde informatie verschaffen over de verschillende indicatoren voor elk land (sociaal-economische gegevens, territoriale organisatie, grootte van de gemeenten, uitgaven, investeringen, saldo en schuld, structuurfondsen, jumelages enz.). Dit geheel van fiches werd voor het derde opeenvolgende jaar gerealiseerd in samenwerking met de Raad van de Gemeenten en Regio's van Europa (RGRE). De voorgestelde gegevens werpen voor elk land een licht op de uiterst belangrijke plaats die de lokale instanties in het overheidsbeleid innemen.

"Local and regional authorities in the European Union - organisation, competencies and finances"

Dexia heeft zopas een werk gepubliceerd over de lokale besturen in de Europese Unie. Deze onuitgegeven studie voor de 27 lidstaten richt de schijnwerper op het economisch en sociaal belang van de sector van de infranationale overheid via 27 gedetailleerde monografieën en een grensoverschrijdende analyse.

Deze informatie illustreert de bijzondere kenmerken van België inzake territoriale organisatie, bevoegdheidsverdeling en fiscale autonomie.

Deze financiële analyses van de lokale sector kunnen worden geraadpleegd op de Dexia Bank website:

PROFESSIONEEL > PUBLIC FINANCE > Onze studies > Financiën van de infranationale overheid in de Europese Unie

De sector van de infranationale overheid omvat de lokale besturen (gemeenten, departementen, provincies, regio's enz.), de deelentiteiten (Duitse en Oostenrijkse Länder, gemeenschappen en gewesten in België) en de daarmee verbonden openbare instellingen.

De sector van de lokale overheid omvat uitsluitend de lokale besturen en de daaraan verbonden openbare besturen.